Magistrale manouvres in Moskou (16)

qltel

John Beringen is bekend geworden door o.a. zijn boek ''Het verschijnsel Bob Evers'', hetgeen inmiddels een veel gezocht collectors-item is geworden. Geïnspireerd door de unieke opzet van de Bob Evers- verhalen besloot hij een eigen serie op te zetten: de ''Fred Huizinga-serie'' ''Magistrale Manoeuvres in Moskou'' is het eerste deel uit een trilogie.

Hoofdpersonen zijn drie jongens uit Utrecht van begin twintig jaar oud, t.w.: Fred Huizinga, die bij zijn vader in de zaak (een metaalbedrijf) werkt op de afdeling verkoop, Peter Heygraaf, advocatenzoon en student rechten en Hans Verlinden, die werkzaam is op het administratieve vlak via uitzendbureaus. Het verhaal speelt zich af in 1992; ruim een half jaar na de val van het ijzeren gordijn. Met toestemming van zijn uitgever en John zelf mogen we dit boek als feuilleton hier plaatsen. Mocht je de eerdere delen gemist hebben, een link naar de eerdere delen staat onderaan.

Lang hoefden ze niet te wachten. Binnen een minuut ging de deur weer open. De man zei nu iets en gaf Michael een hand; na dit ook bij Peter gedaan te hebben, gebaarde hij dat ze konden binnenkomen. Toen hij de deur weer gesloten had, ging hij Michael en Peter voor door het smalle gangetje.

De twee jongens namen alles goed in zich op. In de linkerwand van het gangetje bevond zich een deur die naar het pakhuisgedeelte moest leiden; het gedeelte dat van buitenaf bereikbaar was middels de vier tuimeldeuren. Recht voor hen uit, aan het einde, was eveneens een deur. Ze betraden echter een vertrek waarvan de deur zich bevond in de rechterwand. Het bleek een grote kantoorruimte te zijn die opvallend rommelig was. Een man met een pafferig gezicht stond op van achter een bureau: "Goedemorgen, heren. Ik ben Pjotr Oljev." Met dat hij dit zei, gaf hij Michael en Peter een hand.  "Michael Nicolajevitsj Motorin." "Peter Heygraaf." Vervolgens wees Oljev op twee stoelen die tegenover zijn bureau waren opgesteld. Zelf ging hij weer achter het bureau zitten.

"De man spreekt Engels, maar daar is dan ook alles mee gezegd," dacht Peter toen hij plaatsnam. Hij herinnerde zich de opmerking van vader Huizinga over Oljevs erbarmelijke uitspraak. Al bij het binnenkomen had hij de kantoorruimte snel bekeken. Het was een vertrek van ongeveer zes bij vier meter. Behalve Oljevs bureau, dat dusdanig was opgesteld dat Oljev met zijn rug naar het enige raam zat dat het vertrek hier aan de achterzijde rijk was, stond er een aantal archiefkasten tegen de linkerwand opgesteld. In de lange rechterwand bevond zich een deur op gelijke hoogte met degene die vanaf de gang toegang bood tot het kantoor. In de andere korte muur, aan de voorkant van het gebouw, bevond zich nog een deur. Kennelijk was er nog een vertrek dat zich, van buitenaf gerekend, rechts naast de voordeur moest bevinden. De overige inventaris van de kantoorruimte werd gevormd door nog een paar lage kasten. Op één daarvan stond een hoeveelheid flessen drank. Verder stond er nog een lange vergadertafel die voor het grootste deel vol lag met stapels papier, mappen en ordners. Peter vermoedde dat dit alles uit de archiefkasten was geplukt, vervolgens doorgebladerd en tenslotte gewoon op de tafel gesmeten.

