Skischans 23 in Bijlmerplaza

HijZiet

Altijd als ik op verjaardagen ben dan taai ik eigenlijk snel af bij de mannen-mannenhoek. Voetbal vind ik nog wel leuk om over te praten, maar zodra het over auto’s en al die dingen waar een motor in zit gaat, vlucht ik weg. Ik heb daar helemaal niets mee. Hoeveel pk’s, welke type band, wat voor krachtbron en dat soort dingen. Als het maar rijdt, dan ben ik al blij. Ja, oké, één ding moet goed doorgesmeerd zijn. De autoradio. Als die het maar doet. Voor de rest … al waren de banden van het merk Danoontje, als ze maar rond zijn.

Door mijn gebrek aan inhoudelijke vervoerskennis, krijg je ook wel eens te maken met raadselachtige zaken. Zo branden er soms spontaan lampjes op mijn dashboard. Vaak is het dan een driehoekje met daarin een uitroepteken. Geen idee wat het betekent. Maar ja, het brandt dus er zal wel iets zijn. Als ik dan mijn mannnen-mannen vrienden vraag, krijg ik altijd steevast te horen. Wat rij je? Een Peugeot? Tja, een Franse auto, dat is niks. Ja, dat kan wel zo zijn, maar het heeft een goede autoradio.

Afijn, ik weet dan nog niks en vraag door. Wat heeft dat lampje te betekenen? Ja dat weten ze ook niet. Hoezo niet? Jullie staan een hele godganselijke avond bierleurend over allerlei mankementen van een auto te praten? Ja, maar dat zijn geen Franse auto’s. Dat zijn goede Duitse auto’s, die hebben dat niet.

Oh, ja dat is dom van mij. Dus jullie praten over gebreken van Duitse auto’s die feitelijk geen gebreken hebben?

Euh, ja, is dan het antwoord.

Dus eigenlijk praten jullie groots over iets wat jullie nooit hoeven te repareren?

Euh, ja.

Dus eigenlijk schep je op over iets wat je helemaal niet kan omdat het nooit hoeft? Zoals een auto repareren?

Stilte.

Maar ik kan tenminste een lampje omwisselen, dat kan jij niet!

Nee, dat klopt, maar ik kom er openlijk voor uit, word er over uitgelachen, maar hoef uiteindelijk ook niet compleet voor lul te staan bij een garage voor een reparatie waar ik de avond ervoor nog over opschepte.

Laatst waren we in Amsterdam. De Bijlmerplaza om precies te zijn. De combi Amsterdam, stationwagen, Tomtom en Michiel is in dit geval een dodelijke. Zo kwam ik midden in de parkeergarage uit van de Amsterdam Arena. Daar moest je natuurlijk zijn, hoor ik je denken. Nee, ik moest 2 kilometer verderop zijn. Zo’n rijwonder ben ik zeg maar. Gelukkig doet een onbeholpen gezicht en een vriendelijke suppoost wonderen en hij wees mij de weg naar de horrorparkeergarage nummer 23. Om er te komen was al een crime, maar naar binnen rijden nog veel meer.

Er liep een oprit als een skischans steil naar beneden. Dus meer een afrit eigenlijk. Er stond ook een groot bord bij dat halverwege de afrit een stukje horizontaal was, en dat je daar moest oppassen. Ik reed met de snelheid van een oma achter een rollator van de skischans en rij zo mijn hele nummerbord inclusief omlijsting van mijn voorkant. Spontaan begon het driehoekje met uitroepteken te branden. Dus daar was het voor!

Ik parkeerde de auto al vloekend in de garage die vanaf dat moment geen parkeergarage meer heette maar vrouwlijkgeslachtsdeel-garage en ik liep vlug naar die mannelijke aanhangsel-skischans. Ik raapte daar alle restanten van mijn voorheen nummerbordhouder op en gooide die met een welgemeende vloek in mijn auto. Ik had kennelijk veel van de voorkant eraf gereden. De radio speelde goede muziek. Dat dan weer wel.

Eenmaal weer thuis bij mijn garage aangekomen werd duidelijk dat ik niet de enige was die moeite heeft gehad met de skischans in horrorhuis nummer 23. Ik had namelijk ook onderdelen van een Ford meegenomen die daar hadden gelegen.

Ik moet de volgende keer bij een verjaardag toch eens wat langer bij het mannen-mannenhoekje blijven staan.