Magistrale manouvres in Moskou (17)

qltel

John Beringen is bekend geworden door o.a. zijn boek ''Het verschijnsel Bob Evers'', hetgeen inmiddels een veel gezocht collectors-item is geworden. Geïnspireerd door de unieke opzet van de Bob Evers- verhalen besloot hij een eigen serie op te zetten: de ''Fred Huizinga-serie'' ''Magistrale Manoeuvres in Moskou'' is het eerste deel uit een trilogie.

Hoofdpersonen zijn drie jongens uit Utrecht van begin twintig jaar oud, t.w.: Fred Huizinga, die bij zijn vader in de zaak (een metaalbedrijf) werkt op de afdeling verkoop, Peter Heygraaf, advocatenzoon en student rechten en Hans Verlinden, die werkzaam is op het administratieve vlak via uitzendbureaus. Het verhaal speelt zich af in 1992; ruim een half jaar na de val van het ijzeren gordijn. Met toestemming van zijn uitgever en John zelf mogen we dit boek als feuilleton hier plaatsen. Mocht je de eerdere delen gemist hebben, een link naar de eerdere delen staat onderaan.

Oljev bromde tevreden; hij had Peters hele verhaal voor zoete koek geslikt.

De eerlijkheid gebiedt hier op te merken dat dit uitsluitend het resultaat was van Michaels voorbereidingen de vorige avond. Meteen toen hij was thuisgekomen was hij aan het telefoneren gegaan met het eerder genoemde vliegveld Sjeremetjewo. Dit telefoontje had hem geleerd dat er inderdaad iedere avond om zes uur een lijntoestel uit Holland landde. Daar Sjeremetjewo zich enige tientallen kilometers ten noordoosten van Moskou bevindt, neemt een busrit van daar naar het centrum in het gunstigste geval minstens een vol uur in beslag. Tijdens de beraadslagingen van een uur geleden had Michael het geduldig aan Peter uitgelegd: "Luister: je bent eergisteravond per vliegtuig aangekomen op luchthaven Sjeremetjewo." Peter had een paar keer moeten oefenen om deze naam een beetje goed uit te spreken.

“En denk er aan,” was Michael verder gegaan, “je komt uit Amsterdam en niet uit Utrecht. Toen Peter informeerde waarom al die feiten verdraaid moesten worden, had Michael het nadrukkelijk uitgelegd: “In de eerste plaats kwam je hier zogezegd naartoe voor een zakelijke aangelegenheid. Dan is het wel zo logisch dat je per vliegtuig bent gekomen. En als je de naam Utrecht laat vallen, dan konden ze wel eens onraad ruiken omdat ze net geprobeerd hebben om iemand uit die vrij onbekende Nederlandse stad een rad voor ogen te draaien. Peter had de juistheid hiervan direct gesnapt en niet meer verder gevraagd.

"Je bent dinsdagavond aangekomen," was Michael verder gegaan, "geen mens ter wereld gelooft namelijk dat een westerling, die voor de eerste keer in zijn leven in Moskou komt, meteen aan zijn zakelijke bezigheden denkt. Die gaat eerst het centrum bekijken; zelfs al zou je mij meteen al ontmoet hebben. Gisteren heb ik je zogezegd rondgeleid, waardoor we vandaag, donderdag, pas zover waren dat we inderdaad op zoek konden gaan naar een transportbedrijf. Alleen kunnen we niet sjoemelen met je naam en de plaats waar je verblijft. Als die Oljev iets wil checken of gewoon nog iets wil weten, dan MOET hij jou onder jouw eigen naam kunnen bereiken in Hotel Rossia."

Peter had toen opgemerkt dat zich hiermee een nieuw risico manifesteerde vanwege het feit dat hij zijn kamer deelde met Hans. En als Oljev onverhoopt een andere Nederlander aan de lijn zou krijgen terwijl Peter had beweerd dat hij alleen gekomen was... "Dan moet je gewoon zorgen dat hij niet alleen op jullie kamer is, zodat jij te allen tijde de telefoon kunt opnemen; mocht het per ongeluk zo zijn dat Hans wèl alleen is, dan moet hij de telefoon gewoon laten gaan en niet opnemen." Michael had de oplossing van dit praktische probleem, bij wijze van spreken, zo uit zijn mouw geschud. Peter had slechts instemmend geknikt. "Welnu, ik ben uiteraard heel blij met uw komst," hernam Oljev, "maar... er is een technisch probleem."

Peter had moeite om zijn gezicht in de plooi te houden. Dit laatste had geklonken als: "Zer iz ee teknikkel prroblum." "U moet weten dat wij onze werkzaamheden anders aan het opzetten zijn," Oljev wees nu naar de lange tafel. "We willen ritten anders gaan indelen en onze tarieven verlagen om beter te kunnen concurreren. Hoe lang blijft u trouwens in Moskou?" "Nog een week," antwoordde Peter.

