De eerste wolkenkrabber

Bert (superworm)

Van Londen tot Tokio is het in elke stad hetzelfde. Oude, statige straten met panden van hooguit vier of vijf verdiepingen worden afgewisseld met enorme flats, kantoorgebouwen en andere wolkenkrabbers. Vaak vroeg ik mij af: waar begon dat nou? Ja, de V.S., natuurlijk, maar hoe precies dan? Wanneer precies? Door wie precies? Met welke gebouwen? Staan die gebouwen er nog? 

Wat was, kortom, de eerste wolkenkrabber ter wereld?

Zoals altijd waren Google en Wikipedia van onschatbare waarde bij het vinden van dit antwoord. De Wiki “Early Skyscrapers” bleek zeer gedetailleerd en omvangrijk. Maar zoals altijd bleek dat wat gecompliceerder te zijn dan verwacht. De ontwikkeling van de high-rise eind jaren 1880, begin jaren 1890, hing af van een aantal aparte ontwikkelingen in de architectuur.

De lift
“To take anyone to the floor they so desire. Buildings continue to climb. Soon they will outstrip the stamina of our legs.” (film “Kate & Leopold”, 2001)

De lift werd in de jaren 1870 voor het eerst in gebouwen opgenomen en sindsdien steeds vaker ingezet bij appartementencomplexen, hotels en kantoorgebouwen van steeds meer verdiepingen. De hoogte van een gebouw had echter een kritiek maximum, dat afhing van de manier van bouwen.

Bakstenen draagmuren
Duizenden jaren lang was een gebouw gemaakt van vier draagmuren aan de buitenkant (van hout of steen). Iedereen begrijpt dat een bakstenen muur aan de onderkant veel breder moet zijn dan aan de bovenkant – er moet immers meer gewicht gedragen worden.

Effectief betekende dat, dat als je zo'n gebouw hoger dan een verdieping of zes begon te bouwen, het ding zó zwaar werd dat er praktisch geen ruimte meer overbleef op de onderste verdiepingen. Vrijwel elke beschikbare centimeter zou dan door muren worden opgenomen. De veranderingen die snel zouden komen om dit probleem op te lossen, kwamen uit onverwachte hoek.

Bouwen zonder expertise
Destijds waren er twee groepen mensen die bouwwerken neerzetten. Van oudsher waren er architecten, huisbazen, timmerlui en andere lokale figuren die gebouwen neerzetten van twee tot maximaal vier verdiepingen hoog.

Voor werken tot wonen, van rijk tot arm, was lokale expertise en het vertrouwen op solide draagmuren, genoeg. Bouwkunde werd dus nauwelijks toegepast, technici hielden zich er eenvoudigweg niet mee bezig.

“The monarchy is dead. We are relics. That is reality. The new Royals are men of accomplishment. Men like Roebling, with his bridge; Edison, with his lamp; Diesel, Bell, Westinghouse... those men made themselves from nothing!

Bouwers mét expertise
Ja, er waren wel mannen die van wanten wisten, die al decennia giganteske dingen van staal neerzetten: bruggen, fabrieken, spoorwegen, u roept, zij draaiden. Deze Victoriaanse opperbazen zijn nog steeds wereldwijd bekend om hun genialiteit.

Veel van de bouwwerken staan er nog steeds, denk aan Tower- en Brooklyn Bridge. De Eiffeltoren is nog zo'n voorbeeld van de techniek die al bestond: stalen frames konden in principe ettelijke honderden meters hoog reiken, al in de jaren 1880.

Toen deze mannen van ijzer en staal zich in dat decennium eindelijk met 'gewone' gebouwen gingen bemoeien, doemden wat wij nu wolkenkrabbers noemen, op aan de horizon. Stapje voor stapje, ontwikkeling na verbetering na op je bek gaan en opnieuw proberen. Steeds een verdieping hoger, de hoogte-breedteverhouding steeds groter (al in 1900 soms 10 op 1).

Diverse factoren: wind, vuur, water
Chicago had in 1830 een paar inwoners. Het was een vissersdorpje, meer niet. In 1870 woonden er honderdduizenden mensen. Die enorme groei was volledig opgevangen met houten gebouwen. Dat ging fout – in '71 brandde het hele oude centrum in één keer af en werd bouwen in hout daarom ook verboden in Chicago.

