Cursus voor drank- rijders werkt niet

De verplichte alcoholcursus voor automobilisten die zijn gepakt met te veel alcohol op, mist zijn doel. De drankrijders passen hun gedrag niet aan, voelen zich niet schuldig en vinden het rijden met een flinke slok op geen probleem.

Alleen de angst om opnieuw tegen de lamp te lopen, maakt ze voorzichtiger.

Dat blijkt uit een onderzoek dat in opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer is uitgevoerd naar de sinds 1996 bestaande Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA).

Automobilisten die met een promillage van tussen de 1,3 en 1,8 achter het stuur zijn aangetroffen - of voor een tweede keer zijn betrapt en dan met een promillage van 0,8 - moeten de cursus doen. Het wettelijk toegestane promillage is 0,5.

Boven de 1,8 promille volgt een geschiktheidsonderzoek. Wie de cursus weigert, raakt zijn rijbewijs kwijt. De EMA houdt de `cursisten' drie dagen lang de fysieke gevolgen en de gevaren van rijden met een slok op voor. Die kennis zou ze ervan moeten weerhouden opnieuw met te veel drank op te gaan rijden. Sinds de invoering van de EMA hebben circa 33.000 mensen eraan deelgenomen.

Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), dat de cursus geeft, werkt al aan een plan om de EMA te verbeteren. Zo is het plan de cursus een langere periode te laten beslaan en de drie dagen op te delen in zes dagdelen.

De cursisten kunnen daardoor tijdens een langere periode worden gevolgd.

"Je zou kunnen denken aan een voorgesprek zodat we de deelnemers kunnen onderverdelen in zware en lichte gevallen", zegt H. Fontijn van het CBR. "De cursus kan daar dan beter op aansluiten. Ook denken we aan rollenspellen en moeten de cursisten voortaan noteren hoe de omgeving op hun gedrag reageert. En wat ze daar zelf weer van vinden. Over drie maanden moet de inhoud van de vernieuwde EMA duidelijk zijn. Die gaat dan volgend jaar in."