Beste ziekenhuizen volgens Elsevier en AD

Laurens (Gramps)

Vorige week kwam Elsevier met de jaarlijks terugkerende opsomming van de beste ziekenhuizen in ons land. Tot onze blijde verrassing kwam het Meander in Amersfoort als beste uit de test. Dat is juist het ziekenhuis waar wij het vaakst komen, dus hadden we daar een heel goed gevoel bij. Het ziekenhuis is splinternieuw, ingericht volgens de meest recente inzichten, een enorme verbetering vergeleken met de twee oude gebouwen in Amersfoort die nu leeg staan. We waren dus heel benieuwd naar de resultaten van het Meander in de AD-test die vanmorgen bij ons op de mat viel. Wat denkt u? Nummer 35 van de 82 geteste ziekenhuizen! Hoe kan dat? Reden om daar eens in te duiken. Het alternatief was het drama in Parijs en dat lokte me niet erg aan.

Eerst het AD. Het is vanzelfsprekend dat zo'n test is gebaseerd op indicatoren die door alle ziekenhuizen op eerlijke, maar vooral ook gelijke wijze worden gemeten. Ook moeten de ziekenhuizen al die indicatoren gebruiken en registreren. Zo heeft men voor het meten van de kwaliteit van verpleging een aantal indicatoren: welk percentage van de volwassen patiënten is bij bezoek aan de poli gecontroleerd op ondervoeding, hoeveel van de kinderen bij opname, hoeveel van de volwassenen na vier dagen? Daarbij geldt: hoe hoger het percentage, hoe beter. Bij hoeveel van de oudere patiënten wordt op alle afdelingen getest op delirium, en hoeveel procent van hen wordt daadwerkelijk gescreend? Bij hoeveel patiënten is een pijnmeting gedaan na de operatie, en hoeveel mensen hebben een pijnscore hoger dan 7?

Zo heeft men indicatoren voor hart- en vaatziekten, kankeroperaties, omstandigheden bij operaties, ouderen en vier patiëntenkeurmerken: voor borstkanker, dikkedarmkanker, vaatkeurmerk en seniorenvriendelijk ziekenhuis. Uit al die indicatoren samen rolt een percentage; het beste ziekenhuis haalde ruim 82%, het slechtste iets boven de 50%. Hoe men uiteindelijk aan dat percentage komt is niet bekend gemaakt, maar het is logisch dat bepaalde zaken meer gewicht in de schaal leggen dan andere. Medische vakverenigingen hebben tegenwoordig een heel dikke vinger in de pap bij de ziekenhuizen. Zij stellen minimumnormen voor operaties, onder het motto: practice makes perfect. Als een ziekenhuis niet het minimum aantal operaties per jaar van een bepaald type haalt, moet men ermee stoppen. Het gevolg is dat men soms voor een hartoperatie wel terecht kan, maar voor een kankerbehandeling naar een naburig ziekenhuis moet.

De openheid van ziekenhuizen met deze gegevens kwam niet vanzelf; Nog in 1996 was de kwaliteit van een ziekenhuis puur en alleen een zaak van het ziekenhuis zelf. De Kwaliteitswet was er al maar men deed er bitter weinig mee. Pas in 2004 besloot de IGZ dat ziekenhuizen verplicht bepaalde gegevens moesten vrijgeven en kwam de zaak in beweging. Kort daarop kwam het AD met de Ziekenhuis Top 100, tot nu toe ieder jaar weer. De transparantie die vanaf 2004 noodzaak werd wierp wel degelijk zijn vruchten af. Zo is het aantal doorligwonden in acht jaar tijd met 80% gedaald. Het percentage patiënten bij wie tumorweefsel achterbleef na een borstkankeroperatie zakte van 21 naar 11%.

