Ivo Opstelten staat voor lul

Luc (LvanLier)

In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Luc van Lier en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep.

Zozo, TheGrandWazoo! Mooi betoog, afgelopen zondag, over hoe de “schijtgeneratie” met zijn smartphones via Twitter en Facebook tracht de politiek te beïnvloeden, en soms ook met succes. Ik ben benieuwd, hoeveel mensen op de door jou genoemde locaties nu mijn klaagzang via die heel moderne media zitten te lezen. Maar we maken even een overstap van het kleinste kamertje naar de Tweede Kamer. De Zwetsprijs. Die ken je? Dat is de prijs voor de politicus die de meest onbegrijpelijke taal uitslaat in de Tweede Kamer. Ging dit jaar naar die meneer Ojik van GroenLinks. Omdat zijn taalgebruik o.a. aan elkaar hing van de afkortingen etc, waardoor hij feitelijk slecht te volgen was. Nou vind ik dat persoonlijk ook niet zo erg, dat de verhalen van de fractievoorzitter van GroenLinks niet te volgen zijn. Uit die splinterpartij komt sowieso niets dan lulkoek. Wereldvreemde idioten, achtereenvolgens aangevoerd door een terroristenfan, een stekkerdoos en een murmelende bejaarde.

Maar vandaag wil ik het ook even hebben over een andere murmelende bejaarde. Ivo Opstelten. Hij is de Minister van Justitie. Verantwoordelijk voor het wereldrecord telefoontaps en de ongeëvenaarde aantasting van de privacy van computergebruikers. Allemaal fraai spierballenbeleid, maar draagt het wat bij aan de bestrijding van de criminaliteit? Nee. Want in Friesland wordt een winkeldief vrijgesproken terwijl het bewijs van zijn diefstal onverbiddelijk vaststond. Videoband. De winkeldief was onvindbaar, dus werd zijn boeventronie getoond op een website van de Friese politie. Opsporjink Versjocht of iets in die geest. Prachtige taal, dat Fries. Maar goed, voor de winkeldief zat er niets anders op dan zich te melden. Mooi zo. Niet dus:  de rechter sprak de winkeldief daarop vrij. Want het Openbaar Ministerie had zijn bevoegdheid om te beslissen, welke boevenkop wel, en welke boevenkop niet op internet mocht worden vertoond, overgedragen aan de politie. Wel zo snel, wel zo efficiënt. De rechter vond dat dat niet kon.

Zo’n stuk dieventuig, dat nog te arm is om zelf een advocaat te betalen en die dus van jouw en mijn geld krijgt, laat zich dus vrijrommelen. Ongehoord. Want wat is er mis met het tonen van een verdachte als die zich niet op een andere manier laat opsporen? Moet de politie dan op de gevel van het bureau een prikbord ophangen, met daarop briefjes met het verzoek of de dames en heren criminelen zo vriendelijk zouden willen zijn om zich tijdens kantooruren op het bureau te melden? Hou op nou!

Echt. Ivo Opstelten staat voor lul. Met dit soort rechters blijft het dweilen met de kraan open. Driek schreef het deze week ook al: “Rechters worden voor het leven benoemd. Maar voor rechters die door zulk ernstig disfunctioneren niet langer capabel moeten worden geacht, dient een afzettingsprocedure te worden georganiseerd. Dat die er nu niet of nauwelijks is, is een ernstig manco aan ons rechtssysteem.” Hij heeft gelijk. Groot gelijk.