Tactisch fietsen

“Alleen maar voorin rijden.” Zo luidde de eerste boodschap van bondscoach Leo van Vliet op de matrixborden langs de weg vanmiddag bij het WK wielrennen. Gouden tip voor onze Oranje-renners, die vast van plan waren achterin te rijden. Nee, dat is flauw en te makkelijk om te roepen, want zonder oortjes was dit in ieder geval een manier om te communiceren met de renners. Maar helpt die communicatie eigenlijk wel? Bestaat er zoiets als tactisch fietsen?

Gisteren leken de Nederlandse dames de geplande tactiek uitstekend uit te voeren. Natuurlijk was Marianne Vos de kopvrouw en dus mocht één van de mindere godinnen mee in de kopgroep om als springplank te fungeren. Vos sprong er naartoe op één van de beklimmingen van de Cauberg en daarna werd het karwei keurig afgemaakt. Tactisch sterk gereden? Ja, natuurlijk wel. Als ze dit van tevoren bedenken en het zo uit kunnen voeren, dan is dat tactisch sterk rijden. Maar dat is ook makkelijk als je de beste wielrenster van de afgelopen jaren in je ploeg hebt.

Daarom lukte het de Belgen vandaag ook om ogenschijnlijk makkelijk de wereldtitel binnen te halen. Ik ga Philippe Gilbert hier niet bestempelen als de beste wielrenner van de afgelopen jaren, maar hij komt aardig in de buurt. Als je daarnaast ook nog Tom Boonen in de gelederen hebt voor het geval dat het een sprint wordt, kun je ook eigenlijk niet anders dan de regenboogtrui pakken. “Alleen maar voorin rijden” was dan ook een uitvoerbare opdracht voor de Belgen, die op de laatste beklimming van de Cauberg zelfs even vier renners bij de eerste vijf hadden. Gilbert maakte het tactische rijden van de Belgen uitstekend af, maar dat kan dus ook als je de beste wielrenners hebt.

“Beter opletten” stond even na die eerste boodschap op de borden. Bondscoach Leo van Vliet was duidelijk niet tevreden over het feit dat Nederland geen renners meehad in de kopgroep én in de achtervolgende groep. Die kritiek was terecht, want Nederland had alleen kans op een ereplaats als ze in de aanval zouden rijden. Gelukkig zaten Gesink en De Kort later wel mee en toen liet Van Vliet “Prima zo, niet op kop rijden” noteren. Eerst voorin moeten rijden en dan niet vooraan mogen rijden, dat bleek verwarrend: Gesink en De Kort konden hun positie niet uitbuiten.

Vorig jaar had ik na het WK nog kritiek op het selectiebeleid van Van Vliet. Op een vlak parcours kwamen ‘we’ zonder sprinters en met een ploeg vol klimmers in heel het verhaal niet voor. Dat deed Van Vliet dit jaar beter, want de beste renners voor dit parcours waren aanwezig. Maar ja, de beste renners van Nederland zijn duidelijk niet de beste van de wereld. “Alleen maar voorin rijden” is makkelijk te zeggen, maar was vandaag niet uitvoerbaar voor de Nederlanders. De vijfde plek van Lars Boom is dan nog heel aardig gedaan: dat is toch bijna helemaal vooraan.