#Assholelijers!

Trudy (Zonnetje40)

Dinsdagavond wilde ik nog even ontspannen voor de televisie voordat ik naar bed zou gaan. Ha, ‘De Rijdende Rechter’, dat had ik een poos niet gezien! Mijn man mompelde vanachter zijn computer dat het toch wel weer over een tuinhekje zou gaan dat verplaatst moest worden en mijn dochter was druk aan het chatten met 84 mensen tegelijk. Nou, dan ging ik toch alleen kijken?

Binnen tien minuten zaten we met z’n drieën werkelijk gechoqueerd tot op het bot te kijken naar De Verschrikkelijkste Buren die je je maar kunt bedenken. En mijn lief had gelijk: het ging over een tuinhek! Een tuinhek in Sliedrecht.

Even voor diegenen die het niet hebben gezien: Ad en Hanny Bons – een stel van in de zestig-  en Gerrit en Irene Leeuwenstein – een stel van rond de veertig – zijn buren. In het begin kunnen ze het goed met elkaar vinden. Dan besluiten Gerrit en Irene om zich voort te planten. Waarom? Dat weet geen mens, met zulke genen is het onmogelijk om een genie voort te brengen, maar goed, het staat ze natuurlijk vrij. Er wordt een ventje geboren in het gezinnetje. Dit ventje wordt groter en besluit te gaan lopen. En dán gaat het mis.

Er is een overpad waar iedereen in principe gebruik van mag maken, maar dé slogan van Ad en Hanny Bons is: “Is van ons.” Ze hadden dat ook nog leuk op rijm kunnen zeggen, bedenk ik nu. “Is van ons, de familie Bons!” Dan had het misschien zelfs nog gezellig geklonken. Nu klonken ze als drammerige peuters: “Mij! Is van mij!” Maar laat ik niet afdwalen van het overpad. Het kereltje van Gerrit en Irene wilde de wijde wereld gaan verkennen en papa Gerrit en mama Irene waren zo slim om daar in eerste instantie nog even een stokje voor te steken. Er kwam dus een hek, zodat Leeuwensteintje-junior niet met zijn domme hoofdje onder een auto zou lopen. De familie Leeuwenstein deed dit in overleg met de buren en kregen alle medewerking.

Maar dan begaat Gerrit een catastrofale fout: hij zet een véér op het hek, zodat het vanzelf sluit. Hij geeft daar wel een logische verklaring voor: het hek kan beide kanten op en hij wil niet dat auto’s tegen het hek aan zullen rijden. Maar nee, nee! Dat heeft die Gerrit toch wel heel stom ingeschat! Als hij geweten zou hebben hoe zijn leven er ná de veer uit zou komen te zien, dan had hij zich wel drie keer bedacht! Want dit pikt de familie Bons natuurlijk niet!

We krijgen zelfs een demonstratie van meneer Bons. O nee, van Ad. Ad wil geen meneer genoemd worden. Dit getuigt wel van een stukje zelfreflectie. Want Ad is allesbehalve een heer. Maar laat ik niet op de zaken vooruit lopen. Ad haalt zijn fiets uit de schuur, loopt naar het hek, en laat daar zien welke handelingen er allemaal nodig zijn eer hij met zijn fiets buiten het hek staat. Het is dan ook wel mensonterend. Ik heb op slag zielsveel medelijden met die man. Hij moet het hek gewoon tegenhouden, anders valt het vanzelf in het slot! Kijk, dáár zouden ze nou eens wat aan moeten doen met dat giro 555. Het leed van onze Ad verzachten! Wat je ook hebt meegemaakt in je leven, of door wat voor hel je ook gaat momenteel, denk één keer aan Ad en het tuinhek, en je schaamt je meteen, want al je problemen vallen toch meteen in het niet als je het vergelijkt met de problemen van Ad?

Ik kies altijd partij als ik naar ‘De Rijdende Rechter’ kijk. En laat Meester Frank Visser nou maar uitspraken doen over de juridische aspecten, ik kijk toch altijd liever naar de persoonlijke aspecten. Kijk, die Gerrit en Irene zijn geen heldere lichten in de duisternis, maar je ziet meteen dat het lieve mensen zijn. Lieve mensen met goede bedoelingen. Irene moet steeds huilen en bekent zelfs dat ze bij een maatschappelijk werker is gaan praten over deze burenruzie. Het gaat haar niet in de koude legging zitten, in elk geval.

