[Tour] A long way to Longwy

Jan (Bakoenin)

Van Avermaet kwam snel omhoog
En dacht beslist: ik win hier wel
Maar Peter was hem toch de baas
En won dus op de citadel

Daar was dan de citadel. De kudde stormde erop af. De kuiten spanden zich, maar niemand kwam weg. Dan kwam het valse plat. Sagan schoot uit zijn pedaal, maar had toch nog de bovenmenselijke kracht om Matthews, van Averaet en Martin te verslaan.

Ik had stiekem naar de Belg gekeken voordat Herbert en Ducrot in de uitzending kwamen. Dan kon ik nog even genieten van het goede commentaar. Je zult je afvragen waarom ik dan naar die twee kijk, maar ik heb nou eenmaal zelf de rubriek ‘opmerking van de dag’ in het leven geroepen en dan moet ik ook kijken. Bovendien valt er nog wel eens wat te lachen zo.

Op de Belg zag ik al dat de vluchters vandaag nog minder ruimte kregen dan gisteren. Ik vroeg me alleen af waarom Quick-Step voorop reed. Kittel zou geen kans maken op de citadel. Bora reed ook maar dat was wel logisch, want die hadden Sagan. Ineens bedacht ik dat Quick-Step natuurlijk ook nog Gilbert en Dan Martin hadden.

Bij de 122 kilometer  was er een tussensprint en die werd in de kopgroep gewonnen door Backaert en in het peloton door Cavendish. Verder gebeurde er niets. Ik dacht dat het wachten was op de laatste kilometers, want terwijl Sagan een mop vertelde liep de voorsprong van de vluchters niet eens op.

Af en toe werd het iets leuker als er een bergje was en er gesprint werd voor de punten. Ook het klimmetje was voor de Belg Backarert.  Herbert dacht dat op de volgende klim wel een ontsnapping uit het peloton zou kunnen gebeuren. Die klim was op zo’n 90 kilometer van de streep. Wat heeft die man toch een fantastisch koersinzicht. Het gebeurde niet, dus de renners in het peloton hadden dat koersinzicht blijkbaar niet.

Ondertussen ontsnapten Politt en Brown uit de kopgroep. Er was namelijk al snel weer een klim en beide hadden een bergpuntje gepakt. Op dat bergje liet Brown Politt achter en pakte zijn tweede punt. Ondertussen was ook de voorsprong gestegen tot bijna vier minuten.  Na het bergje ging de voorsprong echter weer snel naar beneden en de kopgroep werd weer herenigd.

Er waren wel mooie kastelen onderweg, maar die kwamen steeds net in beeld als Maarten een verhaal wilde gaan vertellen. Ik werd er wel een beetje melig van en bedacht deze: De tuinder zei tegen de klant ‘kijk eens wat een mooie paprika’s wij in de kastelen’. Tja dat krijg je van die lange uitzendingen waarin niet veel gebeurt.

Ik zat wel te hopen op een leuke laatste 25 kilometer, want daar werd het smal en draaien en keren terwijl iedereen vooraan zou willen zitten met de klassementsrenners en de punchers. Dat is hetzelfde als wc-papiertjes door de riolen van Griekenland zien te krijgen. Dat geeft verstoppingen.

Het begon echter al op 58 kilometer voor de streep. De Gendt, Calmejane en Périchon reden naar de kopgroep en het peloton was het daar niet echt mee eens. Wat was het plan? Het waren drie renners van ploegen die niet direct een kanshebber voor de etappe hadden.

In de kopgroep was het al snel oorlog. De drie verse krachten lieten de verrotte krachten achter. Alleen Hardy kon volgen van de oorspronkelijke kopgroep.

Bardet zou zijn gevallen. Ik hoopte dat het niet ernstig zou zijn, want ook hij staat in mijn rijtjes.  Gelukkig zat hij alweer op de fiets toen we de beelden kregen en zette de achtervolging in.

Eindelijk kwam de Tour in Frankrijk. Op zo’n 29 kilometer voor de streep. Daar kwamen in het peloton ook verse krachten op kop om de vluchters terug te pakken. Bij de vluchters werd het met nog 21 kilometer te gaan de tien kleine negertjes. Het laatste negertje was Calmejane. Ik hoop niet dat ik met dit gezegde problemen krijg vanwege discriminatie, want het ligt tegenwoordig uiterst gevoelig, geloof ik.

Bij 12 kilometer werden we opgeschrikt door een valpartij. Geen klassementsrenners erbij, maar wel Kiryienka. Even later werd ook Kalme Jan ingerekend.

Daarna ging het peloton dus op weg naar Logwy en de citadel. Daar bleken nog een behoorlijk aantal renners aan elkaar gewaagd, maar Sagan was nipt de sterkste.

Tweet van de dag: Ed den Boef: Hallo @LottoJumbo_road ! Lukt het @RGUpdate al een beetje om tijd te verliezen? Bandje plakken ofzo?

Opmerking van de dag: Maarten: Mollema is een intelligente boekenwurm.

De rit van morgen

Morgen vertrekken de renners uit de geboorteplaats van de gebroeders Schleck. Ik ben benieuwd of ze er zijn om de renners uit te zwaaien. Verder is het geen belangwekkend plaatsje. Dat is wel anders voor wat betreft de finishplaats. Vittel staat namelijk bekend om datgene dat ik altijd veel drink als ik een kater heb: bronwater. De renners bevinden zich nu in de Vogezen en hoewel je daar aardige klimmetjes hebt, is de rit van morgen grotendeels vlak.

Vittel staat bekend om zijn bronwater, maar ook om zijn kuuroorden. Daar zijn er trouwens nog meer van in de omgeving. Deze kuuroorden waren vooral bijzonder geliefd in ‘la belle époque’. De hele Europese aristocratie kwam in die tijd daar gezonde berglucht snuiven, lekker kuren, heerlijk eten en waarschijnlijk zat men ’s nachts ook niet stil.

Het was de tijd voor de Eerste Wereldoorlog en die oorlog verpestte daar alles. Er was in die tijd een enorme opleving van handel, verkeer en toerisme tussen meerdere Europese staten. Er was nog geen Europese gemeenschap, maar het leek er wel op.

Tegenwoordig kun je in Vittel ook nog aardig wat aristocraten tegenkomen op de Golf de Vittel Ermitage. Het schijnt een erg moeilijke golfbaan te zijn. Vooral als je in het gras terecht komt met je balletje.

Niet zo heel ver van Vittel ligt het dorpje Domrémy. Ook daar is een bekende persoonlijkheid geboren, maar dan geen renner, hoewel ze wel vaak voor haar leven heeft moeten rennen. Jeanne d’Arc. Je kunt daar haar geboortehuis bezichtigen. Op twee kilometer afstand van het dorpje staat de basiliek van Bois-Chenu. Daar hoorde Jeanne de stemmen die haar opriepen de Fransen van de Engelsen te bevrijden. Het is nu een pelgrimsoord.

Mochten de renners er lang komen op weg naar Vittel, dan horen ze ook stemmen. Maar dat zijn  dan de ploegleiders die in hun oortjes schreeuwen.