Dodelijke date 19

Dick (Bornfree)

Na een paar uur kwam de treiteraar binnen met de spullen die ik gevraagd had. Hij zei niets en keek mij op een andere manier aan. Hij had een bepaalde blik in zijn ogen die leek op respect, omdat ik met Xandra bezig was. Ik vroeg hem om een tetanusinjectie voor Xandra. Hij gaf hem direct en trok de bescherming van de naald zodat ik hem direct toe kon dienen. Xandra opende haar ogen even. Ik zag dat ze enorm veel pijn had.
‘Moet dit nu? Gaan jullie zo om met jullie handelswaar?’ Nadat ik deze woorden had uitgesproken, verwachtte ik een paar flinke klappen en sloot mijn ogen kort. Maar ik hoorde zijn stem.
‘Waar denk je dat die gozer ligt die haar dit aangedaan heeft?’
‘In het ziekenhuis? Ik weet dat jullie nogal snel erop los slaan.’
‘Ziekenhuis? Luister, die mannen hadden gehoopt dat het een ziekenhuis zou worden. Ze liggen een heel eind onder de grond. Geloof mij, zo wil niemand aan zijn einde komen. Het heeft uren geduurd.’ Hij zei het met een soort trots in zijn gelaat die ik niet snapte. Ik besloot er niet op in te gaan, maar wilde hem toch iets van mij meegeven.
‘Toch ga ik geen doodsangsten uitstaan als jullie in de buurt zijn. Ik ben alles al kwijt, dus er blijft niet veel over om mij mee te sarren.’
‘Wees daar niet zo zeker van schat, je hebt je kinderen nog.’
‘Val dood man, val alsjeblieft dood.’ Hij lachte schaapachtig en vertrok. De treiteraar. Ik besefte heel goed dat ik niet te veel met deze man te maken moest hebben, het zou mijn dood een keer worden. Dat wist ik zeker.

‘Martha?’ Ik sliep heel licht toen ik de zachte stem van Xandra hoorde. Ik vloog mijn bed uit en inspecteerde haar. Ik schrok erg toen ik de grote bloedplas tussen haar benen zag. ‘Een inwendige bloeding’, dacht ik.
‘Ik ga je helpen, ik ga je helpen, hou vol lieverd, hou vol’, zei ik, maar ze pakte mijn hand en trok deze bij haar eigen kruis vandaan en bracht hem naar haar hals.
‘Martha, Martha luister, ik heb al licht gezien, een helder, wit licht vannacht. Ik weet waar ik naartoe ga, ik dacht al onderweg te zijn. Laat mij gaan, lieve vrouw, laat mij gaan. Maar ik moet je nog een boodschap doorgegeven. De eerste man die ik gisteren had, was een lieve zachtaardige Hollander. Zijn vrouw wilde geen seks meer en ze vond het goed dat hij zo af en toe naar prostituees ging. Ik heb hem jouw verhaal verteld en hij zou ervoor zorgen dat het bekend zou worden bij de juiste personen. Ik hoop zo dat hem dit lukt. Het waren twee mannen na hem die mij dit aangedaan hebben. Ook twee Hollanders, van het type tokkie, je kent ze wel. De een had een opvallende tattoo rechts boven aan zijn arm. Twee messen, dolken, gekruist met een handgranaat ertussen volgens mij. Er stond ook nog tekst maar dat kon ik niet lezen. Wil je wat voor mij doen?’ vroeg ze terwijl haar stem met de minuut zwakker werd. Ik kon haar bijna niet meer verstaan.
‘Zorg dat je deze mannen voor een gerecht brengt. Maakt mij niet uit welk gerecht.’ Ze knipoogde, glimlachte en sprak haar laatste woorden. ‘Ik ben blij dat jij hier nu bent, dat ik je gekend heb. Het ga je goed lieverd en als ik over je kan waken of je kan beschermen daar, aan de andere kant, dan zal ik dat doen.’ 
Ik hoorde haar laatste adem. Mijn oor voelde de warmte van deze adem omdat ik haar laatste zinnen bijna niet meer hoorde, was ik met mijn oor naar haar mond gegaan. Alsof ze door mij heen ging met deze laatste adem. Ik voelde mij vreemd en duizelig. Ik had van mijn leven nog nooit zo’n sterke beleving gehad. Zo sterk dat ik ervan moest huilen, alsof ik even geraakt werd door het moment waar Xandra zich bevond op dat moment. Ergens op de helft van haar met helder wit licht gevulde tunnel. Ik was nooit een vrouw geweest die het diep spirituele aanvaardde. Een hoop woorden van mensen die het allemaal wisten terwijl ik zoiets had van 'het zal wel'. Maar dit was anders. Dit was een bijzonder moment dat ik nooit meer zou vergeten. Ik voelde haar op een of andere manier nog steeds heel dicht bij mij. Ik kon het niet uitleggen. Alsof ze mij probeerde te troosten, voelde helemaal geen ellende. Voor even, heel even.