Maar die Ad en Hanny Bons! Wat een vreselijke mensen. Verbitterde, verzuurde koppen. Eén en al haat, nijd en cynische opmerkingen. Van die mensen die een ander nooit uit laten praten, die geen woord horen van wat de ander zegt. Wijzen met het vingertje en tekeer gaan als een beest. Nou, dan ben ik er al klaar mee.

Hoe zij over hun buren durven te praten! ‘Hij met zijn rotpraatjes. Hij heeft een rotkarakter ook!’ En ook in de rechtszaal laten zij zich niet onbetuigd. ‘Je bent een grote, vieze, vuile gluiperd!’, roept Ad tegen zijn buurman. En dan komt er een woord dat heel Nederland nog niet kent: volgens Ad is Gerrit een assholelijer. Meester Visser kent het woord niet. Mijn spellingcontrole ook niet. Maar op Twitter is het zelfs even Trending Topic! Met een foto van de kop van die Bons erbij. Je hebt toch van die bordjes op hekken met de tekst: ‘Hier waak ik’ en dan een herdershondenkop erbij? Nou, zet die zure harses van Bons erop en dieven gaan op de loop.

Een van de panelleden zegt, nadat hij ook nog andere buren aan het (scheld)woord heeft gehoord: 'Hier, in Sliedrecht, ligt de kiem van de verzuring van de maatschappij. Dit is naakte agressie.'

Ad en Hanny Bons zijn de eisers in de zaak. Ze mauwen niet alleen over het hek, maar ook over  bloembakken die aan weerskanten van het overpad hangen, over de regenton van Gerrit waarvan het water op hún grond loopt, en de goot van Gerrit die vijf centimeter te veel uitsteekt. En wat willen zij uiteindelijk? Ze eisen rust en vrede! Hou nou toch op.

De uitspraak van Meester Frank Visser is meesterlijk: de hekken mogen blijven staan, de bloembakken mogen blijven hangen. Hij handelt alle juridische problemen af zoals het wetboek voorschrijft.

Maar dan krijgen de buren een bestraffende toespraak: ze moeten elkaar normaal gaan behandelen! Meester Visser gaat zijn beste bemiddelaar naar hen toesturen om hen te leren om goede buren van elkaar te zijn. En dit is niet vrijblijvend, nee dit moeten zij verplicht doen. Bovendien: voor elke keer dat er gescholden wordt, volgt er een boete van vijftig euro!

Die arme Ad Bons. Hij heeft hét woord van 2014 bedacht en mag het zelf niet meer zeggen. Ik was blij met de uitspraak van Meester Visser. Ik ben over het algemeen een vredelievend persoon, maar zelfs ik werd kats-agressief van Ad Bons. Met zijn driftige, rode nek. Met dat stomme wijf van hem dat alleen maar kon schelden. ‘Ik heb niet gescholden’, zei ze ook nog, toen het programma zo goed als afgelopen was. Het liefst had ik dat stel op hun Biebelebonse-bek getimmerd. Of willen schreeuwen: “Hou je beeeeeeeeek!” Wóest werd ik op ze. Hoe kan je nou een zestiger zijn en nog steeds niet hebben geleerd hoe je nou eigenlijk moet communiceren? Dat je op die leeftijd nog nooit van een ik-boodschap hebt gehoord, of hoe je een ander uit moet laten praten. Ik wens die bemiddelaar dan ook heel veel succes, want de familie Bons heeft volgens mij nog nooit één zin uitgebraakt zónder een scheldwoord erin.

En dat is nou het heerlijke van het verhaal. Want deze mensen mogen nooit meer schelden van Meester Visser, of het kost ze vijftig euro per keer. Dat geldt lekker niet voor mij. Ik mag zeggen wat ik wil. Nou, daar gaan we dan… Ik vind de familie Bons een stelletje… Een stelletje assholelijers!