Tipgever eist veel: Fraudezaak strandt

Justitie heeft een onderzoek naar een enorme fraude in de bouwwereld af moeten blazen omdat een informant, die over cruciale gegevens beschikt, geen genoegen neemt met het tipgeld van vijftigduizend gulden.

De anonieme tipgever, zelf afkomstig uit de bouwwereld, heeft in de afgelopen jaren informatie verzameld over het betalen van smeergeld aan ambtenaren en het bewust indienen van te hoge rekeningen door aannemersbedrijven. Hierbij zouden sinds 1995 acht grote bouwondernemingen hebben samengespannen.

De bedrijven zouden onder meer vooraf afspraken hebben gemaakt over de hoogte van hun offertes bij bouwopdrachten. De meeropbrengsten hiervan werden onderling verdeeld. Met de fraude zijn volgens de tipgever in totaal enkele honderden miljoenen guldens gemoeid. De overheid zelf is daarbij, als opdrachtgever van grote bouwwerken, één van de belangrijkste slachtoffers.

Het Landelijk Parket, verantwoordelijk voor de bestrijding van (internationaal) georganiseerde misdaad, kreeg de informatie in 1998 aangeboden en onderhandelde sindsdien met de informant over de hoogte van het tipgeld. De verklikker wilde driehonderdduizend gulden hebben. Het Openbaar Ministerie (OM) wilde niet verder gaan dan vijftigduizend gulden.

"Dat was al een fors bedrag voor informatie die burgers doorgaans zonder voorwaarden ter beschikking stellen aan justitie", zegt Wim de Bruin van het Landelijk Parket. Hij noemt het "jammer" dat het onderzoek nu niet van start kan gaan. Er zullen volgens hem geen stappen tegen de onwillige informant worden ondernomen.

De advocaat van de tipgever, mr. L. Heukels uit Haarlem, eiste namens zijn cliënt niet alleen financiële compensatie, maar ook veiligheidsvoorzieningen en een carrière bij de overheid. Door mee te werken aan een onderzoek van justitie zou de man namelijk een werkzame toekomst in de bouwwereld wel kunnen vergeten en zelfs moeten vrezen voor zijn leven. Gesproken werd daarom over een baan bij het ministerie van Justitie of de Nederlandse Spoorwegen en deelname aan een getuigenbeschermingsprogramma.