Of net wel? (Rio)

HijZiet

Denkend aan Rio denk ik aan net niet. Net niet brons, net niet de vorm die nodig was. Vechtend met een leeuwenhart. Knokkend naar die finale of halve finale om vervolgens in het zicht van de haven net iets tekort te komen. Vallend ten onder. Knokkend met opgeheven hoofd. Vuur in de ogen dat gedoofd werd met tranen.

Denkend aan Rio denk ik aan helemaal niet. Verwachtingen die bij sporters neergelegd werden. Die het gewicht van de natie op hun schouders droegen om vervolgens kopje onder te gaan in het zwembad. Struikelend over de finish kwamen. Gedesillusioneerd. De zon scheen niet goud, maar zilver. Vertwijfeld op een mat achterbleven, geen medaille, maar wel op punten van de mat geveegd.

Denkend aan Rio denk ik aan een chef d’équipe die de ‘verliezers’ eerder naar huis stuurde. Een feestbeest ontringde. Een chef die bovenop de natie nog meer gewicht legde.

Rio, de stad waar wonderen gebeurden. Waar een wielrenster verdween naast een snelweg, water spontaan van kleur veranderde en een zwembad waarin je in drie banen voortgeduwd werd door onderstroom.

Denkend aan Rio denk ik aan die sporters die eerst geen aandacht kregen en uitgroeiden tot onverwachtse helden. Een lenige ballerina, balancerend op een balk geschiedenis schreef voor Nederland. Een wielrenster die ‘te vroeg’ wegsprintte op de baan en tegen alle ongeschreven wetten in goud haalde. Denk ik aan een surfer die de koningin knuffelde alsof het zijn vriendin was. Gouden roeisters omringd door zwemmende mannen. Een eilandengroep die zich letterlijk naar hun eerste medaille ooit knokte.

Denkend aan Rio voel ik trots voor de handbaldames, volleybaldames en hockeydames die ondanks hun niet gelukte missies lieten zien wat ‘girlpower’ is. Een bokster die het net niet haalde tegen een onsportieve man die voor vrouw moest doorgaan en een sprinter uit Curaçao die niet chagrijnig te krijgen was. Hij was blij man. Ook met een net-niet-medaille. Waarom? Omdat hij alles gegeven had.

Rio, de Spelen die net niet werden wat ervan verwacht werd. Ik kijk naar een mooie elfde plek in het medailleklassement. Ik zie welke landen we achter ons houden. Ik bedenk me hoe groot ons kleine landje eigenlijk wel niet is. Net niet? Nee. Net wel met een gouden rand.