Andere zaken, zoals het herhaaldelijk bij stormen ineenstorten van bruggen en gebouwen, zorgden ervoor dat bij de steeds hoger wordende gebouwen (dankzij die nieuwe uitvinding, de lift), de kans op ineenstorten steeds groter werd. De draagmuren moesten én het gewicht van het gebouw, én de laterale krachten van weer en wind trotseren.

Meer en meer reglementen: professionelere bouw
Stap voor stap werd bouwen daarom steeds professioneler. Steeds meer zaken werden gereglementeerd. Na het in een luttel half uur afbranden van de volledige binnenkant van een appartementencomplex van tien verdiepingen hoog, werden ook houten vloeren verboden.

En om de bakstenen muren dunner te maken werden ze aanvankelijk versterkt met ijzeren balken. Hoewel ijzer duurder was, leverde het geld op. Dit dankzij de hoeveelheid baksteen die je minder nodig had, alsmede het aantal metselaars dat je niet langer hoefde in te huren.

Stalen frame + woon/werkruimte = win
De twee werelden van lokale architecten en internationaal bekende Victoriaanse staalingenieurs kwamen zoals gezegd uiteindelijk bijeen, mede door die factoren als wind, vuur en water, die bij gebouwen van tien meter hoog verwaarloosbaar zijn, maar die bij honderd meter uiterst destructief kunnen zijn.

Via verschillende tussenstappen (steeds meer staal en steeds minder baksteen, kortweg) kwamen zij uit op de stalen kooiconstructie die nog steeds wordt gebruikt. Buitenmuren droegen het gebouw niet langer, maar een interne kooi van staal – dezelfde kooi, die je omhoog zag steken terwijl het WTC eromheen al was ingestort.

In 1884 werd in Chicago het eerste gebouw neergezet dat op sierwanden na, volledig op zo'n staalconstructie restte: het twaalf verdiepingen tellende Home Insurance Building, in totaal 42 meter hoog. Sommigen noemen dit om die staalconstructie de eerste wolkenkrabber, maar elke ontwikkeling brengt een nieuwe, hogere, beter uitgedachte gegadigde met zich mee. 

It's a race! A rat race!
Door van draagmuren af te stappen konden er plots gebouwen worden neergezet die in principe net zo hoog konden zijn als men kon of wilde betalen. Veertien, zestien, twintig, vijfentwintig verdiepingen, steeds een stukje hoger. Hoe meer macht en geld je had, hoe hoger je gebouw. De Eerste Wolkenkrabber is er dus niet echt.

Deze rat race begon op Park Row, de rij media-hoofdkantoren langs New York City Hall. Kranten zaten zo dicht mogelijk bij het bestuur van de stad om letterlijk bovenop het nieuws te zitten. Kranten(magnaten) hadden daar steeds meer kantoorruimte nodig – vanaf 1889 schoot men daarom definitief de hoogte in.

The World 
Dat jaar begon de bouw van het nieuwste phalluskantoor, 94 meter hoog en twintig verdiepingen tellend, om de burelen van The New York World te huisvesten. Het gebouw was een tijd lang het hoogst van de wereld, op kerktorens en piramides na. Park Row zou in no-time onherkenbaar veranderen.

If I can make it there
I'll make it anywhere
It's up to you, New York,
New York

Het is behalve het verhaal van wolkenkrabbers, vooral het verhaal van De Nieuwsgiganten: hoe zij met hun Yellow Press de media compleet veranderden tot wat ze nu nog steeds zijn, hoe alles eenvoudig geschreven moesten worden voor al die miljoenen immigranten en voor de laaggeletterde news boys die de kranten aan de man moesten brengen.

Dat verhaal is zo interessant, zo belangrijk geweest voor de ontwikkeling van moderne media, wolkenkrabbers, burgerrechten, de Amerikaanse Droom en de stad New York zelve, dat het een aparte column verdient.

Daarom volgende week meer, waar we beginnen in het jaar 1890, bij die bittere concurrenten van Park Row: Times, Hearst en Pulitzer, van hun onderlinge haat, tot hun gezamenlijke gebruik van kinderarbeid.

Via de website van het New York Museum of Skyscrapers kwam ik op hun YouTube-pagina uit, waar zij veel excellente lezingen geüpload hebben met betrekking op de geschiedenis van de wolkenkrabber. Vooral de lezing van bouwkundige en schrijver Donald Friedman was enorm interessant en is gebruikt als bronmateriaal voor deze column en de komende.