Nederland komt te kort in strijd tegen XTC

Politie en justitie moeten alarmerend vaak 'nee' verkopen als buitenlandse opsporingsinstanties ons land te hulp roepen bij het bestrijden van xtc-handel. Daarbij worden soms internationale verdragen, die Nederland verplichten aan zogeheten rechtshulpverzoeken gehoor te geven, geschonden.

Dat zegt officier van justitie mr. Martin Witteveen, die vandaag in Den Bosch samen met politiecommissaris Peter Reijnders het jaarverslag van de Unit Synthetische Drugs (USD) presenteert, in een vraaggesprek met deze krant.

"De USD wordt vanuit het buitenland overstelpt met concrete informatie over handel en productie van xtc in ons land", zegt Witteveen. "Maar door een tekort aan opsporingsfunctionarissen kunnen we er teveel niet behandelen. Het buitenland begrijpt daar niets van.

Door onvoldoende capaciteit bij vooral rechercheteams komt het inderdaad regelmatig voor dat criminelen die vanuit Nederland xtc verhandelen de dans ontspringen."

Het is volgens Witteveen één van de belangrijkste knelpunten waar USD in de bestrijding van xtc 'keihard' tegen aanloopt. "De tips zijn soms zó concreet dat we direct een onderzoek zouden kunnen beginnen. En toch moeten we zo'n zaak laten lopen. Dat is buitengewoon frustrerend. Op dat punt kan ik me voorstellen hoe iemand in de gezondheidszorg zich soms moet voelen."

Volgens Witteveen is een capaciteitsuitbreiding absolute noodzaak. "Het gaat namelijk niet alleen om harde informatie, waar we niets mee kunnen doen. Vaak kan ook aan rechtshulpverzoeken geen gevolg worden gegeven. Dat terwijl we daar volgens internationale verdragen wel toe verplicht zijn."

De officier van justitie noemt als concreet voorbeeld de recordvangst xtc op het vliegveld van Montreal (Canada) vorige maand. Tijdens een routine-inspectie van een KLM-vlucht vanuit Amsterdam vond de Canadese douane 1,3 miljoen xtc-pillen, met een geschatte straatwaarde van ruim vijftig miljoen gulden.

"Ik heb inmiddels hulp bij het onderzoek gevraagd. Maar de USD heeft geen capaciteit en ook bij andere politieteams krijg ik nul op rekest", zegt Witteveen, die zegt niet met een beschuldigende vinger naar die rechercheteams te willen wijzen.

"Ik weet dat ze het overal ongelooflijk druk hebben en keihard werken. Maar jammer is het allemaal wel. Dit zijn toch de zaken waar wij op moéten reageren", zegt Witteveen.

De aanklager, die na een verblijf van ruim twee jaar op Sint Maarten sinds enkele maanden landelijk coördinerend officier van justitie is op het gebied van bestrijding van synthetische drugs, signaleert verder nog een groot knelpunt.

"Het gaat bij de bestrijding van dit soort drugs vooral ook om het onderscheppen van grondstoffen als BMK en PMK. Die chemische middelen komen vooral uit China, een land waar geen enkele opsporingsrelatie mee bestaat. Rechtshulpverzoeken van onze kant zijn niet aan de orde. Buitenlandse Zaken wil vanwege de mensenrechtensituatie in China niet dat we op strafrechtelijk gebied samenwerken of informatie uitwisselen."