VVD en CDA tegen voorstel Borst

VVD en CDA zijn tegen een verbod op tabaksreclame in Nederland, waar minister Borst van Volksgezondheid naar streeft. De liberalen en christen-democraten zien meer in de richtlijnen die tot stand zijn gekomen in overleg met de tabakssector. PvdA en D66 willen juist snel een verbod. "Zelfregulering is belangrijker dan allerlei ge- en verboden, waarvan het de vraag is of die te handhaven zijn", zegt CDA-Kamerlid Buijs. Ook de liberalen vinden het huidige convenant voldoende.
"Daarin wordt reclame gericht op jeugdigen niet toegestaan. Dus niet adverteren in de buurt van scholen en geen cadeautjes uitdelen aan de jeugd", zegt fractiespecialist Blok.

De VVD'er vindt echter een reclameverbod voor tabak voor volwassenen volstrekt onlogisch. "Het product is niet verboden en een verbod op reclame tast dan de vrijheid van meningsuiting aan." Blok meent dat tabak niet anders mag worden behandeld dan andere producten die slecht zijn voor de gezondheid, zoals vet eten. "Mensen moeten zelf weten wat ze willen gebruiken".

CDA'er Buijs vindt het verheugend dat het Bureau Voorlichting Tabak heeft aangegeven met minister Borst te willen praten over een Nederlandse richtlijn, nu het Europees Hof een Europees verbod op tabaksreclame nietig heeft verklaard. Buijs vraagt zich ook af of een nationaal verbod houdbaar is in het licht van de Europese regelgeving.

PvdA-woordvoerder Oudkerk vindt dat de minister veel te traag is met het verbod. "Als ze niet had gewacht op de Europese richtlijn, die er nu dus niet komt, was er allang nationale wetgeving geweest."
Oudkerk vindt richtlijnen niet genoeg.
"De industrie heeft baat bij veel verkoop, dus die zal alle mazen van de regelgeving gebruiken, om mensen, lees de jeugd, aan het roken te krijgen."

Ook D66 vindt het 'terecht' dat Borst nu werk gaat maken van een Nederlands verbod. Bij toeval praat de Tweede Kamer donderdagavond over tabaksreclame. Dat gaat over Kamervragen die de SP in 1995 had gesteld. Borst zou toen de antwoorden hebben aangepast ten gunste van het ministerie van Economische Zaken.