Tong's voetbalverhalen #15

Monique Verlind (DJMO)

Sommige spelers worden na hun carrière herinnerd door één wapenfeit. Robbie Rensenbrink wordt onrecht aangedaan door alleen aan zijn bal op de paal in de laatste minuut van de WK-78 finale tegen Argentinië te refereren. Andere spelers teren op zo'n gebeurtenis. Zijn trots op die ene gebeurtenis, danken er hun status aan. Zoals ook Helmuth Ducadam, de doelman van het Roemeense Steaua Boekarest in de jaren 80.

Nooit had een Oost-Europese club de EC-1 gewonnen. De huidige CL. Wel had Dynamo Kiew in de jaren 70 furore gemaakt in andere Europese competities. Mei 1986, Steaua Boekarest speelt de EC-1 finale in Spanje. Uitgerekend in Sevilla tegen Barcelona. Barcelona had nog nooit de hoogste Europese prijs gewonnen, kreeg nu een schot voor open doel en de winst was eigenlijk al zeker. 50.000 Spanjaarden op de tribunes. Een handjevol Bobo's uit Roemenië.

Ducadam speelde de wedstrijd van zijn leven. Het was na 90 minuten 0-0. Na de verlengingen stond het nog steeds 0-0. Ducadam was op dat moment al een held. Zijn ultieme hoogtepunt moest echter nog komen. Het leek alsof ie net was warmgedraaid toen ie de eerste strafschop van de Spanjaarden stopte. Dat bleek ook zo te zijn. Nummer twee volgde, en nummer drie. Bij de vierde gestopte penaltie werd het oorverdovend stil in Sevilla. Een legende was geboren. De Oost-Blokker Panenka werd onsterfelijk door een geniale strafschop. Een andere Oost-Blokker door er vier op een rij te stoppen.

Barcelona moest nog wachten op Cruijff en Koeman om de cup met de grote oren te winnen. Ducadam zelf heeft daarna nog maar een paar wedstrijden gespeeld. Hij moest stoppen door bloedarmoede. Letterlijk arm zal ie na 1986 niet zijn geweest. Het voetbal was een cultheld rijker.