Grenzeloze lafheid

Eveline (Karmanie)

Ze kwam naast me wonen en ik wilde contact maken. Leuk, dacht ik nog, iemand om mee te delen. Al na een paar keer viel me op dat ze ineens dezelfde kleur oogmake-up gebruikte als ik. Ik hield mijn mond. Ik zweeg ook die keren dat ze langs kwam voor 'een theetje' en al bij binnenkomst vertelde dat ze 'eigenlijk geen tijd had'. Opgejaagd zette ik de ketel op, terwijl ze vast alle weekbladen verzamelde die ik gelezen had. Haar tijdschriften gingen naar haar zus.
'Vertel jij maar, ik heb niets interessants beleefd,' hoorde ze me uit, terwijl ze haar i-Phone bestudeerde. "Dit is echt belangrijk." "Deze moét ik even nemen." "Mijn man, wacht even." De keren dat ik haar mee uit nam voor een lunch of kopje koffie in een lunchroom werden alle versnaperingen gretig verorberd en geaccepteerd. Betalen liet ik haar niet, want 'ze kon net de aanbetaling voor haar vakantie fiksen.' En ondanks dat ik "echt geweldig was," kwam er nooit een uitnodiging terug. En nog snapte ik het niet. Ze had het vast druk, vergoelijkte ik. Ze schaamde zich vast voor haar kleine portemonnee. Ik hielp haar met alle copywerk voor haar eenmanszaak, want dat doe je als vrienden onder elkaar. De enige keer dat ik haar belde met een vraag over haarverf, 'was ze aan het werk.' Ze belde niet terug. De vakantie die ik haar aanbood om haar wereld groter te maken werd geaccepteerd en verorberd zonder ook maar een drankje te betalen. Een bos bloemen bij thuiskomst kreeg ik niet en tijdens de terugreis gaf ze aan dat ze die avond niet samen wilde eten wegens 'andere prioriteiten'. De dvd met gesorteerde foto's waar ik bijna elf uur aan had gewerkt - jij weet de volgorde vast beter dan ik - werd bij de voordeur opgehaald. 'We kijken later wel, heb haast!". Mijn hart brak in duizend stukjes, maar geloven in zoveel oppervlakkigheid kon ik toen nog niet. Mijn laatste geste, een kerstcadeautje, werd geaccepteerd met de vraag of ik de bon nog had. Ze wilde het ruilen in de winkel. En nee, zij had niets voor mij.

Mijn gas terug nemen werd dankbaar aanvaard. Moeite was aan mij niet besteed. Haar man stopte nog bij de voordeur voor een babbeltje; zij stoof zonder groeten voorbij. Contact werd vermeden, in vertrouwen vertelde geheimen likkebaardend doorverteld.
Nog net op tijd werd ik toen ik verhaal wilde halen bij de voordeur weggetrokken door mijn lief. 'Ik ga wel, je weet hoe ze is. Als jij haar confronteert, schrikt ze misschien. Maar ik zeg wel hoeveel pijn je hebt.'
Ze kwam haar holletje niet uit. Pas nadat manlief haar duidelijk maakte dat het misschien wel correct zou zijn mij te benaderen, hoorde ik wat. Een mailtje, schreef ze, zou niet alles goedmaken, maar, 'meer kon ze echt niet doen.' Verbaasd en beschadigd staar ik naar het scherm. Zes zinnen van 'meisje_322'. Meer kwam er niet. Een e-mailtje na twee jaar van mijn vriendschap, verzonden uit het huis naast me.