Een kleine verwondering

Neuskleuter

Het was druk tijdens het straatfestival. Op een oud binnenplein in een zonnige stad kon je je in iedere oude Europese plaats wagen. Joodse muziek hier, Italiaanse opera daar. Wie zijn ogen sloot, kon zich - naargelang de klanken - daar bevinden waar hij maar wilde zijn. Wie zijn ogen openhield, kon dat echter niet door de vele lelijke mensen die rondliepen in lelijke Wibrajurken, want ja, op een Nederlandse zomerdag grijp je de eerste de beste jurk uit de kast om je oude huidplooien te tonen aan iedereen die het niet zien wil. Enfin. Het straatfestival.

Een straatfestival is een plek van verwondering. Tout le monde leek op te duiken in iedere kleine zijstraat van de stad. Nieuwsgierige struisvogels op stelten die een hoed probeerden te pakken van een willekeurige toerist. Operazangeressen in jurken van minstens tien meter breed en zestien meter hoog. Een enorme walrus rolde voorbij over het grote plein. Een plotselinge bruiloft zorgde voor oponthoud in een smalle steeg. Nee, wacht, nu ik eraan terugdenk, hoorde die walrus niet bij de acts. Vermoedelijk was het gewoon een tientonner met een gek gebit op zoek naar de dichtstbijzijnde McDonalds.

Volwassenen keken hun ogen uit en probeerden alle ingewikkelde constructies te begrijpen. Welk mechanisme zit erachter? Die nek van de struisvogel zit vast via een stang en is te besturen als een marionet, maar waar zit de techniek die ervoor zorgt dat ook zijn bek open en dicht kan? Hoe moeten de artiesten hun gewicht verdelen om te zorgen dat één lang touw, gescheiden via twee katrollen, nooit zal zakken zodat zij nooit zullen vallen? De verwondering van de volwassene zit niet alleen in de beleving, maar vooral in la solution van de simpele problemen die zich voor hun ogen ontvouwden.

Kinderen keken hun ogen uit. De kleintjes in de kinderwagens staarden gebiologeerd naar alles om hen heen. Wat zouden zij zien? Zouden zij begrijpen dat het een show was, of zouden ze proberen te ontdekken of zo’n dansend paard echt of nep was? Wat maken zij ervan, en welke ingewikkelde verhaalconstructies zouden zij na de vakantie aan de juf vertellen, waaruit zij moet opmaken of het kind het echt zag, of gewoon bedeeld is met zo’n vervelende rijke fantasie? C’est ridicule! De verwondering van de kinderen, op de nek van papa, in de veilige armen van mama. Ze keken hun ogen uit.

Het hoogtepunt van de dag was een klein meisje. Ze kon amper zelfstandig lopen en hobbelde met kleine pasjes over het plein. Waarschijnlijk zagen weinig mensen haar, want ze was geen onderdeel van een act. Tijdens het lopen bleef ze stilstaan en keek ze naar de grond. Ze deed een stap vooruit. Achteruit. Greep met haar kleine handjes naar de grond. Het kleine meisje ontdekte ineens dat een gekke vlek haar achtervolgde. Het zat aan haar vastgeplakt en ging niet weg. Ook veranderde het vaak van vorm. Schaduw.

En achter dit kleine meisje was een opmerkzame leuke vrouw. Zij ontdekte wat haar dochtertje zojuist had opgemerkt. Zij pakte haar niet vast, knielde niet met uitleg. Ze keek naar dat kleine meisje, strekte haar armen en bewoog haar vingers snel heen en weer. Het kleine meisje keek op en deed haar moeder na. De moeder keek naar haar eigen schaduw en tilde een been op. Langzamerhand begon het bij het kleine meisje door te dringen dat die gekke donkere vlek bij haar hoorde. Toen liepen zij weer verder. Stap stap, hobbel, stap. Het meisje bleef naar de grond staren. Zou ze haar schaduw nog eens te slim af zijn?

Het straatfestival was mooi. Maar hoe mooi alle gemaakte performances ook kunnen zijn, de puurheid van een kind overstijgt alles.

Als je interesse hebt, stuur dan een column van jouw hand naar Zonnetje40. Of stuur een PM. Je krijgt z.s.m. een reactie.

Eindredactie FOK!columns