Werken, luie bijstandstrekkers!

Neuskleuter

Her en der is er oproer in de Nederlandse gemeentes. Wordt de luie bijstandstrekker straks verplicht om wat aan de staat terug te geven, door eindelijk die schop onder zijn hol te krijgen? Sinds 2012 mogen gemeenten zelf bepalen of en hoe zij bijstandsuitkeringsgerechtigden aan de dwangarbeid zetten. Nu de crisis vordert en de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 naderen, wordt het tijd voor uitspraken. Tegen behoud van uitkering mogen de handophouders namelijk vrijwilligerswerk doen. Het gaat nog net niet met treinen tegelijk naar Auschwitz, maar het bordje ‘Arbeit macht Frei’ moet toch wel de lokker zijn van de eeuw. Want wie werkt, helpt de maatschappij! Door werken krijg je zelfvertrouwen! Wie werkt, voelt zich nuttig! En wie goed is in zijn werk, krijgt misschien wel een baan!

“Willen wij dit?” is de befaamde uitroep van links Nederland. “Wij” moet geïnterpreteerd worden als twee groepen mensen: de groep die een uitkering ontvangt, en de groep die in gesubsidieerde grachtenpanden de dikke hoofdjes lijdzaam schudt boven de biologisch verantwoorde high tea. Wie links is, spreekt over dwangarbeid. Wie bang is om met zijn luie reet gekort te worden op zijn uitkering, spreekt over slavenarbeid. Wie crimineel is, spreekt over een taakstraf. En wie niet mee wil werken, krijgt korting. “Willen wij dit?” Ja, Nederlanders willen altijd korting. Totdat het om hun eigen bijstandsuitkering gaat.

Wie rechts is, noemt dit een schitterende kans voor de maatschappij. Het is geen kwestie van willen werken. Iedereen moet wel eens wat. Ook de ondernemer moet om acht uur op zijn werk verschijnen. Ook aan de werkgelegenheid is gedacht: door vrijwilligerswerk te doen, wordt er in crisistijd niet geconcurreerd met goedkope arbeidskrachten. Spelletjes doen met bejaarden, buddy-projecten, koffie schenken. Daar kan toch niet op verdiend worden. Een kwaliteitsbesteding in de medemens. Leg dat maar eens uit aan de kenaus die hun liefdevolle baan in de thuiszorg dreigen te verliezen aan de steunkousaantrekkers.

Ondertussen, in het bejaardentehuis: “Zeg Truus, het smaakt toch anders.” “Ja Jacobi, ik mis die dagelijkse rochel ook nu Ahmet weg is.”

Maar mensen kan je toch ook niet dwingen om te werken. Kom nou zeg. Dat is zielig. Oudere mensen, die hun leven lang hebben gewerkt voor hun eigen centen en nu door de grootgraaiers opzij worden gezet, die zijn zielig. Die hoeven niet te werken. Die moet je beschermen. Knuffelen. Achter de geraniums zetten. Lekker eenzaam en alleen. En de gehandicapten? Die zijn nog zieliger en moeten helemaal doodgeknuffeld worden. Want hoe kan een simpele ambtenaar van de gemeente nu bepalen of iemand gehandicapt genoeg is om nog koffie te kunnen schenken, of toch maar beter thuis kan blijven kwijlen? Dat is toch zielig. Laten we de geraniumcultuur in stand houden, waarin je passief naar anderen mag kijken. Ouderen zijn zielig. Gehandicapten zijn zielig. Zelfs als ze medailles hebben gehaald bij de Paralympische Spelen.

Maar we moeten ook niet vergeten dat er nóg een groep zielige mensen is. Wat dacht je van de afgestudeerden, die met slechts een handvol stage-ervaring op zak buiten hun schuld geen baan kunnen krijgen? Of de jonge ‘kansenparels’ uit ‘prachtwijken’, want ze kunnen door een kleurtje niet aan een baan komen. Want hoe verkoop je het naar je achterban dat je projecten zijn mislukt en het tuig weer aan het werk moet? Of wacht. Misschien is het toch beter om die jonge mensen wél te laten werken. Want jongeren halen altijd wel iets uit hun werk: of ze zien ineens het licht en vinden een nieuw doel voor de toekomst, of ze werken kei- en keihard om nooit meer dit domme werk te hoeven doen.

Maar even terug naar het begin: Auschwitz is zo’n gepasseerd station. Excuses voor het Eichmann-effect, excuses voor de voortijdige wet van Godwin. Je moet immers uitgaan van de kracht van de mens! Het verplichte karakter van het vrijwilligerswerk – ziehier een Laurel en Hardy, die als enige twee stil blijven staan terwijl alle mannen om hun heen een stapje achteruit doen – ja, dat verplichte vrijwilligerswerk, biedt de verlegen en vergeten mens de ultieme kans om uit het hoekje te kruipen. Waardering krijgen voor het werk dat je doet, zorgt ervoor dat je weer meedoet met de maatschappij. Het is een stapje naar een kansrijke sollicitatie. Het vrijwilligerswerk hoeft ook geen dom werk te zijn: je kan ook een voorzitter zijn van een stichting. Het liefst zo-een die geld ophaalt voor een goed doel. Waar per ongeluk twee ton aan onkostenvergoeding aan je eigen strijkstok blijft hangen. Ik bedoel maar: vrijwilligerswerk mag ook best lucratief zijn. Voor de medemens.