Vol is vol

Jean-Paul (Days-Of-Wild)

Los van alle retoriek die eromheen gebruikt wordt, zou je kunnen stellen dat logisch gezien vol inderdaad vol is. Wat er aan de ene kant van de vergelijking staat, is gelijk aan wat er aan de andere kant van de vergelijking staat. De enige conclusie die je dan kan trekken, is dat het klopt. Ik had vroeger op school een wiskundeleraar die met allerlei ingewikkelde formules kon bewijzen dat nul niet bestond en dat twee gelijk is aan drie. Hoewel ik niet zo goed was in wiskunde, leek dat wat hij naar voren bracht wel te kloppen, maar ik hield zo mijn twijfels.

Vol is vol, toch? Het gaat om het begrip vol. Wat is vol? Vol is definitief. Vol wil zeggen dat er niets meer bij kan. De uitspraak, "het is hier erg vol" klopt bijvoorbeeld niet. Je zou moeten zeggen, "het is hier erg druk" of "het is hier vol", hoewel dat laatste betekent dat er echt niets meer bij kan. De overtreffende trap van vol; volst, is dus een beetje dubieus. Dat zou namelijk betekenen dat er bij het één er meer niet bij kan, dan bij het ander. Dat kan dus niet. Vol wordt dus niet goed gebruikt.

Zeker niet in de politiek, waar men nogal eens zegt "vol is vol", als men het heeft over het aantal mensen in ons land. Het land is vol. We zitten aan de maximumcapaciteit er kan niemand meer bij. Het water staat ons tot de lippen en er moet een verplichte geboortestop afgekondigd worden. Niet dus. Het gaat niet om het aantal mensen, maar een aantal mensen, met name de niet-westerse allochtonen. Mensen uit een bepaald land of bepaalde streek in de wereld of mensen met een bepaald geloof. Vol is dus helemaal niet vol. Vol is subjectief.

Soms zie ik wel eens een afval- of prullenbak waarvan ik denk; 'die is vol'. Volle zak eruit halen, lege zak erin stoppen, volle zak in de container gooien, opgelost, zou je denken. Simpel. Kennelijk is mijn definitie van vol, niet die van vele anderen. Die denken bij het zien van een volle vuilnisbak, "Nou, daar kan nog wel wat bij". Dat kan door, dat wat er al in zit, aan te drukken, waarna je je eigen afval erin kan gooien. Dat kan een beperkt aantal keer, want op een gegeven moment kan er niet meer aangedrukt worden. Dan nog schijnt zo'n prullenbak niet vol te zijn. Je kunt je afval er namelijk ook op gooien. Dan krijg je een kopje erop, maar ach, jij bent van je zooi af.

Maar als het vol is, begint de ellende pas. Kijk naar de bezettingsgraad van de zogenoemde megastallen. Bij de helft van het aantal dieren dat erin kan, zou je al denken, dat is vol. Maar niets is minder waar. Er kan nog veel meer bij. Duizenden varkens, vele tienduizenden tot meer dan tweehonderdduizend kippen in één stal. Los van de erbarmelijke toestand waarin die dieren zich bevinden, betekent een ongeluk meteen een regelrechte ramp. Brand is het einde van vele duizenden van deze dieren. Vol? Overvol.

Hoe we met die dieren omgaan, heeft ook invloed op de manier waarop we met voedsel omgaan. Niet alleen proppen we te veel dieren in een stal, we proppen ook te veel dieren in onszelf. De laatste tijd zijn er steeds meer mensen die te zwaar zijn. Dat komt voornamelijk doordat ze te veel eten. Om preciezer te zijn: ze werken meer calorieën naar binnen dan dat ze gedurende de dag verbranden. Je kunt ook zeggen dat ze te weinig bewegen. Als je genoeg gegeten hebt, dan heb je het gevoel vol te zijn. Een deel van het probleem is dat het vol gevoel onderdrukt wordt. Er kan altijd nog wel wat bij, de maag rekt wel mee. En het teveel wordt opgeslagen als vet met als resultaat dat je aankomt en te dik wordt.

Het omgekeerde gebeurt ook. Dat er nauwelijks iets in je maag komt en dat je hoofd zegt: vol! Resoluut. Geen discussie mogelijk. Er mag niets meer bij. En dat gebeurt dan ook niet. In dat geval is vol niet vol, maar eigenlijk leeg. Zo zie je maar dat een op het eerste gezicht logische vergelijking, vol is vol, als je het wat beter bekijkt, helemaal niet blijkt te kloppen. Misschien heeft mijn wiskundeleraar dan toch gelijk gehad met al zijn formules.