Dag lieve Struin

Martin (Martin7sloten)

Afgelopen weekend heb ik definitief afscheid moeten nemen van mijn beagle Struin. Ze heeft de respectabele leeftijd behaald van bijna veertien en een half jaar. Haar einde heb ik helaas niet mee mogen maken. Ik heb begrepen dat Struin op was en dat haar bazinnetje de moeilijke en dappere beslissing heeft genomen haar niet langer te laten lijden.

Struin en haar bazinnetje heb ik vorig jaar verlaten. We hebben toen samen besloten dat het voor Struin beter was dat ik haar niet meer zag. Ik ben teruggekeerd naar de 'roots' van de familie 7sloten en woon nu in de regio IJmond. Wanneer ik door de winkelstraat loop, kan ik de schoorstenen van de hoogovens zien, waar pa 7sloten vroeger heeft gewerkt. Aan de overkomende vliegtuigen ben ik snel gewend geraakt. Ik voel mij hier thuis.

Als kind van een jaar of drie rende ik vaak naar buiten wanneer er een straaljager overkwam. Ik wees dan met mijn kleine kromme wijsvingertje de lucht in, keek naar papa en riep verrukt: "Vlietuug!" Ik kende geen angst voor het harde geluid. Als papa dan na een minuut aan de voordeur kwam kijken, was er slechts nog een witte streep in de lucht te zien. "Ja, ik zie het", zei hij dan.

Wanneer we op bezoek gingen naar familie in Haarlem, reed pa 7sloten meestal even langs een van de spottersplekken rondom Schiphol. Pa wist er genoeg. Hij parkeerde zijn oranje Simca 1100 vaak in de berm langs de weg en wees dan met mij op zijn knie, een peuk op zijn lippen en zijn hemd uit zijn broek naar de laag overkomende, bulderende kisten.

Op mijn manier heb ik afscheid genomen van Struin door naar Zandvoort te gaan, één van onze favoriete uitstapjes. Al bij het verlaten van de trein trok ze meteen richting zee. Helemaal gek was ze ervan. Wel had ze respect voor de golven, maar wanneer ik haar balletje in de zee gooide, was geen golf voor mijn dappere beagle te hoog en zwom ze met haar speeltje in haar bek trots weer terug. Of ze wachtte slim tot de golven haar een handje hielpen.

Met Struin in gedachten naast mij, wandel ik het vertrouwde stuk van de trein naar de kust. Het valt mij zwaar. De zeelucht. De eerste beelden van de golven. De eerste stap met mijn voeten in het zand. In gedachten hoor ik Struin vol ongeduld blaffen. Wanneer ik haar halsband losmaak, sprint ze zonder om te kijken in één rechte streep naar de zee. Ze dartelt in de golven en drinkt een paar slokken van het zoute water. Dan richt ze haar kop op om te kijken of ik ook wel ben meegekomen. Wanneer ze mij heeft gespot, rent ze hard naar mij toe. Ze wil dat ik iets uit mijn jaszak pak. Iets wat ik in zee kan gooien en waar zij achteraan kan vangen.

Ik voel in mijn zakken en haal mijn iPhone tevoorschijn. Op het scherm staat een foto van Struin. Van toen ze nog jong was. Ik kijk naar een lege zee. Met mijn vingers schrijf ik de naam 'Struin' in het zand. De zee spoelt met twee golven de letters weg. Het is goed.

Naast mij kijkt een man van - ik schat - mijn leeftijd tegen de zon de lucht in naar een zwaar ronkend vliegtuig. "Blijft fascinerend, hè?", vraag ik hem terwijl ik mijn neus ophaal. "Nou, ik vind dat hij behoorlijk laag overkomt", klinkt het met enige verontwaardiging in zijn stem. Hij kijkt bedenkelijk omhoog naar de langzaam vervagende vliegtuigstrepen.

Ik leg mijn rechterhand op zijn schouder en antwoord: "Als ze er opeens niet meer zouden zijn, dan zul je ze nog missen."

Ter nagedachtenis aan mijn trouwe maatje Struin (1998-2013)