"Kom je aan Piet? Oprotten!"

Bert (superworm)

Het is jammer dat een discussie over een historisch-cultureel personage zo ontzettend snel uitmondt in nodeloos racisme en extreme polarisatie van allochtoon en autochtoon. Sinds ook ik een like gaf aan de Facebookpagina Pietitie verschenen de meest verwerpelijke tirades bij tientallen in de reacties, vaak honderden keren geliked. De argumenten zijn het lezen niet waard, maar komen doorgaans neer op “wie aan onze Piet komt, moet maar oprotten naar z'n eigen land.”

Internet, soit, maar 'in real life' gebeurde exact ditzelfde afgelopen week in Den Haag. Een vrouw die tegen de VN en de Indonesische regering stond te demonstreren werd belaagd door een meute idioten die tegen VN-bemoeienis met Zwarte Piet stonden te demonstreren, uitgelachen, achternagezeten en uitgescholden. Het was een droef dieptepunt in een toch al miserabele week.

Alles is al gezegd in een discussie die blijkbaar niet gevoerd kan worden zonder dat het uitmondt in schaamteloos moddergooien, maar mijn oudste broer kwam met het beste inzicht dat ik tot op heden gehoord heb. In zijn jeugd, jaren zeventig en tachtig, spraken veel Pieten nog met een dik aangezet Surinaams accent. Dat is nu volledig verdwenen. Zwarte Piet past zich de afgelopen vijftig jaar al langzaam aan de mythe aan – de in 1971 overleden Godfried Bomans schreef veelvuldig over het kinderfeest en de langzame veranderingen die optraden tussen de forties en seventies.

Piet is niet langer een vrijgekochte/betaalde/onbetaalde (ex-)slaaf/page, maar een vrind van de Sint die zwart is omdat-ie door schoorstenen roetsjt. Je zou zeggen dat zonder bemoeienis of grote discussies, met slechts een licht sturend beleid, over opnieuw dertig jaar Piet zich ook uiterlijk heeft aangepast aan zijn nieuwe reden tot zwart-zijn, namelijk roet: de eerste Pieten die niet volledig zwart geschminkt zijn, maar met roetvegen en -strepen op het gezicht rondlopen, heb ik ook in het echt al gezien.

Het zou een logische langetermijnuitkomst zijn van de nieuwe mythevorming, waar toch niemand zich een buil aan kan vallen. Het verhaal hoeft niet eens aangepast te worden; de huidige kinderen vertellen exact dezelfde mythe door aan hun eigen kinderen, maar Piet heeft roetvegen in plaats van roetblackface. En ik durf te wedden dat in het geval van een roetvegenpiet de krulletjespruik en gouden oorbellen ook langzaam worden uitgefaseerd. Het pagepakje met hoed en veer, de zak en de roe kunnen vanzelfsprekend blijven.

Door de huidige consternatie is die toekomstige roetvegenpiet verder weg dan ooit – zet je het uiterlijk op het scherpst van de snede, dan verstart het en zullen mensen om de kleinste veranderingen (zoals die zich dus al decennia voordoen) enorme stennis gaan schoppen. Jammer. En onnodig.

Wellicht is het beter om over een jaar of tien weer eens te kijken of 'we' toe zijn aan een gezonde dialoog over onze eigen cultuur en geschiedenis, zónder direct in “Took our jobs!”- en “Gít the hell outta here!”-schreeuwerij te vervallen.