"Pré-Neandertalers konden al spreken"

De voorouders van de Neandertaler, die ongeveer 300.000 jaar geleden leefden in de site van Atapuerca (Burgos, in het Noord-Oosten van Spanje), waren in de mogelijkheid om stemklanken uit te brengen. Dat hebben twee paleo-antropologen dinsdag in de Spaanse pers gezegd.

De twee onderzoekers, Juan Luis Arsuaga en Ignacio Martinez, kwamen tot deze conclusie na studie van een 300.000 jaar oude schedel gevonden in de site. De vondst, die dateert van 1992, is belangrijk omdat de middenoor-beentjes en het tongbeen bewaard zijn bebleven.

Het onderzoek wees uit de de pré-Neandertalers een spraakvermogen hadden dat het midden hield tussen dat van chimpansees en dat van de huidige mens. "Hun uitspraak was wel in ieder geval langzamer en minder duidelijk dan de onze", preciseert Martinez.

De preneandertalers zouden vooral moeilijkheden met bepaalde klinkers hebben gehad, zoals 'a', 'i' en 'u'. Toch waren ze in staat een soort basiscommunicatie te ontwikkelen, die als menselijk kan worden beschouwd.

De site van Atapuerca, waarvan de belangrijkste ontdekkingen dateren van het begin van de jaren negentig, is een vindplaats die de resten van de eerste Europeanen sinds 800.000 jaar geleden omsluit. De exploitatie ervan zal meer dan 50 jaar in beslag nemen. In 2000 werd de site opgenomen in het wereldpatrimonium van UNESCO.