Vroeg uit de veren

Martin (Martin7sloten)

Natuurlijk kan ik ook gewoon bij de eerste wekker meteen uit bed gaan en het rustig aan doen. Aan de andere kant is het wel erg lekker om zo vroeg nog even tien of twintig minuten te blijven liggen 'snoozen'. Ik zet standaard drie wekkers op mijn iPhone. De eerste druk ik uit terwijl ik nog lig te slapen. De tweede staat een halfuur later mét 'snooze'. Die hoor ik wél. Normaal gesproken dan. Vervolgens is er nog een 'noodwekker' die op de uiterste tijd staat. Die zet ik al uit voordat die afgaat.

Mijn klok in de woonkamer loopt tien minuten voor. Zo kom ik overal op tijd, is het idee. Echter ben ik daar al zo aan gewend geraakt, dat dat trucje inmiddels niet meer werkt. Dan is er een digitale klok op de oven in de keuken. Die staat precies op tijd, net als de klok op mijn iPhone.

Het kán allemaal net, maar er moet dan ook niks tegenzitten. Mijn kleren leg ik 's avonds gereed. Mijn laptoptas staat 'pakklaar' in de woonkamer. Mijn portemonnee ligt op tafel. Mijn sleutels steken in het slot. De koffiemachine staat voorbereid op dat eerste noodzakelijke kopje koffie. Niets laat ik aan het toeval over.

Doorgaans stap ik na twee keer 'snoozen' uit bed. Dan kan ik precies mijn kop koffie drinken en twee boterhammen smeren. Voor onderweg. Wassen, tanden poetsen, nog één blik op mijn ongekamde haren en hup, naar de trein.

Behalve vandaag. Vanochtend schrok ik wakker. Het is al 'heel'! Oh nee, dat red ik nooit meer. Vlug spring ik uit bed. Dan maar geen koffie, geen boterhammen. Wel wassen, tandenpoetsen en aankleden. Geen tijd voor de spiegel. Ik schrik van de klok in de kamer: '20. Ik moet dat ding ook gewoon op tijd zetten. Keuken: '10. En het is negen minuten lopen naar het station. Of vijf minuten rennen. Mijn trein vertrekt om '17. Rennen dus!

Wanneer ik door de winkelstraat ren, bedenk ik mij dat ik in Amsterdam wel een kop koffie en een broodje kan kopen. Dan opeens stop ik met rennen. Hijgend kom ik tot stilstand. Ik laat mijn laptoptas van mijn schouder glijden en kijk achterom op de klok van de juwelier. Twaalf minuten over vijf. Precies. Een blik op mijn iPhone bevestigt mijn vrees.

Ik ben een uur te vroeg! Die wekker van vijf uur was de wekker die ik normaal nooit hoor. Mijn trein gaat pas over een uur. Zal ik doorlopen en een uur eerder naar het werk gaan? Mijn zin in koffie wint het van die gedachte, dus keer ik toch maar weer huiswaarts. Onder het genot van een vers gezette bak koffie ontbijt ik nu eens thuis in plaats van in de trein. Opeens ervaar ik hoe het is om rustig de tijd te kunnen nemen. De minuten tikken langzaam en aangenaam weg. Om zes uur wandel ik op mijn gemak naar het station.

Vanavond zet ik maar één wekker: die van vijf uur.