Veel Nederlanders houden overspel geheim
Dit blijkt uit een onderzoek naar geheimen binnen relaties dat het NIPO in opdracht van het maandblad Plus Magazine heeft gehouden. Bijna 600 Nederlanders, bestaande uit jongeren, babyboomers (50-60 jaar) en ouderen, kregen over dit onderwerp hypothetische en directe vragen voorgelegd.
Meer dan de helft van de ondervraagden verwacht dat er geheimen zijn binnen relaties. Opmerkelijk is dat slechts 20 procent toegeeft dat er een geheim speelt of heeft gespeeld. 'Vreemdgaan' is ons grootste geheim, gevolgd door 'verliefd op een ander'. Andere genoemde geheimen hebben te maken met ervaringen uit de jeugd, vorige partners, oorlogsherinneringen, financiële problemen en zelfmoordpogingen.
Bij mannen heeft een geheim eerder met seks te maken, bij vrouwen met verliefdheid. Over de reden tot het verzwijgen van een geheim verschillen vrouwen en mannen van mening. Vrouwen willen vooral niet kwetsen en/of vinden het een privézaak, mannen houden vooral hun mond vanwege de negatieve invloed die het op de relatie zal hebben.
Bij ouderen bestaat meer begrip voor de stiekeme partner. In het algemeen vindt negentig procent het voor zich houden van overspel door de ander 'heel erg'. Maar ouderen hebben daar toch minder moeite mee dan jongeren, 75 tegenover 96 procent.
Ook minder beladen geheimen als dagboek lezen, bankafschriften bekijken, agenda inzien en stiekem privé-telefoontjes inzien, zijn bij het onderzoek betrokken. Van de vrouwen deinst 64 procent er niet voor terug de post van de partner te openen, bij de mannen maakt 49 procent zich daar schuldig aan. Vrouwen zijn overigens in bijna alle gevallen nieuwsgieriger en stiekemer dan mannen.
Het uitgebreide onderzoek naar geheimen binnen relaties verschijnt in het zomernummer van Plus Magazine, maandblad voor vijftigplussers. Daarin geeft onder meer psycholoog Bas Levering, verbonden aan de universiteit van Utrecht, aan dat het goed is om een geheim te hebben. "Het helpt je om ook binnen de relatie je eigen identiteit te bewaren", weet hoofdredactrice M. Ter Laak te vertellen.
