Droomdagboek

Bert (superworm)

Meestal ben je ze vrijwel direct weer vergeten, al tijdens of kort na het wakker worden; soms blijven ze wat langer hangen, een handvol zal je jaren later nog kunnen navertellen: dromen. Toch is het ontstellend dat je brein uitgebreide werelden en scenario's schept en je ze praktisch allemaal weer kwijtraakt voor de zon goed en wel opgekomen is. Om die reden probeer ik ze steeds vaker uit te schrijven.

In plaats van de wekker nog een paar keer te laten snoozen gebruik ik die tijd -als ik me de droom nog levendig herinner- om in mijn speciaal aangemaakte Word-documentje op te schrijven waarover de droom ging. Soms zijn het feitelijk twee, drie of meer compleet losstaande verhaallijnen en locaties, vaker is het een lang aaneensluitend verhaal. Hoe meer dromen ik opschrijf, hoe duidelijker er bepaalde lijnen in te ontdekken zijn.

Ten eerste zijn er veelvoorkomende personen en locaties. Zo lijkt het merendeel van mijn dromen zich op of nabij een middelbare school af te spelen, soms mijn eigen oude school, soms een anoniem gebouw. Mijn oude studentenkamer komt ook veel terug. Ook spelen enkele exen en mijn oude huisbaas vaak een prominente rol. De eersten altijd in plezierige (alhoewel niet-seksuele) dromen, de ander eigenlijk altijd in negatieve, dreigende situaties.

Verder is het, zoals u wellicht al verwacht, verrassend chaotisch. Personen waar ik werkelijk al tien of vijftien jaar geen seconde meer over heb nagedacht zijn opeens mijn beste vrienden of aartsvijanden. Locaties waar ik nooit bewust bij heb stilgestaan schitterend prominent als decors. Maar veel vaker nog zijn er de droomwerelden: niet-bestaande ruimtes en steden -nooit natuur- die, hoewel compleet verzonnen, altijd consistent zijn in hoe ze eruit zien. Komen ze na een jaar opnieuw langs, dan is er niks veranderd.

Zo is er de 'Rotterdamse havenwereld', bestaand uit eindeloze kades, veel beton, schepen en velden en velden vol tot wolkenkrabberhoogte opgestapelde containers. Er is een 'Amsterdams San Francisco', ofwel een Oud-Hollands uitziende stad gebouwd op scherp omhoog lopende heuvels. Dromen in die laatste wereld beginnen altijd in het overdekte winkelcentrum in de Kalverstraat maar zodra je er uit loopt begint de fantasiewereld -vandaar dus 'Amsterdam', al had het elke andere Nederlandse stad kunnen zijn.

Een deprimerende oostblokstad met hoge, scheve betonnen wolkenkrabbers die grijs, grauw en viesbruin geworden zijn van decennia verterende regenval. Een hypermoderne stad met overal neonlicht alsof het zich in Azië bevindt. En ga zo maar door. Ben ik in een van die locaties, dan ken ik de weg van vorige dromen nog. Eén ding hebben al die werelden gemeen: er spelen zich nooit gezellige verhalen af.

Daar is niks wonderlijks aan. Naar het schijnt is één op de drie dromen die we hebben, negatief van aard. Waarom, dat weten zelfs de beste Yale- en Harvardkoppen niet, getuige een documentaire met wetenschappers van die universiteiten. Waarom we precies dromen, waarom bepaalde zaken vaak voorkomen en andere plots terugkomen, daar heb ik geen idee van.

Het dromendagboek is -voor mezelf, in elk geval- echter één van de interessantste dingen die ik ooit heb bijgehouden. Houdt u er ook één bij? En hoe zit het met uw personen die plots terug zijn van weggeweest? Huisbazen? Exen? En uw fantasiewerelden? Ik ben benieuwd.