De treiteraar ruimde het lijk van Xandra op samen met nog iemand die ik inmiddels al van gezicht kende. Ik onthield al de gezichten goed en lette daarbij op details zoals: pukkels, gehechte wonden, de ogen en de totale vorm van het gezicht. Ik probeerde alles in mij op te slaan door hardop te herhalen wie ik gezien had en hoe hij eruit zag. Ik gaf ze namen. De Treiteraar, de Neus, Oortje, Manke, Litteken en Slechterik. Dit waren de mannen die ik nu gezien had. De Neus was kaal, maar ik wilde hem niet de Kale noemen, want bij een latere herkenning zou hij wel eens lang haar kunnen hebben. Die neus zou niet zo snel veranderen, die was enorm en stond in een hoek op zijn lelijke gelaat. Maar er waren er meer, ik moest oppassen niet te lang naar ze te kijken. Ik dacht: ‘Hoe langer ik ze aankijk, hoe beter ik ze mij kan herinneren.’ Veronderstel dat er een eind aan deze hel zou komen? Ik geloofde er elke dag in en elke dag dat ik langer in deze hete, grote oven zat, vloeide er een druppel zekerheid weg. De zekerheid dat ik vrij zou komen. En ik wist dat het geen emmer vol was. Ik miste Nederland nu meer dan ooit en vroeg mij nog steeds af of ik in een heel slechte film beland was. Het was een film! Een film waar Mo de regisseur van was, niet alleen van mijn rol, maar ook van mijn leven.

Na een tijd, nadat Xandra weggehaald was, werd ik bruut gestoord in mijn slaap doordat mijn deur wild werd opengedaan. Er werd een schoon matras naar binnen gesleept en schone lakens en een deken. De twee mannen, de Neus en het Litteken, namen de in bloed gedrenkte matras en lakens weer mee. Ik sliep weer door. Ik weet niet na hoeveel tijd de deur weer werd opengesmeten, want ik had geen besef van tijd, maar er werd een jong meisje naar binnen geduwd door de Neus. Zij was een beetje Indisch met lang verzorgd donker haar. Ik schatte dat ze totaal vers was. Ik was direct wakker en stond naast mijn bed. Ik keek haar aan, zij mij. Haar gezicht was nat van de tranen.
‘Hoe heet jij?’ vroeg ik voorzichtig.
‘Star van Drutten mevrouw.’
‘Mevrouw. Opgevoed?’ dacht ik. Haar stem klonk nog zo jong. Ik moest mijn emotie wegslikken wanneer ik eraan dacht hoe dit meisje straks misbruikt zou worden. Het maakte mij misselijk.
‘Vertel je verhaal, Star.’
‘Eigenlijk is het Starre.’ Ze wreef zenuwachtig met haar handen tussen haar blote benen. Ze had een aantrekkelijk figuurtje. Niet te dik maar ook niet te mager. Ik schatte haar een meter vijfenzestig. Doker haar en kleine, scherpe ogen. Een knap meisje.

‘Hoe oud ben je?’
‘Achttien. Ik ben hier met een stel vriendinnen op vakantie. Ik weet niet eens hoe ik hier terecht ben gekomen. Gisterenavond kwamen we een stel leuke plaatselijke jongens tegen. Voordat we het wisten, zoenden we met hen op de dansvloer. Ik vond het toen al een beetje verdacht dat ze allemaal even mooi waren. Een soort fotomodellen.’
‘Hoeveel waren het er?’ vroeg ik gehaast. Ik wilde zo veel mogelijk van haar weten.
‘Acht.’
‘Nu je geheugen nog fris is, probeer zo veel mogelijk details van de jongen in je geheugen te prenten. Denk aan het gezicht en de specifieke eigenschappen daarin. Denk ook aan het gedrag, geef ze één voor één anders een gekke naam zodat je voor altijd weet wie bij welk gezicht hoort. Snap je het, en snap je ook waarom?’
‘Ja ja, dat begrijp ik wel. Ik studeer, eerstejaars psychologie.’
‘Doe het, en doe het snel. Weet je wat je hier te wachten staat?’
‘Absoluut niet. Ik weet ook niet hoe ik hier gekomen ben.’
‘Ik zal je eerst mijn verhaal vertellen. Want iedereen die ik tegenkom hier vertel ik mijn verhaal en ik wil hun verhaal horen zodat we het overal en aan iedereen kunnen vertellen op het juiste moment.’
‘Zit u hier al zo lang dan?’ vroeg ze geschrokken. Ik glimlachte.
‘Mijn leeftijd, ha ja, dat maakt voor deze mannen niet uit. Ze nemen je je schoonheid af, je illusies over je toekomst. Ze nemen je je geld en al je andere bezittingen af, als je dat hebt tenminste.’ Ik vertelde haar mijn verhaal. Star luisterde zeer aandachtig. Soms zag ik haar mond openvallen. Het was geen harde vrouw en ik maakte mij meer dan gewone zorgen over haar toekomst hier of ergens anders met de mannen die mij en haar gevangen hielden hier. Vier mannen stormden binnen. De Neus, Mo? Litteken en al weer een onbekende voor mij. Ze waren uiterst gespannen en keken naar Star. Ik hield mijn adem in.