Marokkaanse slachtoffers worden daders

Maurits (Tocqueville)

Het zal niemand ontgaan zijn, maar in Ede is het de laatste weken aardig raak. Nadat een theehuis in een winkelcentrum, dat al jaren op de slooplijst stond, werd gesloten, gingen groepen Noord-Afrikaanse medelanders spontaan rellen.

In plaats van de zeer bekende slachtofferrol, waar deze jongemannen en vrouwen zo bekend om staan, werden ze plots assertief en kwamen zij voor hun “recht” op. Vredelievende demonstraties met enkel wat uitgebrande auto’s en ingegooide ruiten. Ach, en ook een beetje intimidatie, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben. Het gaat om het grotere plaatje: de Marokkaan komt uit zijn slachtofferrol.

In plaats van nieuwsberichten over ontbrekende stageplaatsen en stigmatisering door de boze blanke man, zijn er nu berichten over onrusten, autobranden en stenengooiers. Geen nieuws meer over beledigde Marokkanen door de uitspraken van Wilders of Johan Derksen. Geen nieuws meer over hoofddoekvrouwtjes die geweerd worden. Geen nieuws meer over alles wat een zielige, gestigmatiseerde Marokkaan maar kan overkomen in het zo discriminerende Nederland. De Marokkaan wordt assertiever. Ze zijn nog wel slachtoffer, dat wel. 

Als niemand hun probleem voor hun oplost, dan gaan ze zelf maar aan de slag. De 15-jarige Amin is er heel duidelijk over: ‘Enkele ramen van peuterspeelzaal De Blokkendoos in Ede zijn gesneuveld. Dat is de schuld van de gemeente. Als je iets afpakt van iemand, dan weet je dat hij iets zal terugdoen. Net als de politie. Die daagt je altijd uit. De volgende keer dat ik agenten ziet, gooi ik een steen naar hun hoofd.’

Helaas maken deze Marokkanen het stigma dat aan hun kleeft alleen maar erger. Dat is niet alleen in Ede, maar dat is ook zo in Gouda, Rotterdam en Amsterdam. Dat is ook niet minder erg geworden de laatste 15 jaar. Kijk jonge Marokkanen niet verkeerd aan, want dan wordt gevraagd of je problemen hebt. Het zijn ook geen uitzonderingen, maar het betreft een groot deel van de gemeenschap van jonge Marokkanen. Het haantjesgedrag zit er al vroeg in. De oudere Marokkaan doet daar vaak niet aan mee, maar die doet dan ook gelijk niet mee met de Nederlandse samenleving.

De burgemeester doet er niet zoveel mee. Van de groep jonge Marokkanen, die wordt geschat op 60 man, zijn er slechts enkelen opgepakt. Burgerwachten zijn verboden. De politie komt meer dan normaal opdagen, maar er is te weinig capaciteit om daadwerkelijk slagkracht te leveren. De ME wordt niet ingezet. Het probleem werd ook pas later daadwerkelijk benoemd: het ging niet om wat jeugd, maar om een grote groep Marokkanen. De burgermeester, te bang om de daadwerkelijke oorzaak te benoemen, heeft het vooral over de bemoeienis van Kamerleden en verkondigt vrolijk dat het aantal relschoppers gedaald is. Voorlopig hoeven wij geen oplossing te verwachten.

Het is wachten op het moment dat de passieve slachtofferrol weer lonkt. Dan zijn er weer weinig stageplekken voor Marokkanen, is het moeilijk om uit hun zeer armoedige situatie te komen, zijn ze weer slachtoffer van discriminatie en hebben ze last van stigma’s. Dat de mensen die daarover zeuren eens even goed de eigen gemeenschap eens door moeten kijken, komt niet in hun hoofd op.