Verhalen van een psycholoog: Personenallergie

KAF-submit

‘Dus ik ben mantelzorger met overbelasting. Reuze-interessant,’ zegt mijn cliënt. ‘Ik schrijf het allemaal op en ik ga het nalezen.’

Eerste cliënt van de dag: meneer W. Een ontzettend vriendelijke, oudere man, overspannen van het zorgen voor zijn vrouw. Zijn vrouw dementeert, maar ze ziet zelf niet in dat ze ziek is. Meneer helpt haar met alles. De zorg wil hij niet uit handen geven. Hij wil wél iets doen aan zijn vermoeidheid. Ik vertel hem: ‘Je helpt je vrouw nu 24 uur per dag. Daarom wordt ze nog niet geconfronteerd met haar ziekte, en zal ze blijven ontkennen. Als jij geen hulp vraagt in het huishouden, zal deze situatie dus zo blijven, en steeds zwaarder worden voor jou.’ Ik vertel hem iets moeilijks, toch is meneer W. me ontzettend dankbaar. Misschien wel té dankbaar. Al mijn adviezen neemt hij gretig in zich op. Pent ze neer. Leest ze na. Alleen, hij doet het niet. Hij knikt, maar vraagt geen hulp in de huishouding aan.

Volgende cliënt: mevrouw H. Een jonge vrouw, ook overspannen van het mantelzorgen.
‘Ik ben één keer eerder bij een psycholoog geweest en die gaf zúlke rare adviezen, dat ik meteen wegliep en dacht “Ik kan het zelf wel weer aan.” En ik voel nu ook totaal geen klik met jou’. Armen over elkaar geslagen. Ze kijkt me aan. Wat een contrast met meneer W., deze vrouw. Zij neemt in ieder geval wel zelf initiatief, daar zou ik blij mee moeten zijn. Toch?
Maar ik heb vandaag last van allergie.

Vaak krijg ik de vraag: ‘Heb je als psycholoog nou nooit dat je iemand totaal vervelend vindt? Dat het echt niet klikt?’
Ik weet: een goede behandelrelatie tussen patiënt en therapeut alleen al verbetert psychische klachten (zie hier wat verschillende onderzoekers zeggen over deze therapeutic alliance). Mensen voelen zich al iets beter als ze simpelweg iemand spreken die ze bemoedigt, bij wie ze zich op hun gemak voelen. Dit is bovenop wát de therapie precies doet, en ook nog bovenop het placebo-effect (zo vonden Pompoli en collega's, 2018). Een klik, een band met de therapeut, heeft dus wetenschappelijk bewezen een effect.
Ik weet ook: het is mijn beroep om niemand van mijn cliënten vervelender (of aardiger) te vinden dan de ander, om iedereen te steunen in groot en klein leed, en voor iedereen even veel geduld te hebben. Zoals alle behandelaars moeten doen. Maar, vergelijk het met eten. Je kunt een foodie zijn van beroep, van heel veel soorten eten houden, en tóch een voedselallergie hebben. Ik ben mensenspreker van beroep, ik hou ervan om heel veel verschillende soorten mensen te spreken.

Maar.

Een personenallergie, het bestaat. Als iemand allergie bij je oproept, betekent het niet dat je iemand niet mag, of dat diegene onverbeterlijk is. Het zegt meer over jezelf: iemands gedrag lokt bij jezelf een heel specifieke irritatie uit. Zo vroeg een collega me een keer of ik een gesprek van haar wilde overnemen. Ze kon het niet. ‘Die mevrouw, dat is precies mijn moeder.’

Klant-is-koning-gedrag is mijn eigen allergie. Een cliënt eiste een keer dat ik toegaf dat zijn brein nou eenmaal anders werkte, want dat had hij in een artikel gelezen van Jordan Peterson. Een ander was volgens een internettest 'nieuwetijdskind', en was boos dat ik dat over het hoofd gezien had. Een ander vond dat ze financieel 'genaaid' was door haar zus, en wilde mijn hulp om haar moeder psychologisch te overtuigen om die zus te onterven. Toen ik voorstelde om in ieder geval samen te zorgen voor meer zelfvertrouwen en minder piekergedachten over dit onrecht, zei ze ‘Nee’. Ze kwam elke week terug, stipt op tijd, met dezelfde vraag. Enorm moeilijk vind ik dat.
Meer dan de helft van de huisartsenposten wordt maandelijks bedreigd. En dit aantal is afgelopen jaar toegenomen, kopte Trouw deze maand. De oorzaak van de bedreigingen volgens de praktijken: consumentenmentaliteit, oftewel klant-is-koning-gedrag. Mensen eisen direct geholpen te worden, wanneer ze willen en waarmee ze willen. Zo niet, dan worden ze boos. Er zijn patiënten die hun hulpverleners op Facebook opzoeken en bedreigen, ze bij de keel grijpen, of de weg versperren. Mijn baas werd onlangs met een pistool bedreigd. Er was geen hulp in de buurt. Hij heeft met steunende woorden op de persoon ingepraat tot hij beloofde niemand - ook zichzelf niet - iets aan te doen.

Een goede behandelrelatie kan dus ook levens redden. Maar een té goede behandelrelatie kan ervoor zorgen dat iemand denkt dat hij of zij jou als therapeut nodig heeft: afhankelijkheid. En dat is iets slechts.
De tweede keer dat ik op visite kom bij de aardige meneer W. en zijn dementerende vrouw, is hij woedend. Niet op zijn vrouw. Op mij.
‘Ik had gewoon een hulp in huis kunnen aanvragen!’ zegt hij alsof hij dat zojuist ontdekt heeft (terwijl dat toch echt een suggestie is die ik eerder heb gedaan).‘En het enige wat u hebt gedaan, is langskomen met een steunend gesprek! Al die steunende woorden hebben de boel alleen maar vertraagd. Ik had juist meteen al meer initiatíef moeten nemen! Met alle respect, wat heb ik aan u?’
‘Inderdaad, wat hebben we aan u?’ doet zijn vrouw een duit in het zakje. ‘Leuk geprobeerd.’
‘Niets persoonlijks’ zegt hij, ‘maar we laten het hierbij.’

Mijn werk is voltooid. Mijn taak was zorgen dat meneer de zorg van zijn vrouw uit handen durft te geven. Ik moest de onnatuurlijke behandelrelatie die hij had met zijn eigen vrouw doorbreken. Hij heeft eerst mij de laan uitgestuurd en heeft de smaak van het initiatief nemen goed te pakken. Soit. Het beste wat ik voor hem kan doen, is dat ik dan nu maar de boeman ben.

If you love them, let them go.


Dit item is geschreven door Marthe van schrijverscollectief Kaf.