Hoe komen we van de democratie af? (deel uno)

Hielke (kramer65)

Sinds mijn jeugd heb ik bepaalde zaken altijd voor waarheid aangezien. Zoals het feit dat kokend water heet is, dat ijs koud is, en dat de democratie iets heel erg goeds is. Sinds een paar jaar ben ik er echter achter dat de democratie ook een paar flinke nadelen heeft.

Een groot voordeel van de democratie vind ik het eerlijke gevoel ervan. Iedereen heeft een even grote stem, dus als wij de mening van de meerderheid volgen komt alles goed, zo is de gedachte. Een nadelig verschijnsel is echter, dat een heleboel zaken misschien helemaal geen probleem an sich zijn, maar door mediamanipulatieve aandachtshoeren wel als zodanig op de kaart gezet kunnen worden. Zo werd de wintertijd een hot topic, en door het concept “buitenlanders” op de agenda te zetten boekte Geert de grootste winsten in regio’s waar helemaal geen allochtonen wonen. Het kan toch op z'n minst een bizar fenomeen genoemd worden dat mensen op plaatsen zonder allochtonen in de buurt wel de grootste angst ervoor lijken te hebben.

Naast dit kapen van de problemenarena, kan de grootte van een democratie ook voor andere pijnpunten zorgen. Dit kan drie oorzaken hebben; de getrapte stemming, de kennisafstand tussen de stemmer en de vlakken waarop besloten moet worden, en de geografische afstand tussen stemmer en besliste gebieden.

In de puurste vorm van democratie zou iedereen over elke besluit mee mogen beslissen. Gezien dat in een democratie van meer dan 16 miljoen inwoners wat moeilijk wordt, is er besloten dat iedereen stemt op iemand die zijn of haar mening moet verwoorden. Vervolgens wordt er na een verkiezing niet over elk onderwerp apart gestemd (waarom eigenlijk niet?), maar wordt er nèt zo lang gesproken totdat er een paar groepen een handjeklap-ruilhandel hebben gedaan over de onderwerpen die besloten moeten worden. Dat er ondertussen een flinke afstand is ontstaan tussen de meningen van de stemmer en het pakket van beslissingen dat eruit komt rollen lijkt mij duidelijk. En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat de meningen in de eerste kamer verwoordt worden door senatoren die verkozen zijn door provinciale statenleden die op hun beurt weer verkozen zijn door zo'n 50% van de bevolking. In hoeverre druppelt de mening van het volk dan eigenlijk nog door?

Het probleem zit echter ook in de afstand tussen de kennis van de stemmer en beslissingen zelf. In een democratie zou je eigenlijk over alles een mening moeten hebben. Zo heeft iedereen een mening over de economie, Europa (dankjewel Geert), en de zorg (Het moet beter! En goedkoper!). Ik denk echter, dat nog geen tiende van de mensen echt verstand heeft van één van deze zaken, laat staan van alle drie. Ik zou met liefde willen stemmen op zaken waar ik verstand van heb, en bij de andere zaken willen zetten: “geen verstand van, laat mensen die er wèl verstand van hebben dat beslissen”.

Tot slot is er naast een kennisafstand ook een geografische afstand tussen de stemmer en de beslissingen. Zo beslist een Rotterdams straatjochie indirect over een boer in Polen, en een goulashkroket-eter uit noordoost Dronten over het leven van een papaverboer in Zuidwest Uruzgan.

Kortom; hoe komen we van de democratie af, en hoe kunnen we het vervangen door iets wat beter functioneert en een stukje werkbaarder is? Nou, dat is nog een heel verhaal, waar ik jullie over twee weken mee zal lastig vallen..