"Ze zijn natuurlijk bezig om alles door te snuffelen teneinde vast te stellen hoeveel geld er beschikbaar moet zijn," schoot het door Peters hoofd. "Ik begreep van mijn assistent dat u uit Holland afkomstig bent, dat u binnenkort veel containers te verschepen heeft naar Rusland en nu op zoek bent naar een transporteur die hier het verdere transport voor u regelt." "Dat is juist," zei Peter. "Dan bent u hier precies aan het goede adres, mister..." Hij keek Peter vragend aan. "Heygraaf", herhaalde Peter. "Mister Heygraaf." Oljev probeerde vriendelijk te glimlachen. Het gaf zowel Peter als Michael een onprettig gevoel. In de eerste plaats was het de onbetrouwbare indruk die hij meteen al op het eerste gezicht had gegeven en die door zijn gemaakte lachje alleen nog maar benadrukt werd. Op zijn kleding was trouwens het nodige aan te merken: hij droeg een pak dat hem duidelijk te klein was. Peter meende zelfs een kleine torn in de schoudernaad van zijn jasje te bespeuren. Iets anders, wat Peter was opgevallen, was de dikke stapel slordig opgevouwen kranten die naast zijn bureau op de grond lag.

Peter keek hem afwachtend aan. “Nou kijk,” ging Oljev verder, wij vervoeren namelijk veel vracht, hoofdzakelijk vanuit de haven van Petersburg. Hollandse klanten hebben wij nog niet moet ik u eerlijkheidshalve vertellen, maar wel veel uit Duitsland, Polen, Denemarken en Finland. Maar vertelt u mij eens WAT u te vervoeren heeft." "Het is eigenlijk mijn vader die wat te vervoeren heeft. Hij heeft een fabriek in Amsterdam waar voornamelijk landbouwmachines en tractoren worden gebouwd. Nu is hij aan de weet gekomen dat er in Rusland veel belangstelling bestaat hiervoor. Daarbij is hij ook bekend met het feit dat er regelmatig Russische vrachtschepen vanuit Holland naar Petersburg vertrekken. Alleen het probleem is dat daarmee de zaak voor hem ophoudt. Tot aan Petersburg is het geen punt, maar dan? De potentiële klanten bevinden zich in de omgeving van Moskou."

"Ik begrijp het," bromde Oljev. "En u hebt van uw verblijf hier min of meer een vakantie gemaakt." "Ja," zei Peter onschuldig, "mijn vader had natuurlijk via één van zijn zakenrelaties iets te weten kunnen komen over Russische transportbedrijven, maar hij gaf er toch de voorkeur aan om iemand, in dit geval was ik dat, zelf ter plekke te laten rondkijken. Bovendien wilde ik wel eens wat van het Rusland zien dat ik uitsluitend van films en verhalen kende. Het is eigenlijk nog mooier dan ik verwachtte."

"Ja, Rusland is erg mooi," bevestigde Oljev. Wellicht was dit de enige uitspraak van hem die niet op leugens berustte. "En hoe bent u nou precies hier terecht gekomen?" ging hij verder. Peter merkte een lichte verandering van de toon waarop hij tot dusver gesproken had. "Dat is eigenlijk heel gek gelopen," antwoordde hij, "eergisteren kwam ik aan op Sjeremetjewo en ben toen met de bus naar het centrum gekomen..." "Waar verblijft u momenteel?" onderbrak Oljev. "In Hotel Rossia," zei Peter, dit keer nou eens geheel volgens de waarheid. "Dat hotel is het enige dat in heel Holland bekend is." "Hotel Rossia," herhaalde Oljev, "goed, ga verder." "Het eerste wat ik gisteren deed, was natuurlijk het Rode Plein en het Kremlin bekijken. Daar raakte ik in gesprek met Michael. Ik vertelde hem waarvoor ik gekomen was en toen heeft hij een taxichauffeur aangehouden die weer met dit adres voor de dag kwam. De man kende deze buurt en kon zich herinneren dat zich hier een transportbedrijf bevond dat containers vervoerde."

Hoe dit verder gaat lees je volgende week. Liever morgen verder lezen? Het boek is ook gewoon te koop en kun je hier bestellen!