Zwarte Pierre

Jan (Bakoenin)

De kwartfinale tussen Nederland en Costa Rica was spannend tot de laatste minuut. Nederland had een aantal goede kansen op een doelpunt, maar de keeper, de paal, de lat of een lichaamsdeel van een speler van Costa Rica was steeds spelbreker. Het was dus bloedstollend spannend. Krul hield de laatste penalty en iedereen ging uit zijn of haar dak.
Het duurde lang voor het stadion leeg was. Er werd uitgebreid gevierd door de Nederlandse fans en de spelers. De Costa Ricanen waren bedroefd en verlieten met gebogen hoofd teleurgesteld het stadion. Alle Costa Ricanen? Nee, eentje bleef heldhaftig op de tribune zitten en verzette zich hevig tegen de opkomende tranen. Hij had zijn zonnebril naar boven geschoven, want hij wilde beslist niet op the Blues Brothers lijken. Die droegen ook zonnebrillen als het donker was. Wie was die eenzame, moedige man?

Ik was zo nieuwsgierig dat ik meteen in het vliegtuig ben gestapt om hem op te sporen zodat ik een column over hem kon schrijven. Het kostte me heel veel moeite om hem te vinden natuurlijk. Ik had geen naam, geen nationaliteit, niets. Ik had wel mijn laptopje met een YouTubefilmpje van de nabeschouwing van de wedstrijd en daar kwam hij in voor. De camera had hem gevangen. Dat was ook de reden dat ik hem had gezien. Na heel veel speurwerk en steekpenningen heb ik hem gevonden. Het was niet eens een Costa Ricaan, maar een Nederlander die in Suriname was geboren. Zijn naam was Piet Bouterse.

Ik sprak Piet in de bar van zijn hotel. Hij was natuurlijk nog in Brazilië want Nederland zou in de halve finale spelen.
'Wist je dat je op de Nederlandse televisie was, Piet?' vroeg ik hem.
'Ja natuurlijk wist ik het. Ik had het al afgesproken met mijn vriend. Ik zou nog even blijven zitten en dan zou hij er voor zorgen dat ik in beeld kwam.' Ik wist niet wat ik hoorde.
'Wie is je vriend dan, Piet? Niet iedereen kan dat zo regelen natuurlijk. Of mag ik niet weten wie het is?' Piet keek even bedenkelijk, maar toen ik voorstelde om alle drankjes die we zouden drinken af te rekenen, ging hij om.
'Mijn beste vriend is Pierre van Hooijdonk.' Mijn ogen rolden bijna uit hun kassen, mijn mond viel open van verbazing en ik verslikte me in mijn Zombie cocktail en dat is straf spul om je in te verslikken, dat kan ik jullie verzekeren. Zowat alle alcoholische drankjes van meer dan veertig procent gaan erin. Dus zoals ik er na die opmerking bij zat, leek ik op een echte zombie. Toen ik eindelijk weer enigszins normaal was kon ik het gesprek voortzetten.
'Pierre van Hooijdonk is je beste vriend?' vroeg ik. Een overbodige vraag natuurlijk, want hij had dat net zelf verteld.
'Ja, dat is hij al jaren en we hadden dit bedacht als een geintje. Niemand wist dat natuurlijk en we wilden wel eens zien hoe er op gereageerd zou worden.' Piet begon nu ineens hevig te lachen. 'Die grap is trouwens wel aardig gelukt.' Daar had Piet een punt. Heel Nederland stond weer eens op zijn kop.

'De grap was inderdaad aardig gelukt, Piet. Ene George Arakel wilde meteen dat onze Pierre door de NOS naar huis zou worden gestuurd. Hij nam meteen maar aan dat hij Zwarte Piet bedoelde en dus een racistisch grapje maakte. Maar eigenlijk was hijzelf racistisch, want Pierre van Hooijdonk zei niet dat het Zwarte Piet was. Hij zei dat het Piet was en Georgie legde dus zelf het verband tussen de zwarte man en Zwarte Piet. Er zat een zwarte man en Pierre noemde hem Piet, dus was het een Zwarte Piet. Gelukkig heeft de NOS Pierre niet naar huis gestuurd.' Ik bestelde nog maar een Zombie, want ik was echt aan iets sterks toe na wat ik daarnet allemaal had gehoord.

'Nou, het is wel een beetje te ver doorgeschoten.' zei Piet een beetje timide nu. 'Dat hadden we nu ook weer niet verwacht. Veel vervelende reacties en ook weer vervelende tegenreacties. En overal ging men er maar vanuit dat de grap inderdaad over Zwarte Piet ging, terwijl Pierre nooit het woord 'zwart' in de mond heeft genomen. Blijkbaar ziet niet alleen die Armeense asielzoeker een Zwarte Piet in een zwarte man die Piet wordt genoemd, maar ook de mensen van de kranten en de websites waarop de grap werd besproken.' Piet nam even een slokje van zijn Black Wodka.
'Stel nou,' vervolgde hij, 'dat ik in die studio had gezeten en hij op de tribune. En ik had gezegd: 'daar zit Pierre'. Dan had toch ook niemand gedacht dat ik zwarte Pierre bedoelde? Toch is Pierre ook zwart als roet en zou voor Zwarte Piet kunnen spelen. Hij doet dat trouwens ook op de Sinterklaasfeestjes in de buurt. Hij zit daar echt niet mee en ik doe het ook en ik zit er ook niet mee. Waarom zou een Armeen die sinds 1997 in Nederland is en nooit met Sinterklaas is opgegroeid zich er dan aan storen? Misschien om belangrijk te worden gevonden? Is het een kijk-mij-eens-volledig-geïntegreerd-zijn-in-korte-tijd mannetje soms? Nee, man. Dan ben je juist niet geïntegreerd. Als je geïntegreerd zou zijn dan zou je het Sinterklaasfeest meevieren zoals alle Nederlanders doen.' Piet werd nu een beetje rood van opwinding, hoewel je dat natuurlijk niet kon zien. Ik had genoeg gehoord, nam nog een paar Zombies om het af te leren en nam de volgende dag in zeer brakke toestand het vliegtuig terug naar Nederland. En of het door de drank kwam weet ik niet, maar tijdens de vlucht dreunde het steeds in mijn hoofd: zwarte Pierre, zwarte Pierre, zwarte Pierre.