Het einde van de Mir

Na 15 jaar is het afgelopen met de Mir. Het Russische ruimtestation is in brokstukken neergekomen op aarde. Door het gecontroleerde neerstorten zijn de brokstukken grotendeels neergekomen in de Grote Oceaan. Er zijn tot nu toe geen berichten over schade die is aangericht.

De Mir, 143 ton metaal en plastic, is voor het overgrote deel verbrand. Toch heeft 20 procent in zo’n 1500 stukjes en brokken de aarde bereikt. De zwaarste brokken zullen enkele honderden kilo’s wegen.

Vannacht is het vluchtleidingscentrum van de Mir bij Moskou begonnen met de gecontroleerde neerstorting. De Mir was op dat moment boven de Atlantische Oceaan voor de kust van West-Afrika.

Tijdens de 15 jaar zijn er veel soorten micro-organismen gaan groeien. De Mir bergt 140 soorten van die organismen. Achter de panelen vonden kosmonauten schimmels die groeien op oud brood. Als gevolg van de verhoogde straling in de ruimte hebben deze organismen zich gemuteerd tot vormen die metaal, plastic en glas aantasten.

Een gevaar zullen ruimteschimmels en bacteriën niet opleveren. Door de hoge temperaturen tijdens de val door de dampkring is het héél onwaarschijnlijk dat de organismen de aarde levend bereiken.

Voor de Russen betekent het dumpen van de Mir een eind aan een symbool van nationale trots. Zo was de Mir het hoogtepunt van dertig jaar Russische ruimtevaart. Tijdens peilingen in februari bleek dat tweederde van de Russen tegen het neerhalen van de Mir is.