De verwijdering

Sarah (SarahMorton)

Fragment uit mijn boek Collision.

De enige volwassene op school ik vertrouwde (spelbegeleidster Luka), zat al ruim een jaar thuis vanwege psychische problemen. 
Onverwachts kreeg ik te horen dat ze een bezoek zou brengen aan school:  

Het is middagpauze en juf Jonsen vraagt onverwachts aan Sarah of Nina nog wel op woensdag komt. “Nee”, zegt ze plomptverloren en krijgt dan een sterk voorgevoel over de reden waarom Jonsen dit gesprek begint. “Luka komt donderdag met mij praten”, deelt ze dan ook mee. Ze doet duidelijk haar best om positief te klinken. Haar poging verraadt onzekerheid, ze zegt het opvallend voorzichtig. Sarah begint onbedwingbaar te beven over haar hele lichaam. Van pure zenuwen en misschien ook afmatting. Haar linkerbeen schudt zo erg dat ze er amper op kan staan. Slappe benen, de benen van een lafbek. Ze voelt zich te zwak en misselijk om over de Cd te beginnen. Het lukt haar zelfs niet enig plezier aan het vooruitzicht te ontlenen. “Hoe gaat het eigenlijk met haar?” brengt ze krachteloos uit. “Het gaat íetsje beter”, zegt Hanna terughoudend. Beter sinds wannéér?
Dit maakt Sarah nog meer mismoedig. Ze praten kort en Sarah neemt zich voor hoe dan ook de Cd mee naar school te nemen. Haar stage valt nu op vrijdag, dat is het probleem niet.
“Ik heb Nina nog niet te pakken kunnen krijgen”, maakt Tony 's middags bekend. Hij weet het dus nog niet. En Sarah aanvaart zijn boodschap gelaten. Ze heeft de moed, noch te kracht om glashard te zeggen dat Nina nu ook vast een burn-out heeft.

Sarah ziet er zwaar tegenop het met de school de regelen dat het donderdag goed gaat aflopen. Volgens Tom, haar vader, moet ze het in ieder geval voorleggen aan meester Tony omdat ze immers zíjn klas uit moet. En omdat vooral juf Jonsen veel contact heeft met Luka, kan Sarah het best tegen haar ook open kaart spelen. Dat laatste lijkt haar een zware opgave. En er tegen meester Tony over beginnen? Daar wil ze niet eens aan dénken. Straks wil hij zelf een praatje met Luka houden en het lijkt haar niet dat Luka daar op zit te wachten. Ze weet in ieder geval zeker dat ze er zelf niet op zit te wachten. En wat als juf Jonsen er niet voor openstaat dat ze Luka iets wil geven? Dat ze stellig beweert dat Luka nog niet aan zoiets toe is. De hele avond is Sarah moedeloos en zit vol doemgedachten in plaats van dat ze naar morgen uitkijkt. Telkens ziet ze een als in een film hoe ze elkaar mislopen. Tom houdt haar de hele tijd voor dat het goed zal komen. Helaas zonder resultaat.

De bewuste dag breekt aan en zonder dat Sarah begrijpt waarom, heeft ze er meer vertrouwen in dan gisteren. Ze ziet er ook minder tegenop om erover te beginnen tegen juf Jonsen. Misschien zegt ze wel: 'Wat aardig van je, dat zal Luka vast leuk vinden'. Al durft Sarah daar niet op te hopen. In de ochtendpauze is Jonsen weer op het houtjesgedeelte te bekennen, zoals meestal. Sarah voelt zich sterker dan ze had verwacht. “Hallo”, zegt ze voorzichtig. “Ik heb een kleinigheidje voor Luka ...” Jonsen geeft een enkele knik en stelt voor: “Dan moet je dat straks maar aan haar geven. Ze komt om ongeveer twee uur”. Naderhand is Sarah intens opgelucht. Blijdschap en zalige spanning beginnen golven te trekken door haar lichaam. Ze durft zich nu eindelijk erop te verheugen. Juf Jonsen had niet bijster enthousiast gereageerd, maar probeerde het tenminste niet te ontmoedigen.
Sarah kan nu Luka's pure doorleefde gezicht voor zich zien, gebogen over de Cd. Haar twinkelende ogen en haar benieuwde en opgetogen lach. Zelf zal ze gaan trillen en lachen en misschien wel huilen van vreugde en ontroering. Ook in de loop van de dag probeert Sarah zich voor te houden dat het goed zal komen, al zijn ze vergeten een concrete afspraak te maken. Maar Jonsen weet toch hoe belangrijk het is, zal toch wel een seintje geven?

Om kwart voor twee komt meester ze meester Evert tegen in de gang. “Veel succes met de juf!” wenst hij haar toe. Ze bedankt hem. Eerst is ze ervan overtuigd dat juf Jonsen hem iets heeft toevertrouwd, ze heeft gezien dat hij en juf Jonsen elkaar tegen het lijf liepen. Toch is Sarah er naderhand niet meer zo zeker van dat hij dit bedoelde. Hij kan net zo goed een flauw grapje hebben gemaakt over dat juf Ilse voor de klas staat. (Dat is tenminste één meevaller, dat Sarah vandaag niet met meester Tony te maken heeft). Laaiende woede en frustratie steken op. Waarom moet die vent zo raadselachtig gaan doen op deze belangrijke dag?! Sarah krijgt ook geen kans meer hem iets te vragen, omdat hij niet meer in het kooklokaal komt.

