Gettovorming in Nederland toegenomen

Het aantal wijken met een sterke concentratie huishoudens met lage inkomens is in 1998 toegenomen in vergelijking met vier jaar daarvoor. Het totale aantal mensen met een laag inkomen is verder afgenomen.

Dit blijkt uit de Armoedemonitor 2000 van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor Statistiek. De toename van de zogenaamde gettovorming is voornamelijk het gevolg van het vertrekken van mensen uit de probleemwijken omdat ze meer verdienen. Dat gebeurt voornamelijk in Rotterdam, Amsterdam en Groningen waar één op de vier huishoudens leeft van een laag inkomen.

Toch is de angst voor gettovorming onterecht, vindt een woordvoerder van het ministerie van Volkshuisvesting. De laatste jaren zijn maatregelen getroffen om 'arme' wijken beter leefbaar te maken. "Dan praat je bijvoorbeeld over criminaliteitsbestrijding en het opknappen van huizen."

Dat de gettovorming is toegenomen ligt volgens hem aan de cijfers. "Die lopen tot 1998. De meeste projecten zijn onlangs gestart. De resultaten zijn over vijf of tien jaar pas goed merkbaar."

Ismee Tames van het onderzoeksinstituut Nyfer, dat zich bezighoudt met stedelijke ontwikkeling, is met name te spreken over de bouw van iets grotere huizen voor mensen die meer zijn gaan verdienen. "Die mensen kunnen gewoon in hun wijk blijven wonen en er toch op vooruit gaan qua woonruimte. Maar dan moet je wel oppassen dat je niet meteen grote, dure huizen gaat bouwen. Dan is de stap te groot."