Oud en jong

Jan (Bakoenin)

Gisteren ben ik zeventig geworden. Dat lijkt natuurlijk oud, maar is dat ook echt oud? Leeftijd is relatief, vind ik. Het gaat niet om je kalenderleeftijd, maar om de kwaliteit van leven. Je kunt zeventig zijn en een uitstekende kwaliteit van leven hebben.

Je moet je dan wel afvragen wat een geweldige kwaliteit van leven is. Er zijn mensen die vinden dat Herman Brood, een generatiegenoot van me en ook muzikant, het goed heeft gedaan. 'Hij heeft alles uit zijn leven gehaald wat er in zat en heeft toen de pijp aan Maarten gegeven.' Ik vind dat niet. Hij heeft zijn lichaam volledig naar de kloten geholpen en dan heb je echt geen goede kwaliteit van leven. Ik speel nog steeds in een band en kan lekker muziek maken en optreden. Hij niet meer.
Ik was negentien toen mijn vader overleed. Die was toen tweeënzeventig. Ik vond dat wel een mooie leeftijd om te overlijden. Nu niet meer. Hij overleed aan galstenen. Daar gaat tegenwoordig niemand meer aan dood, denk ik. De medische wetenschap vindt steeds meer oplossingen om mensen weer op te lappen. Maar ook dat is niet alles. Ik vind dat je oud bent als je niet meer de kwaliteit van leven hebt, die je zou kunnen hebben. Die kwaliteit van leven heb ik nog wel. Wat voor kwaliteit is dat dan wel?

Het zal wel voor iedereen verschillend zijn, maar ik vind fitheid en conditie de belangrijkste factoren om een goede kwaliteit van leven te hebben. De laatste keer dat ik wegens ziekte van het werk moest verzuimen was in 1981 vanwege de Hong Kong griep.
Als je fit bent en in conditie dan kun je naast je plichten alles doen wat je leuk vindt. En als je dingen kunt doen die je leuk vindt, dan kun je van het leven genieten. Maar het gaat er niet alleen om dat je dingen kunt doen die je leuk vindt. Als je alleen lezen leuk vindt, dan hoef je geen goede conditie te hebben, maar als je dan door al het stilzitten te dik wordt om je sokken aan te trekken en met een rollator naar het toilet moet, dan heb je toch minder kwaliteit van leven dan je zou kunnen hebben, vind ik. En er zijn heus niet veel mensen die altijd stilzitten en toch altijd fit zijn.

Natuurlijk heb je mensen die de pech hebben om chronisch ziek te zijn. Mensen die blind worden geboren of later door omstandigheden blind worden. Mensen die buiten hun schuld invalide zijn geworden, of aangeboren aandoeningen hebben. Toch zie je dat juist die mensen zoveel mogelijk hun eigen kwaliteit van leven proberen te vinden en er vaak alles aan doen om die kwaliteit te handhaven. Die zijn niet ouder dan nodig, omdat ze toch de kwaliteit van leven hebben die ze zouden kunnen hebben gezien de omstandigheden.
Maar als je bijvoorbeeld diabetes krijgt door je eigen schuld, dan heb je niet meer de kwaliteit van leven die je zou kunnen hebben. Dan ben je dus ouder dan je zou kunnen zijn. En als je dan vijftig bent, dan ben je eigenlijk op die leeftijd al ouder dan ik op mijn zeventigste. Toen ik dertig was, kon ik nog niet eens een rondje om het park hardlopen en nu loop ik gewoon een marathon. Dus eigenlijk ben ik nu jonger dan toen.

Voor mij zijn een paar dingen belangrijk. Ik ben een levensgenieter, dus als ik in de winter ga skiën, dan moet ik voldoende fit zijn om na het skiën nog lekker uit mijn dak te gaan tijdens de après-ski. Dat vind ik namelijk ook leuk. En ik vind fietsvakanties leuk, dus daar moet ik ook fit genoeg voor zijn. Maar omdat ik levensgenieter ben, moet ik na het fietsen nog voldoende energie over hebben om bijvoorbeeld naar een disco te gaan. Ik ben niet iemand die zegt dat je op je zeventigste daar te oud voor bent. Als je dat zegt, dan ben je pas echt oud. Je kunt wel zeggen dat je het niet leuk vindt. Maar waarom zou je het vanwege je leeftijd laten als je het wel leuk vindt en er genoeg energie voor hebt?