Op dat moment ging de gangdeur open. De tengere man kwam binnen met een dienblad waarop een bordje met een paar dubbelgeklapte boterhammen stond, alsmede een kop koffie. Oljev fronste gedurende een fractie van een seconde en zei iets op geïrriteerde toon. De ander haalde zijn schouders op, zei iets terug en liep naar de andere kant van het vertrek om via de tegenoverliggende deur weer te verdwijnen. Peter ving een glimp op van een vrachtauto; kennelijk was het vertrek naast het kantoor een garage. Oljev krabbelde iets op een stukje papier. Vervolgens stond hij op en boog voorover om dit aan Peter te geven. "Dit is mijn telefoonnummer," zei hij toen hij weer ging zitten. "Als u mij komende maandag belt voor een nieuwe afspraak dan heb ik de nieuwe tarieven op papier staan en kunnen we een contract opstellen. Als u dan een klein voorschot van vijfhonderd dollar kunt overleggen, maken we de zaak piekfijn in orde."

Inmiddels was de tengere man weer binnengekomen. Hij liep naar de lange tafel en pakte een stapel papier die hij met een nadenkend gezicht begon door te nemen. Peter keek even op het papiertje en knikte goedkeurend. "Je weet het leuk te brengen," dacht hij grimmig. "Vijfhonderd dollar is natuurlijk vijfhonderd dollar en in plaats van ze zo in het water te smijten, weet ik wel honderd andere, betere bestemmingen voor dat geld. Ik wed dat Hans en Fred zich een aap zouden lachen als zij dit staaltje van "neokapitalisme" zouden hebben aangehoord. Over iemand een poot uitdraaien gesproken!"

"Zeg, ik zag net een vrachtauto staan," begon hij luchtig, onderwijl wijzend naar de deur. "Ik ben van nature een liefhebber van alles wat wielen heeft; zou ik die wagen eens van dichtbij mogen bekijken?" Even leek Oljev uit het veld geslagen. Hij herstelde zich bliksemsnel en zei iets tegen de tengere man. Deze keek op en legde de stapel papieren op tafel. Daarna liep hij het kantoor uit, de garage in.

"Als we dan toch even gaan kijken, moet u sowieso de motor horen lopen," verklaarde Oljev. "U hebt trouwens pech want er staat momenteel maar één auto hier; de rest is onderweg." Uit zijn bureaulade haalde hij een mapje te voorschijn waar vier foto's in zaten. "Hier zijn foto's van vier van mijn wagens." Hij gaf het mapje aan Peter. Dreunend sloeg een zware Dieselmotor aan in de garage. "Hoeveel auto's hebt u?" vroeg Peter, toen hij het mapje na een vluchtige blik te hebben doorgekeken, teruggaf. "Twaalf," zei Oljev zonder blikken of blozen. Hij stond op en gebaarde Peter en Michael hetzelfde te doen.

De vrachtauto was van een soort zoals men alleen maar in Rusland aantreft: massief, groot en vierkant. Toen Peter hierover later tegen Michael begon, zou deze laten weten dat het een auto van het merk "KamAZ" betrof. "Van dit soort rijden er tienduizenden rond in Rusland," zei Oljev, zijn stem verheffend om boven het gedreun uit te komen. Peter knikte en liep om de auto heen alsof hij helemaal opging in dit stuk wonderlijke techniek. Uit zijn ooghoeken bekeek hij echter nauwkeurig de garage. Het vertrek bevatte zowel aan de voor- als aan de achterzijde een grote schuifdeur. De tengere man had de schuifdeur aan de achterkant juist open geduwd. Peter zag hoe daar een kleine afrit naar een parkeerplaats achter het gebouw voerde. Verder was er tegen de rechter muur, in de hoek, nog een ander vertrek opgetrokken dat was afgesloten met een stalen deur. De inham die hierdoor in de rest van het vertrek ontstond, toonde een grote werkbank, met daarboven grote houten platen met gereedschap.

De tengere man was nu weer in de vrachtwagen geklommen en trapte een paar keer op het gaspedaal. Peter raakte onder de indruk van het gebrul dat nu de hele garage vulde. "Nog even en het hele stucwerk komt los van de wanden," dacht hij. “Laten we weer naar binnen gaan,” schreeuwde Oljev, naar de deur van het kantoor gebarend. Peter en Michael knikten. Bij iedere brul braakte het stalen monster een dikke pluim bijna zwarte rook uit. Nu had Peter niet alles echt goed kunnen bekijken zonder dat dit in de gaten liep, maar hij had geen spoor meer gezien van het dienblad. Wat kon dit betekenen?

Hoe dit verder gaat lees je volgende week. Liever morgen verder lezen? Het boek is ook gewoon te koop en kun je hier bestellen!