Magistrale manouvres in Moskou (15)

qltel

John Beringen is bekend geworden door o.a. zijn boek ''Het verschijnsel Bob Evers'', hetgeen inmiddels een veel gezocht collectors-item is geworden. Geïnspireerd door de unieke opzet van de Bob Evers- verhalen besloot hij een eigen serie op te zetten: de ''Fred Huizinga-serie'' ''Magistrale Manoeuvres in Moskou'' is het eerste deel uit een trilogie.

Hoofdpersonen zijn drie jongens uit Utrecht van begin twintig jaar oud, t.w.: Fred Huizinga, die bij zijn vader in de zaak (een metaalbedrijf) werkt op de afdeling verkoop, Peter Heygraaf, advocatenzoon en student rechten en Hans Verlinden, die werkzaam is op het administratieve vlak via uitzendbureaus. Het verhaal speelt zich af in 1992; ruim een half jaar na de val van het ijzeren gordijn. Met toestemming van zijn uitgever en John zelf mogen we dit boek als feuilleton hier plaatsen. Mocht je de eerdere delen gemist hebben, een link naar de eerdere delen staat onderaan.

"Wat een hoogte," was het eerste wat Fred uitriep toen Boris liet weten dat ze bij het jeugdhotel waren aangekomen. Het bevond zich aan de overzijde van de weg. Boris was gestopt en wachtte tot hij de gelegenheid had om met een U-bocht bij het hotel voor te rijden. Fred telde snel de verdiepingen; hij kwam tot eenentwintig. De zijgevel was helderblauw.

Boris keek snel beide weghelften af, zag dat alles vrij was en gaf een straal gas en een fikse ruk aan het stuur zodat de auto vijf tellen later voor de brede trap van het hotel stond. "Fred," geef Boris tien dollar," gebood Michael. Fred haalde de rol bankbiljetten uit zijn broekzak, pelde het verzochte biljet af en gaf het aan Boris die het goedkeurend knorrend aanpakte. "Mooi zo," mompelde Michael, "nu jij en Hans eruit. Ik ga naast  Boris zitten." "Wij zien jullie straks wel weer verschijnen," zei Fred toen hij samen met Hans was uitgestapt. "Good luck." Michael knikte en ging voorin zitten. Vervolgens zei hij iets tegen Boris, waarop deze wegreed. Hans en Fred beklommen de brede trap naar de ingang.

"Ik zou wel een liter Fanta lusten," sprak Fred tegen Hans toen ze door de glazen deur naar binnen liepen. Het was natuurlijk maar een halve minuut rijden naar Novi Transport omdat deze onderneming zich pal achter het enorme hotel bevond. Toen de taxi de hoek omreed, keek Peter verbaasd naar de merkwaardige gebouwen in de lange straat. Aan de linkerkant was een groot donker flatgebouw opgetrokken. In het verlengde daarvan stonden weer andere flats, echter lichter van kleur en beduidend nieuwer. Veel tijd om dit aandachtig te bekijken, kreeg hij niet want nog voor het einde van het donkere gebouw stopte Boris.

"Here it is," zei hij en wees naar rechts. Peter en Michael keken beiden in de aangewezen richting. Ze zagen een laag wit gebouw dat zo'n twintig meter van de weg verwijderd was. Het geheel was op een verhoging van circa anderhalve meter gebouwd. Peter realiseerde zich nog nooit in zijn leven een dergelijk vreemd staaltje van architectuur gezien te hebben. Om het hoger gelegen gebouw te bereiken moest men uiteraard een trap beklimmen. Alleen doordat dit zich zo'n eind van de weg bevond, begon na die trap een soort van stenen pier met muurtjes aan weerszijden die naar de smalle zijkant van het gebouw leidde.

"Zeker het gevolg van opperste bureaucratie," dacht Peter terwijl hij uitstapte. "Hadden ze nou opzij van dat gebouw geen pleintje kunnen aanleggen, zodat je gewoon genoeg had gehad aan een trap zonder die rare pier of desnoods het hele gebouw vlak naast de weg optrekken?" Michael zei iets tegen Boris, waarop deze wegreed. "Kom mee, Peter." Nog steeds piekerend over de vreemde bouwwijze liep Peter samen met Michael de trap op. Ze passeerden vier laaddeuren die in de brede voorgevel waren aangebracht. Het waren van die typische deuren zoals men wel vaker ziet bij fabrieken en loodsen: tuimeldeuren van zo'n vier bij vier meter waarvan de onderste helft uit ijzer bestaat en de bovenste uit glas. Daarna zagen ze een gewone deur waarnaast een bordje met de tekst "новый транспорт" hetgeen "Novi Transport" betekent.

Michael drukte op de bel. Tien tellen later werd de deur geopend door een tengere man van een jaar of dertig. Hij had donker haar dat door de war zat en droeg een grijs kostuum dat hier en daar gekreukeld was. Zijn blauw-grijze ogen gingen wantrouwend heen en weer tussen Michael en Peter. Hij zei iets, waarop Michael een heel verhaal afstak. Tijdens zijn betoog wees hij regelmatig naar Peter. De man knikte. Toen Michael was uitgesproken sloot hij de deur na nog iets gezegd te hebben. "Hij gaat kijken of zijn chef tijd heeft om je te ontvangen," verduidelijkte Michael. Peter dacht in zichzelf dat dit maar een vreemde manier was om potentiële klanten te onthalen. Aan de andere kant was het ook weer zo dat hij en Michael eigenlijk, zo maar ineens, uit het niets waren komen aanwaaien. Michael neuriede iets en gebaarde Peter stil te zijn.

Hoe dit verder gaat lees je volgende week. Liever morgen verder lezen? Het boek is ook gewoon te koop en kun je hier bestellen!