Het is voor mij dus belangrijk om fit te blijven. Nu fiets ik al mijn hele leven. Ik heb namelijk geen rijbewijs. Ooit was ik anti-auto en later is het er niet meer van gekomen omdat ik dichtbij het werk woonde en met de trein of het vliegtuig op vakantie ging. Dat fietsen helpt natuurlijk om fit te blijven. Ik ben bovendien een verwoed wielrenner en in de lente en zomer fiets ik regelmatig tussen de vijftig en tweehonderd kilometer.
Ik ben buiten het fietsen ook een sportmens. Ik heb vroeger geturnd, getafeltennist en getennist en tegenwoordig doe ik buiten het wielrennen aan hardlopen en heel soms aan diepzeeduiken. In 2009 heb ik de marathon van Rotterdam gelopen. Het lekkerste daarvan waren de biertjes na afloop. Dat is ook genieten.

Maar je hoeft niet per se zoveel aan sport te doen om fit te blijven als ik doe. Als je maar wel de energie die je hebt voldoende ruimte geeft. Ik ben ervan overtuigd dat als je dat niet doet, de energie verkeerd gaat uitwerken in je lichaam. Als ik de hele dag en avond voor de televisie zit, dan heb ik last van mijn rug. Als ik een hele dag fiets, heb ik last van mijn kont, maar dat is over als ik afstap. Dan heb ik nog voldoende energie over om het eten te koken.

Naast het sporten vind ik het ook belangrijk om lekker, maar gevarieerd en gezond te eten. Als je een levensgenieter bent, dan wil je ook van het eten genieten. Lekker eten met een wijntje erbij. Ik kook zelf, want ook dat is een hobby. En denk maar niet dat je alleen maar lekker kunt koken als je niet meer hoeft te werken. Toen ik nog als manager of als bedrijfseconomisch adviseur werkte en een druk leven had, kookte ik ook. Een heerlijke maaltijd hoeft nooit langer dan een halfuur tot drie kwartier te duren. En als het uitgebreider moet, dan doe je dat in het weekend. Ik eet nooit tussen de maaltijden door. Als je in de winkelcentra of de stad loopt, zie je continu mensen eten. Is het geen patatje of panini dan is het wel een complete lunch. Je ziet dan ook erg veel mensen met welvaartsbuikjes. Natuurlijk mag je best eens zondigen, maar laat het dan ook bij zondigen en maak er geen gewoonte van.

Ik vind het ook belangrijk dat je contact houdt met jongeren. Toevallig ga ik in augustus met een fietsreis mee, waaraan alleen 45-plusssers meedoen, maar dat kwam omdat mijn vrouw en ik de fietstochten van die reis graag wilden doen en er geen andere reisorganisaties waren die de reis organiseerden. Het liefste reis ik echter met mensen van alle leeftijden en ook graag jongeren. Het maakt niet uit of het hotel- of kampeerreizen zijn. Ik vind dan wel dat oud en jong relatieve begrippen zijn, maar met jongeren krijg je wel heel andere gesprekken dan met ouderen. Als ik met jongeren praat, merk je dat er eigenlijk helemaal niet veel verschil is tussen deze tijd en de tijd dat ik jong was. Ze zuipen alleen veel meer dan ik destijds en dus zullen ze vroeger oud zijn. Ik werd ook wel eens in de struikjes onder mijn fiets wakker na een feestje, maar toen was ik al dik in de dertig. In de bands waarin ik tot mijn achtentwintigste speelde werd niet gezopen, gespoten of gesnoven. Hooguit rookte ik eens een jointje, maar ook dat kwam zelden voor. Roken doe ik trouwens al vijftien jaar niet meer. Maar ik rookte wel meer dan een pakje per dag en had toen beslist minder kwaliteit van leven dan nu. Vooral 's morgens.

Ik zag op Twitter een foto van de Hubble telescoop van NASA. Het was een sterrencluster van negen biljoen jaar oud en dan vinden wij zeventig jaar oud? Nee toch?
Ik zeg dan ook vaak tegen meisjes van een jaar of achttien dat de aarde miljoenen jaren oud is en dat ik dus eigenlijk nog heel jong ben. Helaas trappen ze er nooit in. Ergens is er misschien dan toch iets waaraan je kunt zien dat ik zeventig ben en geen twintig.