Verderfelijke Games

Raas (Asics)

De degelijkste vrijetijdsbesteding is uiteraard het lezen van een goed boek. Hoe ‘goed’ dan gedefinieerd zou moeten worden, dat weet niemand. Maar als je een boek leest dat niet ‘goed’ is, dan weten een heleboel mensen je dat zo te vertellen. Diezelfde mensen vinden ook het bekijken van een film, zelfs als het de verfilming van een goed boek betreft, maar niks. In mijn visie is zowel het bekijken van een film als het lezen van een goed of slecht boek allemaal hetzelfde. Je consumeert een verzonnen verhaaltje. Oké, sommige verhaaltjes zijn beter dan andere, maar dat is een kwestie van smaak.

Helemaal uit den boze is natuurlijk het spelen van verderfelijke videogames, die rechtstreeks uit de diepste krochten van de hel in je woonkamer belanden. Games krijgen de schuld van alle ellende in de wereld. Schietpartijen, moord, geweld, brute overvallen en ga zo nog maar even door. Als die verderfelijke games niet hadden bestaan, dan was er nog nooit één frietboer in ons land overvallen.

Mijn oudste zoon is vier jaar. Het is een lief en vrolijk mannetje. Hij komt wel vaker in mijn columns voor. Op de eerste letter van zijn voornaam na, kan hij nog niet lezen of schrijven. Hij kan al wel gamen. Vorige week zaterdag was het hondenweer en toen we nog een uur te gaan hadden alvorens we gingen eten, besloot ik eens wat anders te doen dan voor de twintigste keer dezelfde film van Thomas de Trein op te zetten. Ik had het stof van mijn PS3 afgeblazen, die had letterlijk meer dan een jaar stilgestaan. Mijn zoontje kreeg een controller in zijn handen geduwd, die hij met zijn korte vingertjes maar nauwelijks kon bedwingen. En toen gebeurde er iets prachtigs. Net zoals hij van het ene op het andere moment in staat was om zonder zijwieltjes te fietsen, zo lukte het hem om met een figuurtje door een 3D level te manoeuvreren. Hier en daar had hij misschien nog een kleine aanwijzing nodig, maar hij was prima in staat om zichzelf te redden in die virtuele wereld.

 En moet je zien wat hij nu allemaal niet leert. Hij kan complexe problemen oplossen en zich oriënteren in een grote onbekende omgeving. Ook zijn fijne motoriek wordt enorm gestimuleerd, probeert u maar eens met zo’n figuurtje over een glad en wankel bruggetje te balanceren, terwijl je moet haasten. Hij leert zelfs een eigen strategie te ontwikkelen! Net zoals toen hij voor het eerst zonder zijwieltjes over de stoep fietste, werd ik vervuld van trots om hem zo bezig te zien. Mijn kleine jongen, wat pik je alles snel op en wat word je toch rap groot.

En nu? Gaan we nu alleen nog maar gamen? Nee hoor, zo resoluut als sommige mensen computergames afwijzen, zal ik een goed boek nog altijd omarmen. Tegenwoordig lees ik iedere avond voor uit ‘Abeltje,’ u weet wel, het kereltje dat met de lift door het dak van warenhuis Knots vloog en allerlei avonturen beleeft. Vinden we allebei superspannend. En als meneertje nooit meer buiten zou komen, zelfs niet op warme zomerdagen, omdat er zo nodig gegamed moet worden, dan zal ik hem daar heus op aanspreken. Maar op een regenachtige zaterdag is het heerlijk om samen door de wondere wereld van Rayman 3D te bewegen, en hem allerlei vaardigheden te zien ontwikkelen. De waarheid ligt zoals zo vaak maar weer eens in het midden. Lang leve de spelcomputer.