Een blik uit de toekomst

Martin (Martin7sloten)

"Ik weet nog hoe de eerste smartwatches eruitzagen. Die hadden een accuduur van nog geen dag. En je had een smartphone nodig om hem te kunnen gebruiken. Dat kunnen wij ons nu niet meer voorstellen."

Hij lacht en draait zijn pols. In een letterlijke handomdraai toont hij mij het 3D-kleurenscherm uit zijn huid met de tijd, zijn hartslag, bloeddruk en een lijst met afspraken voor die dag. Mijn naam staat er ook tussen. Met zijn vinger veegt hij door de lichtstralen. Er verschijnt een lijst met series. Hij richt zijn pupillen op de lijst en knippert twee keer kort met zijn ogen. In spiegelbeeld zie ik het Netflixlogo op zijn netvlies verschijnen. "Deze serie is opgenomen in 256K", vertelt hij trots.

"Heb je trek?", vraagt hij mij. Ik voel me nog niet helemaal in orde. Mijn lichaam heeft iets te veel te verduren gehad tijdens de heenreis. "Hier zul je van opknappen!", op de lichtstralen uit zijn pols toont hij mij een kop geurige soep. Ik kan het zelfs ruiken. Weer veegt hij door de lichtbundel. In de keuken begint een apparaat te ratelen.

"Helemaal uit 2015…  Joh, toen bestonden er nog banken waar je je geld op had staan. En Euro's. Wat een tijd, zeg. Mijn moeder heeft zelfs de gulden nog gekend." Hij lacht. "En jullie hadden toen ook nog - god hoe heet dat ook alweer - zo'n sociaal netwerk, waar je zelf aan moest geven wat je de hele dag aan het doen was." "Facebook!", help ik hem. "Ja, dat. Toen mijn oma daar lid van werd, ben ik afgehaakt." "Bestaat dat nog?", vraag ik hem. Hij loopt naar de keuken, opent daar een kastje en haalt er twee kommen dampende erwtensoep uit. "Vers uitgeprint. Pas op, het is heet." De voedingswaarde, temperatuur en ADH staan op de zijkant in lichtgevende cijfers. "Nee, tegenwoordig is alles livestream, we hoeven niks meer te schrijven, je bepaalt zelf wie er meekijkt." "En dat werkt allemaal met je lenzen?", vraag ik. "Ja, realtime. Nog wel in 64K, helaas. Dat is om het 8G-netwerk niet te veel te belasten."

"De soep smaakt heerlijk. Ik wil bijna het woord authentiek gebruiken. Zoals mijn oma het vroeger maakte. Ik kom er inderdaad weer een beetje van bij." "Kijk jij veel televisie?", vraagt hij mij. "Netflix, net als jij", lach ik. "Maar dan op zo'n plat scherm aan de muur, nietwaar?" Ik knik. Hij lacht weer. "En snel internet kwam toen nog uit een stopcontact, toch?" "Ja, 120 Mbps. Als je geluk hebt." Hij verslikt zich bijna in zijn soep.

"En in jouw tijd had je nog auto's die je zelf moest besturen. Dat is nu gelukkig bij wet verboden. Alleen auto's met een bouwjaar van voor 2030 mogen nu nog met een chauffeur de straat op. En die heeft daar bovendien een aparte vergunning voor nodig. Er zijn maar weinig mensen die tegenwoordig nog een auto hebben. "Dus Uber heeft het niet gehaald?", stel ik. "Oh, jawel", zegt hij, "Uber heeft hier in Amsterdam een wagenpark van zo'n honderdduizend auto's, allemaal zelfrijdende Tesla's, op elektriciteit. Daar komt geen mens meer aan te pas." "Dat is in jullie tijd begonnen, toch?", vraagt hij. Ik knik, terwijl ik mijn mondhoeken met een servet afveeg.

"En is die chip in je lijf al helemaal ingeburgerd?", vraag ik hem. "Is verplicht vanaf je twaalfde", zegt hij, terwijl hij de lege kommen naar de keuken brengt. "Reuze handig. Mijn huisarts kan realtime uitlezen hoe het met mij gaat. Als hij wil, kan hij zelfs zien dat ik net soep heb gegeten." "Vind je dat niet eng?", vraag ik hem. "Je bedoelt privacy? Dat bestaat niet meer. En ach, het scheelt ruim duizend Bitcoins per jaar aan eigen risico voor de zorgverzekering. En met mijn basisinkomen van 10KB (tienduizend Bitcoins, red.) is dat meer dan welkom. Bovendien krijg je dit er gratis bij", en hij projecteert vlak voor mijn neus een levende fullbody 3D-scan. Achmea staat eronder. Ik zie zijn hart kloppen. Negentig slagen per minuut, op de kop af. "Alle getallen zijn groen, behalve mijn suikerspiegel. Die mag nog wel wat omhoog. Prachtig toch?"

"Kan ik je nog wat aanbieden, voordat ik je weer terugstuur naar 2015?", vraagt hij. "Nou, als het kan, wil ik nog wel iets van deze soep meenemen", antwoord ik. "Vind je het erg als ik dan even snel een belletje pleeg?", vraagt hij mij beleefd. "Jullie bellen nog?", grap ik. Hij richt zijn pols op en zegt: "Bel Ling." Vervolgens verschijnt uit zijn pols het beeld van het gezicht van een Aziatisch uitziende dame. "Goedemiddag Ling", zegt hij. Ik zie haar lippen bewegen. Enkele tellen later hoor ik in duidelijk Nederlands: "Goedemiddag, wat kan ik voor je betekenen?" "Kun je mij de configuratie van deze soep sturen, geschikt voor 2015?", vraagt hij haar, terwijl hij een klein zwart pennetje in de soep steekt. "Komt in orde."

Uit de keuken komt even later wederom dat ratelende geluid. Het duurt iets langer dan de vorige keer. Hij loopt naar het kastje, opent het deurtje en haalt er een blik Unox uit. "Hoef je straks alleen nog maar op te warmen", zegt hij, terwijl hij mij een flinke handdruk geeft. Zijn linkerhand legt hij op mijn rechterschouder. De ruimte wordt donker, de vloer verdwijnt. Alles is zwart om me heen. Dan is er opeens een lichtflits en sta ik weer alleen in mijn eigen keuken. Met het blik Unox in mijn handen.

Wondere wereld.