Geen afscheid

MauriceJJG

mauriceJJG_columnicon

Sinds een week of twee heb ik nieuwe buren. Nieuwe buren van het gevederde soort. Ze zijn bezig met de inrichting en vrouwlief lijkt mij geen makkelijk te plezieren dame.

Zaterdagavond, niets meer op TV en Klaas Vaak was in geen velden of wegen te bekennen met zijn slaapzand. Dus werd het film kijken tot hij zich zou aandienen en mij weg zou nemen uit het dagelijks leven en mee zou sleuren in die andere wereld waar ook altijd wat te beleven valt. Het werd de film Bill W. die ook op YouTube wel te vinden is, maar ik had de CD van iemand gekregen afgelopen februari.
Ergens halverwege de film ben ik met een dekentje over me heen in slaap gevallen en schrok wakker van mijn gevederde, geen huur betalende, buurvrouw die onverstaanbaar aan het roepen was naar iets. Zou ze mijn lengte hebben gehad, dan was het vast schreeuwen geweest. En toch kon ik niet peilen waar ze zich bevond.
Na 15! minuten vond ik het welletjes en slipperde naar mijn twee balkondeuren en opende deze. Snel vloog ze naar de boom tegenover mijn woning en keek mij met een schuin kopje aan, zichzelf vast afvragend wie ik was.
“Kun je het niet op een vriendelijke toon vragen aan je man? Schreeuwen is a) niet echt vrouwelijk en b) wat moeten al die andere mussen wel niet van je denken?” Ik had het nog niet gezegd of voelde me gelijk achterlijk. Typisch ik  weer die tegen een mus gaat aan staan lullen die er werkelijk geen woord van verstaat.

En toch werd het stil.
Eigenlijk net zo stil als ik. Niet in het hoofd. Dat maalt wel door. Ik krijg het echter niet meer uit mijn vingers. Helaas.
Dit besluit nam ik vanavond (zondag) toen ik door de straten van mijn nieuwe buurt wandelde. Hoewel ik het nog wel genoeg tabak had, besloot ik nog een pakje te halen en dit maal zou ik Paula, mijn pas verworven stalen ros, in het berghok laten en de benenwagen nemen naar de buurtsuper. Niet wetende dat deze om 20.00 uur al gesloten was. Dus stiefelde ik op mijn dooie gemak door de Bestevaerstraat naar de Jan van Galenstraat omdat daar een grote Appie zat en deze vast tot 22.00 uur open zou zijn. Niet dus. Het werd de avondwinkel waar ik vorige week over schreef: Nummer 106.
Tijdens het lopen moest ik aan Okaht's woorden denken: “In principe kun je de wereld maar in een straal van 100 meter van waar je bent echt beïnvloeden. Digitaal kun je dat groter maken, maar het is zonde als je dan die 100 meter uit het oog verliest.”
En daar was ik het zowaar mee eens.
Waar ik tijdens de wandeling ook keek, geen ellende. Spelende kinderen, groepjes opgeschoten jeugd die bijeen stonden te praten en hier en daar een verdwaalde halsbandparkiet, ver van zijn of haar kooi; deze zijn trouwens vaste klant bij mijn benedenbuurman die ze te eten geeft, vandaar dat ik het ras weet. Dit is wat ik zocht. Rust en daarbij gratis een mooie omgeving.

Anyway. Dit is voorlopig mijn laatste column. Wellicht zou ik af en toe een bijdrage kunnen leveren, maar niet meer wekelijks. Ik moet terug naar mijn basis die ik uit het oog ben verloren. Terug naar het werken aan mezelf en dingen op papier gaan uitwerken waar ik al meer dan een halfjaar tegenaan loop te hikken. Het verschuilen achter het moeten schrijven van een wekelijkse column werd een goed excuus om daar niet aan te beginnen. Ik moet meer de deur uit. Naar plekken die er werkelijk toe doen en rust proberen te vinden bij mensen die veel voor mij betekenen.
En die mussen? Die zal het een worst wezen wat wij uitspoken ;-)

Ik dank jullie voor het lezen en de vaak leuke – geheel onverwachte – reacties.
Tot de volgende keer.