Topmasterstudie 5 maal zo duur

Kayuk meldde ons via de newssubmit dat het collegegeld voor de nieuwe universitaire superopleidingen, de topmasters, vijf keer zo hoog mag worden als dat voor gewone studies. Dat komt neer op bijna vijftienduizend gulden per jaar. De universiteiten moeten dat extra geld onder meer gebruiken om excellente hoogleraren uit binnen- en buitenland aan te trekken en toptalenten intensief te begeleiden.

Dat is wat minister Hermans van Onderwijs in zijn nog vertrouwelijke wetsvoorstel bachelor-master schrijft. Daarin wordt de reorganisatie van het hoger onderwijs geregeld. Zijn voorstel betekent een trendbreuk met de Nederlandse traditie van een wettelijk vastgelegd collegegeld: voor komend collegejaar 2930 gulden per student.
Binnen twee jaar worden alle universitaire opleidingen opgedeeld in een driejarige brede bachelor-fase en een daaropvolgende specialistische masteropleiding.

Voor de gewone masterstudies blijft het wettelijk collegegeld van kracht.

Voor briljante studenten wil Hermans een apart academisch traject. Daarom geeft hij universiteiten de kans om de komende jaren, naar Amerikaans voorbeeld, een aantal topmaster-opleidingen op poten te zetten. Die zijn alleen bestemd voor de beste bachelors. Alleen dan zouden de Nederlandse instellingen in staat zijn talent van eigen kweek te behouden, toponderzoekers uit andere landen aan te trekken en de concurrentieslag met buitenlandse universiteiten vol te houden.

De top-opleidingen worden overmijdelijk duur en daarom mag van de uitverkoren studenten een extra bijdrage worden verwacht, meent de minister. Dat is tegen het zere been van de Tweede Kamer. Die vreest een tweedeling in het onderwijs als de beste opleidingen erg kostbaar worden. Een ruime meerderheid van PvdA, CDA, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP verbood Hermans eerder dit jaar experimenten met het collegegeld.

Hermans legt zich daar niet bij neer. Hij benadrukt dat de gewone masteropleidingen voor alle bachelors toegankelijk zijn . Talenten die worden toegelaten tot de topstudie maar die niet kunnen betalen, moeten door de universiteit worden gecompenseerd. Hoe dat geregeld wordt, laat Hermans aan de universiteiten over.