Het Kennemer Gasthuis in Haarlem werd eerste in de Top 100, MC Slotervaart in Amsterdam laatste. Wat heel sterk opvalt is het feit dat de resultaten voor heel veel ziekenhuizen enorm verschillen van die van vorig jaar. Bij het Kennemer gaat het nog, van 4 naar 1, het Rivas Beatrix uit Gorinchem steeg van 11 naar 2, nummer 3, Nij Smellinghe uit Drachten kwam van 32, maar nummer 4, Tjongerschans uit Heerenveen steeg van 79 naar plek 4! Hoe kan dat? Zijn de nu gebruikte indicatoren soms heel anders dan die van vorig jaar, met andere woorden: heeft men nu totaal anders getest? Als dat niet het geval is, zijn er daar in Heerenveen echte wonderen verricht. En was het slechts een jaar geleden een zootje, dat natuurlijk ook.

Maar een raadsel blijft het wel. Het Meander zakte van 13 naar 32, ZorgSaam van 3 naar 44, MC Haaglanden van 2 naar 40. Wat is er gebeurd? In geval van het Meander snap ik het ook niet, want vorig jaar was het eerste jaar in het nieuwe ziekenhuis. Het is algemeen bekend – ook bij de IGZ – dat zo'n eerste jaar op een nieuwe locatie nog heel wat veren moeten worden glad gestreken, procedures gestroomlijnd, strubbelingen opgelost. In het tweede jaar gaat het al veel beter, dan is men ingewerkt en stijgen de resultaten naar een aanvaardbaar niveau. Hier dus niet, blijkens de AD-test. Wij als regelmatige gebruikers van de faciliteiten in het Meander hebben juist het tegenovergestelde idee, maar dat zal dan wel subjectief zijn.

Dan Elsevier. Men doet dit onderzoek nu het zesde jaar, ondersteund door SiRM, Strategies in Regulated Markets. Een echte nummering van 1 tot 82 hanteert men bij Elsevier niet, men gebruikt drie hoofdgroepen, namelijk patiëntgerichtheid, medische zorg en een eindoordeel. Daarbij kan men per groep maximaal vier bolletjes behalen, minimaal één. Vier ziekenhuizen behaalden bij het eindoordeel de maximale vier bolletjes: het Meander, het Gelre in Zutphen (bij het AD nummer 13), Het Rivas Beatrix in Gorinchem (bij het AD nummer 2!) en het Tergooi in Hilversum (bij het AD nummer 20). Voor patiëntgerichtheid en beste medische zorg haalde alleen het Meander de volle vier bolletjes. Net onder deze vier ziekenhuizen bevindt zich nog een kopgroep van zeven of acht ziekenhuizen. Het is heel wonderlijk, maar in die kopgroep vinden we het Slotervaartziekenhuis, bij het AD laatste met nummer 82 en het BovenIJ, bij het AD op 79.

Men heeft van alle betrokkenen opgave gevraagd van te meten indicatoren en kreeg er meer dan 1000 (!) aangeleverd. Voor de beoordeling bleven er 395 over die door alle ziekenhuizen zijn ingevuld. Niet alle opgegeven indicatoren waren voor alle ziekenhuizen van toepassing, terwijl een fors aantal ervan ook minder zwaarwegend was voor een goede kwaliteitsmeting. Men ging bij de beoordeling uit van 37 verschillende aandoeningen en mat daarvoor op alle gebieden bij alle ziekenhuizen de kwaliteit. Ook de vastgestelde volumenormen aan operaties zijn in het onderzoek meegewogen.

Een ander verschil met de Top 100 uit het AD is het feit dat de bevindingen per ziekenhuis nooit meer dan enkele plekken verschillen met de meting van een jaar geleden. Dramatische dalingen of stijgingen zijn er niet of nauwelijks.

Concluderend kunnen we zeggen dat zowel AD als Elsevier serieus werk hebben gemaakt van dit onderzoek. Ze hanteren onderling sterk verschillende indicatoren. Het aantal daarvan is in het Elsevier-onderzoek duidelijk veel groter. Anderzijds had ik graag gezien dat men aan een bolletje een cijfer had verbonden. Zijn twee bolletjes een vijf? Vier bolletjes een negen? Dat kunnen we niet vaststellen. De bolletjes geven slechts aan of men (veel) slechter of beter presteert dan het gemiddelde in ons land. En wat betekent beter dan? Of veel beter? Als het goed is stijgt dat gemiddelde natuurlijk ieder jaar. Dus alles blijft in beweging. Panta Rhei.

Het is fascinerende stof, zo'n onderzoek.