Living on the edge

Ruud (Fredje483)

Het is daar waar ik denk je moet leven, net op die grens, met het goede leven fragiel en dichtbij, gevoeld en herkenbaar. Met een vuile broek aan en een groot zakmes in je hand, bezig het kampvuur te voorzien van orde en hout. Waar je je eigen gevangen vis opeet en gesmolten sneeuw als gezond water aanziet en er je reserves mee aanvult. Daar waar eten en drinken voorradig zijn en je een warm plaatsje hebt om te slapen, daar waar alles goed is. De zoektocht naar eten, hongerig en dorstig, reeds uren gewandeld in de blakke zon, niets te drinken. Die zoektocht naar je volgende paar liter water, laat je voelen dat je leeft, het is daar, on the edge, waar je extremen heersen, waar je voelt dat je leeft. Het is daar waar je naar de hemel kijkt ver weg van de bewoonde wereld en vallende sterren ziet vliegen, echte, zichtbaar geworden omdat waar jij bent, geen reclameborden verlicht moeten worden, het is daar waar je leeft.

Zijn je tekorten aangevuld en heb je een nestje om in te slapen deze nacht? Dan zit je goed. Wat is je volgende doel als je eten, drinken en warm plaatsje om te slapen hebt? Is het net hetzelfde kunnen ervaren de dag erna? Geen honger of dorst hebben en zeker zijn van een warm nestje? Is het iemand zoeken die evenwaardig is aan jouw leven en je nestje. Ik dacht het niet, maar pretty basic tot hiertoe toch? En keuze alom, denk ik dan? Effe Takeaway bellen en een hoertje bestellen? Er heerst een teveel aan keuze, de illusie voedende, dus denk even na. Het teveel aan keuze maakt het kiezen moeilijker, terwijl alles makkelijk moet zijn. Het teveel aan keuze creëert twijfels, het overschot aan keuzes laat ons denken dat alle andere keuzes, betere keuzes geweest zouden kunnen zijn, want uit de zovele keuzes maken we er steeds maar eentje, en volgens vele de foute. Een overvloed aan keuzes veroorzaakt een overschot aan twijfels, en waar twijfels heersen worden verkeerde keuzes gemaakt. Zijn er dan foute keuzes? Waarschijnlijk niet.

Ik hoop je het begrip keuzes niet meer te moeten uitleggen, misschien toch een klein voorbeeld. Had ik daarnet zoals normaal met mijn linkervoet als eerst de trap op gelopen in plaats van mijn rechtervoet twee treden hoger te mikken, had ik nu misschien niet heel mijn rechter scheenbeen opengeschraapt. Of had ik net niet op het uur gelet en vergeten geweest zijn dat het reeds licht was toen ik een uurtje geleden naar huis fietste, had ik mij geen zorgen gemaakt dat het reeds half zeven ’s morgens was, en had ik mijn tijdloos bestaan verder kunnen zetten.

Het zonlicht laat je voelen dat je leeft wanneer je wakker wordt in je nestje nog net geen honger of dorst hebbende. De eerste stappen je zet na ontwaking uit een droom die je huidige werkelijkheid zwaar overschreed, laten je drang naar al je spieren in rek zetten ontspringen en geeuwend loop je met je armen in de lucht naar waar gisteren je laatste stappen richting ligstand ontsprongen en deze van hun druk ontlastten. Waar je jezelf voldaan ten ruste legde, en jezelf tot een paar uur na zonsopgang de tijd gaf de voorbije dag verwerkt te krijgen, zou je volgende dag ontspringen. Onmogelijk dat alles wat gezegd was die avond onthouden kon worden om op te schrijven. Toen gesproken woorden straalden en ik in de verkondigde meningen ritmes herkende die strookten, toen alle gedachten kleuren werden onderhouden door de aanwezige menigte, ontstond er een soort van gloed waar ieders goed zieltje op gedragen werd. ‘In de wolken zijn’ moet daar ergens van komen, want in de wolken waren we, ver weg van alle tekorten.