De sukkels van Frans Timmermans

Luc (LvanLier)

In de rubriek Plat Haags nemen FOK!-columnisten en submitters het Nederlandse politieke en maatschappelijke landschap onder de loep.

Nederlandse bewindspersonen en hun ambtenaren. Het kost me steeds opnieuw de grootste moeite om niet onbedaarlijk in de lach te schieten. De goeden niet te na gesproken, overigens.

De Tweede Kamer maakte recentelijk nog gehakt van Frans Weekers, die werkelijk geen flauw idee had van hoe onder zijn verantwoordelijkheid de zaken bij de Belastingdienst verliepen. Werkelijk, de minister in de hilarische Britse televisiereeks ‘Yes, Minister’ werd nog niet half zo erg gepiepeld als deze Fransie. Mooi om te zien dat Eric Wiebes, van wie ik een hoge pet op heb, hem gaat opvolgen.

Of Ronald Plasterk. Wekt met zijn ijdeltuiterij inmiddels ook de indruk dat ‘ie van voren niet weet dat ‘ie van achteren leeft. Iedere dag dat hij nog aanblijft, stijgt mijn verbazing.

En ook minister Frans Timmermans kan wat mij betreft even naar de Kamer. Om uit te leggen hoe het komt dat een stel duurbetaalde ambtenaren in Brussel het voor mekaar kreeg om de bezwaartermijn tegen een Europese beslissing te laten verlopen, zodat een brief vol smoesjes niet eens in behandeling werd genomen, want niet ontvankelijk. Iets vaags met een foute datum in een stempel, of zoiets. Kleuterschoolgepruts onder auspiciën van onze minister van Buitenlandse Zaken.

Waar ging het over? De Nederlandse Staat maakte zich schuldig aan protectionisme, door Europese marktregels over vrije toegang van internationale spoorvervoerders te saboteren door in de Nederlandse wetgeving belachelijk strenge eisen te stellen. Arriva, de Gemeente Den Haag en de Maatschappij Voor Beter OV pikten dit niet en dienden bezwaren in, bij onder meer de ACM en in Brussel. Brussel oordeelde dat de Nederlandse Staat het inderdaad te bont maakte en dat de wetgeving strijdig is met het Europese recht. Nederland heeft, net als iedere lidstaat, vervolgens de gelegenheid om binnen een bepaalde termijn bezwaar te maken. Dat is dus misgegaan, met dank aan een stel minkukels en hun baas, minister Timmermans.

Door deze misser kunnen spoorvervoerders nu afdwingen dat ze met hun internationale treinen van en naar Nederland mogen rijden, en -belangrijker- dat ze ook op het Nederlandse traject ook binnenlandse reizigers mogen meenemen. De NS mag dat ook, met zijn Berlijntrein en Intercity België, en nu is die benadeling van anderen dus een halt toegeroepen.

Arriva en de Gemeente Den Haag zijn nu aan zet. Ze moeten als de gesmeerde bliksem achter een rijvergunning in België aan, want daar tiert het protectionisme nog welig. En zodra dat probleem is opgelost: hup, gaan met die banaan. Arriva moet dan wel laten zien, wat het bedrijf waard is. Dus niet moeilijk doen over het feit dat de NS opeens wél veel vaker is gaan rijden naar België, maar de aanval openen. Laat Arriva maar eens bewijzen dat ze een beter product kunnen bieden dan de NS, met zijn ongelooflijk vaak uitvallende, langzame, onvoorstelbaar smerige Belgiëtreinen, met toiletten waarvan de pis over de rand klotst wegens onvoldoende onderhoud en reiniging.

Door het gepruts van een stel incompetente ambtenaren krijgt Arriva nu een mooi cadeau in de schoot geworpen. Maar dat betekent ook, dat die luis in de pels van de NS nú moet laten zien, wat ze -ook op het vlak van internationale treindiensten- waard is. Zodat er voor de treinreiziger eindelijk wat te kiezen valt.

Overigens zal de nieuwe spoorconcessie van de NS moeten worden aangepast aan de gevolgen van het jammerlijk falen van de mensen van Timmermans. Die concessie moet verdere benadeling van internationale vervoerders nu voorkomen.