OM arresteerde Irakees onder publieke druk
Officier van justitie De Graaf zegt dat in een documentaire van Omrop Fryslân over de zaak Vaatstra.
Volgens De Graaf was de druk van de publieke opinie zo groot, dat hij de Irakees Ali Hussein Hassan niet kon laten lopen. Het recherchebijstandsteam joeg acht weken op de Irakees, die kort na de moord op de 16-jarige Marianne Vaatstra in mei 1999 verdween uit het nabijgelegen asielzoekerscentrum in Kollum. Een week voor zijn aanhouding in Turkije werd het justitie en politie uit getuigenverklaringen duidelijk dat de man ten tijde van de moord niet in Friesland was.
,,Maar ik kon er niet onderuit om de man toch aan te houden. De druk was te groot. In een normale zaak had ik hem nooit gearresteerd'', aldus De Graaf.
De leiding van het OM, het college van procureurs-generaal, zegt in een reactie dat deze handelwijze, wat volgens het college overigens niet het geval is geweest, onjuist zou zijn. Volgens het OM bleef hij toch verdacht.
Reacties
Het Openbaar Ministerie (OM) in Leeuwarden is alle perken te buiten gegaan. Het oppakken van iemand van wie je weet dat hij onschuldig is, is volgens M. Moerings van het Willem Pompe Instituut in Utrecht een onrechtmatige daad en is in strijd met de Grondwet.
De opgepakte en weer vrijgelaten man kan justitie aanklagen wegens een onrechtmatige daad. De man zou volgens Moerings een schadevergoeding kunnen eisen.
Volgens advocaat mr. F. van Ardenne kan officier van justitie R. de Graaf worden vervolgd wegens wederrechtelijke vrijheidsberoving. Omdat er geen redelijk vermoeden van schuld was, had de Irakees in de zaak Vaatstra volgens de wet nooit mogen worden opgepakt.
De advocaat meent dat er in deze ,,zeer opmerkelijke zaak'' ook onderzoek kan worden gedaan naar valsheid in geschrifte. De Irakees is in Turkije opgepakt. De Turkse autoriteiten moet hiervoor toestemming zijn gevraagd. Ook daarin zal het OM hebben moeten aangeven dat er sprake was van een verdenking. Dat zou volgens de advocaat valsheid in geschrifte kunnen opleveren.
