We accepteren het pestprobleem

Neuskleuter

Een gepeste jongen uit Voorburg stak een van zijn pestkoppen neer op het schoolplein. De neergestoken jongen krijgt een stille tocht en de enigszins eervolle vermelding dat het ‘niet de ergste’ van de pesters was. De gepeste jongen krijgt in de media zowel begrip als een hoofdschuddend ‘dat is toch niet de oplossing’ over zich heen. Het is een cliché, maar dit drama kent alleen maar verliezers. En uiteraard wist de school van niets.

Dat de schoolleiding niets van de jongens persoonlijk wist of zag aankomen, is duidelijk. Zolang de schoolleiding bestaat uit personeel dat de school op administratief niveau leidt, is het logisch dat zij geen individuen hoeven te kennen. Zij kunnen in alle oprechtheid de pers te woord staan en antwoorden dat ze het niet zagen aankomen. Hoofden in het zand. De werkgever van de gepeste jongen heeft ook wel wat aan hem gemerkt natuurlijk, maar wat zou hem dat interesseren als hij gewoon zijn werk komt doen. Wat moet je als filiaalmanager doen als je werknemer niet durft te komen omdat hij onderweg bedreigd werd? De politie bellen? De politie was op de hoogte dat de jongen werd bedreigd en vlak voor de steekpartij nog was opgewacht door een groepje van acht jongens, maar kon uiteraard ook niets doen. Er is bewijs nodig van een wetsovertreding, anders kan de politie alleen maar toekijken.

De moeder van de gepeste jongen heeft waarschijnlijk wel geweten hoe ernstig het jarenlang voor haar zoon was, maar wat kan een moeder doen om het op te lossen? Ze heeft hem naar een andere school laten gaan, misschien ook diverse gesprekken gevoerd met docenten, maar daar losten de problemen niet mee op. De ouders van de neergestoken jongen zagen hun verloren zoon waarschijnlijk als een gewone, vrolijke tiener. Van het pesten hebben ze waarschijnlijk nooit iets gehoord, dus konden ze daar ook niet op ingrijpen. Dat is hen niet kwalijk te nemen. Dat is zoals het met tieners gaat.

In dit verhaal is iedereen slachtoffer, omdat niemand de ballen had om overkoepelend op te treden. De situatie leek door alle partijen te zijn geaccepteerd. Er was geen eenvoudige oplossing. Alle hoofden in het zand. Als het pesten plaatsvindt op school, is de schoolleiding de eerste die de signalen van ouders en docenten serieus moet nemen, omdat de leerlingen zich daar het meest bevinden. De schoolleiding is verantwoordelijk voor een goede en veilige cultuur binnen de school. Dat had voor Anthony en Wesley waarschijnlijk al geen reet meer uitgemaakt, omdat de situatie al te erg uit de hand was gelopen. Maar het had alles vanaf het begin in de kiem moeten smoren.

We kijken met zijn allen nog steeds lijdzaam toe als er wordt gepest, omdat we gewoon niet weten hoe we ermee om moeten gaan. Als je niet ingrijpt, maak je het ten minste ook niet erger. Zo wrang. Er zijn genoeg programma’s en ideeën, genoeg stichtingen en druk van bovenaf. Maar als je direct met zo’n uit de hand gelopen situatie te maken hebt, is dat toch allemaal boekengeneuzel. Waar moet je beginnen? Wie moet beginnen? Stap 1: we accepteren het probleem pesten. En stoppen de hoofden in het zand.

Wil je je eigen column submitten? Mail je stuk o.v.v. je username naar bert@fok.nl!