Walk before we Talk
Gemeend zuchtend en alleen zijnde gaan m’n ogen dicht en de laatste paar dagen speren astronomisch snel over mijn netvliezen. Ik probeer de geslapen uren te achterhalen in het wakkere deel dat mijn brein op haar geweten heeft, maar denk meer na over de niet geslapen uren en ik zucht omdat het oplucht en ik schrijf het op om mezelf in het schijten te verliezen, wie ik ben en wie ik niet ben.
En daar gaat het weer… Ik laat het staan omdat ik mezelf achterhaal en mijn eigen fouten des te sneller ontdek. ‘Verliezen’ wordt verkeerd gebruikt en het zou altijd ‘verloren’ moeten zijn. Verliezen klinkt niet goed, het klinkt niet alsof je de ander er mee ten goede gaat komen. Verlies en verliezen worden gebruikt om de andere het gevoel te geven dat hij door iets te verliezen zichzelf slecht moet voelen. Ik ben dus bang om verloren te lopen door en in mijn eigen schrijfsels. Dat ze goed zullen zijn is zeker, maar of dit goeds zal brengen zal enkel mogen blijken wanneer er over getwijfeld gaat worden en pas achteraf, nadat al de goedheid en goede intenties lang verdoezeld werden zal het de waarheid uitschijten, uitschijnen, wat maakt het eigenlijk uit. It’s all bullshit.
Ik ga moeten kiezen of delen en achteraf moeten boeten of bloeden en dat is reeds een zekerheid, een zeker gegeven in de huidige realiteit. Sterven is geen noodzaak en in de nachtmerrie zou ik niet meer willen spreken of iets dergelijks. Is het bang zijn, vraag ik mezelf af. Het is niet bang zijn. Het is zeker weten dat vanaf ik me toespits op het schrijven ik verloren ben, dat ik ergens in de bergen van Argentinië beland in één of andere te kleine kuthut, als schapenherder of gietentemmer en dat dan uiteindelijk de teksten er zullen komen. En dan ga ik schrijven maar, het moet zo geschreven worden dat het enkel de weg ernaar omschrijft en zo ook het gegeven blootlegt dat het uiteindelijke doel niet kan, zelfs niet mag omschreven worden, dat het ontdekt moet worden en dat de woorden ervoor nog niet bestaan, simpel. Toch… alles wat niet kan, mag wel want mogen is weer een uitgevonden concept. Want alles kan en alles mag en kunnen is een waarheid, als het kan, is het gebeurd, als het mag, kan het mogelijks gebeuren, maar het hoeft niet, het hoeft zelfs niet mogelijk te zijn.
De Nederlandse taal is ingewikkeld, er zitten veel gebruiken, geloven, geheimen en valstrikken in verscholen. Wellicht is Frans, niet de buurman, maar de taal Frans onze nauwste concurrent. Frans is lekker, het praat goed. Woorden glijden uit je mond even graag als hun croissantjes en blinkende broden in je mond glijden. Frans fladdert over je tong. Franse woorden stromen mooi wanneer Francoise naar je komt kijken in haar blootje, naar je bootje staart terwijl ze een beetje van de warm geworden wijn langs haar dijen laat glijden en ze als ware Française vanonder haar blinkende peertjes van plezier het lekkers tussen je lippen laat verdwijnen. “Niet verdrinken”, zei Frans nog, en ik dacht Frans in het Frans is François, maar ik zei het niet.
Bijna gearriveerd aan het uiteindelijke doel waar mijn idee zich schuilhoudt en het plan bevat. Where new plains arise komt aan bij het hoe en het waarom, om de zin ervan te ontdekken en een glimpse op te vangen welke richting dit alles gestuurd gaat worden. Echter blijkt vaak bij velen het laatste echte probleem een zwaar struikelblok te vormen? Het is echt zo, het probleem waar bewustzijn mee opgezadeld zit is keuze, of de gedachte hebben dat er een keuze is. Dus moeten we het voordeel in het probleem zien te zoeken, anders komt the purpose niet naar boven. Het uiteindelijke doel en er is over nagedacht, het universum heeft me hierin gestuurd en het schaakbord proper gemaakt. Het is rond, de vicieuze cirkel is doorbroken. Ik speel schaak, maar speel nog niet schaakmat. Alles opgeteld een gevolg geven en wachten op het grootste onverwachtste ooit, en we gaan heel hard lachen deze keer want het spel wordt uitgespeeld, het wordt onverwachts groot en niemand had het verwacht, niemand had er ooit aan gedacht dat het zo snel uitgespeeld ging worden. Ik zeg altijd, “dat is het leven man en tijd is relatief, zelfs ruimte is relatief. Of je houdt jezelf klein en of je stelt je groots op.” Ik ben pro grootse opstelling en het werd verdomd tijd om actie te ondernemen en kort gezegd, het is het waard, het leven waar ik mezelf op dit moment in bevind niet op te geven. Zittende in een stroomversnelling, terwijl iedereen rondloopt ingeplugd, loop ik op vrije voeten. Iedereen hooked aan de pixels in een realiteit die niet eens de eenheid meer bevat ons door het collectief opgedragen, maar een verhaal voorgedragen door de mensen op aarde met de meeste centjes. Een verhaal waar iedereen steeds minder en minder van verstaat, enkel dan de spoonbenders misschien. In wat voor een wereld leven wij? Nog even en ik word een flat-earther en hoegenaamd geen voorvechter meer van wat de exacte wetenschap ons voorschotelt, nog even en alles is sorcury en conspiracy.
We zaten op de MTB richting Portugal en in dat verhaal fiets ik verder. Fietsje staat er, stage zes ondertussen, nog net geen vleugels, maar al wel een nieuw zadel, een nieuwe voorvork en een paar kleine aanpassingen en een karretje erachter. We zijn drooggetraind en van nul begonnen, de beenspieren zijn er bijna, vetgehalte beetje omhoog krikken en dan mogen we vertrekken. Geld is er, maar gegarandeerd speel ik in dag vier mijn bankkaart kwijt dus ik ga voor de gastvrijheid van de mensen die ik tegenkom en ik kampeer wild en overleef met wat de natuur en de plaatselijke bevolking in de aanbieding heeft. Ik ga heel traag en als een tamzak op mijn doel af en zal elk mooi hoekje en bankje ik tegenkom onderweg mijn gezelligheid gunnen. Alle lieve en leuke mensen die ik tegenkom mogen van mij hetzelfde verwachten. Ik ga van de vrede genieten, die deze dagen zeer zeldzaam blijkt te zijn. Het is oorlog, overal, maar de oorlog gaat harder waar er meer mensen in je buurt zijn, dus ga ik naar oorden, waar er weinig mensen zijn en voor mij de kans om met oorlog geconfronteerd te worden kleiner en kleiner wordt. The message buried within the name I carry, the bright perspective it needs to handle, I am sure I am not going to settle here. Ik ga kapot hier in het zogenaamde beloofde land. Ik verlies mijn waardigheid, mijn land is vergiftigd en ik voel een minder waardig mens worden, deze eigenste moment.
“Zou je jezelf niet een beetje in ‘t toom houden, vriend?” Ik schiet recht en kijk achter me terwijl ik roep “Ik hoef geen verklaring af te leggen.. Vanaf nu wordt er enkel nog geluisterd naar de woorden die echt uitgekraamd worden, verstaan?” Het bleef stil maar kreeg toch verstaan want ergens hoorde ik “Ja baas”, maar vanwaar het kwam of wie het zei kon ik onmogelijk achterhalen.