Vanaf 14.00 uur is Sarah echt ongedurig, prikkelbaar en begint te wanhopen. Naarmate de klok door tikt begint ze zich steeds rotter te voelen, zo bang is ze dat ze Luka misloopt. Machteloos wacht ze af. Totdat ze een inval krijgt. Vanaf het SO-plein kan ze zo juf Jonsen haar kantoortje binnenkijken. Ze zal voor het raam gaan staan, haar presentje omhooghouden. Om kwart voor drie zou Luka er toch nog wel zijn? Je gaat toch niet dat hele eind naar school rijden en terug om er nog geen uurlang binnen te zijn? Onder schooltijd durft Sarah dit niet te doen, dat valt teveel op. Stel dat iemand haar ziet en weigert haar naar binnen te laten gaan?
Sarah kan zich weer iets ontspannen en op een goede afloop hopen. Ze zal wel een paar minuten eerder naar buiten moeten, om te voorkomen dat haar ongeduldige chauffeur haar laatste hoop aan diggelen slaat. Als ze eenmaal in dat kantoorkamertje is maakt het niet uit of die chauffeur haar achteraf voor de voeten gooit dat ze te laat is. Toch is er iets onbestemds dat totaal verkeerd voelt. Het is niet de angst dat Luka anders zou reageren dan ze zou willen, het is iets dat in de lucht lijkt te hangen. Het sluimert verdwaald en onherkenbaar rond. Juf Ilse merkt nu ook Sarah's onrust op. “Kan ik je misschien ergens mee helpen?” Sarah zou niet weten op welke manier en ook al houdt haar in vertrouwen nemen niet zo'n gevaar in als meester Tony zoiets uitleggen, het risico is nog steeds te groot. Ze zegt dat er niets is.

Buiten hebben massieve donderwolken zich samengepakt, plenst de regen hard en overvloedig neer en rukt er een venijnige wind aan Sarah, die in het gezicht striemt. Ze beweegt zich naar het raam die haar een blik moet toestaan naar Luka, wat opeens een hele opgave blijkt te zijn. Ze blikt naar binnen, naar een lege plek. Er is daar niemand! Geschokt en verlamd van moedeloosheid blijft ze stokstijf staan. Ze denkt iets verder door en aan de jas die er hangt maakt ze op dat juf Jonsen nog in het gebouw moet zijn. En Luka, waar is die? In haar eigen speltherapiekamer? Gejaagd loopt Sarah langs alle ramen van het schoolgebouw en kijkt elk klaslokaal gefixeerd naar binnen. Vooral let ze scherp op of ze iets in de gang ziet. De wind probeert haar omver te trekken en de regen en kou doen pijn aan haar gezicht. Het lijkt dat zelfs de hemel protesteert tegen het gemis van Luka.
Sarah strompelt vernietigd weer terug naar het raam waar ze Luka achter verwachtte en ontdekt vlakbij nog een raam, afgedekt door een stoffig, grijzig venstergordijn. De kantoorkamer van meneer West. Het is doorschijnend genoeg en Sarah herkent het gezicht van juf Jonsen dat erachter verscholen zit. Dus dáár zitten ze! Stille vrede en vreugde dalen neer. Maar tegenover juf Jonsen zit de directeur West zelf. Wat doet die nou hier? Hebben ze het gesprek met z'n drieën? Ten midden van hen treft ze echter geen Luka aan, maar die rotkop van meester Tony! Zijn ogen wijdopen en ernstig, in een beklemmend slecht-nieuwsgezicht. Er is geen enkele samenhang te ontdekken. Sarah had de tijd te geloven dat juf Jonsen niets liet horen omdat ze ervan uitging dat ze uit zichzelf zou komen. Zo vertwijfeld en verslagen is Sarah nog nooit geweest, zelfs niet tijdens het slecht-nieuwsgesprek waarin juf Jonsen haar meedeelde dat Luka voorlopig niet meer terug zou komen.

Haar taxi arriveert en de ongeduldige chauffeur stapt uit en deelt mee waar de taxi staat. Sarah krijgt de instructie er alvast heen te lopen, samen met een jongen uit het groepje. Sarah doet een zwakke poging de jongen bij te benen, maar de teleurstelling is zo allesoverheersend dat dit eindje een onoverkomelijke barrière is. Zo voelt het dus om een burn-out te hebben? Waarschijnlijk is de dauw van haar jeugd die nog niet helemaal opgedroogd is, het enige dat haar nog van een definitieve instorting scheidt. De chauffeur komt al snel weer aanlopen, hij heeft een jochie uit zijn klaslokaal geplukt. “Waarom ben je nog niet naar de bus gelopen?” verwijt hij Sarah. Daar heeft ze geen antwoord op, tenminste geen verklaring die begrijpelijk zou zijn.

Ze loopt nu achter de chauffeur en het jongetje aan en kan ook hun tempo niet bijbenen. “Loop nou door!” werpt de chauffeur haar toe. Maar evenmin als de regen die op haar neer klettert, kan ook dit Sarah niet sneller laten lopen. Terloops laat de chauffeur nog weten dat haar gezicht vandaag wel ʼboosaardigʼ staat. Sarah probeert enkel te overleven en met haar laatste restjes kracht een schrale troost te ontlenen aan de wetenschap dat juf Jonsen ervoor openstond dat ze Luka iets wil geven. Al lijkt het nu allemaal niets meer uit te maken.