Ik ga scheiden 41

Dick (Bornfree)

Een fel wit licht priemde in mijn ogen. Het was zo fel dat even door mij heen flitste dat dit wel eens ‘het licht’ zou kunnen zijn. Ik hoorde een stem.
“Petra, ben je wakker?” 
Ik probeerde mijn ogen te openen, maar het bleef voorlopig alleen bij de stem. Het was een zachte vrouwelijke stem. Ik voelde mijn lichaam niet. Langzaam begonnen de contouren van zaken om mijn bed zichtbaar te worden. Ik zag vooral slangen en monitoren. Dezelfde zachte stem drong nu beter binnen. Ik had er geen besef van dat er weer een uur voorbij was.
“Petra, je operatie is geslaagd.” 
Als dit een engel was, kwam ze precies op het juiste moment in mijn leven. Ze was geen engel, maar een mooie brunette in smetteloos wit. Ik keek graag naar haar, gewoon kijken was genoeg.
“Ik ga zo even wat oefeningetjes doen. We willen heel graag weten of je gevoel hebt in alles onder je nek.” 
Ik schudde met mijn hoofd, praten ging niet en ik wist nog niet waarom.
Ze begon te trekken aan mijn tenen. Ik voelde wel iets en stak mijn duim omhoog. Proberen klanken uit mijn keel te krijgen lukte niet. Ze ging met zachte materialen over mijn benen, buik en borst. Ik voelde iets, al was het vaag.
“Je keel kan pijnlijk zijn. De chirurg is via de voorkant van je hals naar de nekwervels gegaan, langs je slokdarm, dan kun je last van je stem hebben omdat je slokdarm en stembanden opzij geduwd worden.”
‘Het zal wel’, dacht ik en viel weer in slaap. De artsen hadden het mij uitgebreid verteld, maar het drong niet tot mij door.

Een kleine, ook al in het wit geklede dokter stond naast mij. Hij had een klein hoofd. Zijn witte jas leek daardoor zo groot. Voor mij was hij helemaal wit met twee donkere pennen in zijn borstzak. Hij sprak tegen mij. Ik geloof niet hij doorhad dat ik de helft niet had verstaan of niet had begrepen. Hij hield mijn hand vast.
“Begrijp je een beetje wat ik je verteld heb?” 
Ik knikte met mijn hoofd ja en daarna nee. Hij glimlachte en begon zijn verhaal nog een keer.
“Uw operatie is geslaagd. Wij hebben de geïrriteerde zenuwen kunnen tunnelen, als het ware. De zenuwen door een buisje geleid.” 
O ja, dit stuk kon ik mij herinneren. Er kwam nog een hele riedel van hem na deze zin. Ik onthield alleen kernwoorden: revalidatie en zes maanden. En ook: ‘U zult weer de oude worden’. Ik bedacht mij even dat ik het woord ‘helemaal’ niet hoorde. Helemaal herstellen. Ik zou erop terugkomen.

Ilse, Markus, Marion en JW hadden aan mijn bed gestaan. Het was zeven uur in de avond. Ik had van acht uur ’s ochtends tot twaalf uur ’s middags in de operatiekamer gelegen en werd pas om twee uur ’s middags goed wakker. Ik zag ze even; ze hielden mijn handen vast. Ik voelde hun warmte. Toen ik mijn ogen weer opende, waren ze weg. Dat maakte mij droevig. Ik keek op een klok in mijn kamer en bemerkte dat er nog meer mensen in mijn kamer waren. Ik wilde ze niet tellen, want heel mijn nek deed zeer en bovendien kon ik niet slikken. Ik probeerde te spreken toen een zuster mij klaar leek te maken voor de nacht. Ze trok mijn lakens recht en ik kreeg een verse zak met medicijnen, dacht ik, aangehangen aan een metalen constructie die aan mijn bed was gemonteerd. Gelukkig hing hij er niet alleen. In de laatst omgehangen zak bleek ook morfine te zitten, zo meldde mij de ochtendploeg.
“U heeft lekker geslapen, hè mevrouw? Hier zat morfine in.” 
Ze glimlacht toen ze de lege plastic zak die er het laatst aangehangen was, afhaalde. Ik tilde mijn rechterhand samen met de naald die in mijn hand zat, zorgvuldig op. Ik wenkte haar. Ze begreep al dat ze met haar oor dicht naar mijn mond moest gaan. Ik had een stem van niets.
“Waar zijn mijn kinderen?”
“Die komen zo, Petra. Markus heeft gebeld. Voordat hij naar school ging zou hij langskomen. Hij vroeg of dit goed was. Dat was het natuurlijk. Ik hoopte dat Ilse mee zou komen. Markus kwam alleen. Hij keek mij eerst lang aan.

“Hoe gaat het mam?” 
Mijn stem was heel zacht. Hij kwam met zijn oor naar mijn mond. Ik vond het de zaligste tien minuten van de afgelopen tijd. Hij zei dat Ilse nog sliep en dat JW na elf uur in de ochtend zou komen omdat dan zijn dienst zou aflopen. JW kwam. Ik voelde mij heerlijk wanneer hij in de buurt was. Hij was niet alleen goed voor ons, maar gedroeg zich steeds als een vader voor Ilse en Markus.

Dagen slopen voorbij. Ik was het ziekenhuis zat en wilde naar huis. Ik had al gelopen en liep nog net zo als voor de operatie, ik leek alleen veel meer te voelen in mijn benen. Het leek net of ze sterker waren, wat mij zekerder maakte. Iedere dag ging het beter. De achtste dag na mijn operatie stond ik JW op te wachten bij de voordeur van het ziekenhuis. Ik zag hem al aan komen rijden met zijn privé-auto. Er zat een vrouw naast hem, hij stapte uit, de vrouw ook. Zij stapte achter het stuur en reed weg nadat zij hem op beide wangen gezoend had. Alsof mijn hart in stikstof gedompeld werd. Het stond stil en was diep bevroren. Hij kwam lachend binnen.
“Mijn zusje Vera bracht mij weg. Het is een lieverd. Mijn auto is stuk. Hoe gaat het lieverd? Je staat mij op te wachten. Ik ben trots op je, zonder rollator!” 
Mijn hart ontdooide net zo snel als dat het bevroren was. Toen het weer klopte, voelde ik het warme bloed naar mijn hoofd stijgen.
“Ontzettend lief van je zus. Niets ernstigs met de auto?”
“Het is maar een auto, schat. Ik wil weten hoe het met je gaat.”
“Je bent achtenveertig uur niet geweest.”
“Blijkbaar kan er veel gebeuren want toen liep je nog met je rollator.”
“Er zit veel meer kracht in mijn benen dat maakt mij gewoon veel zekerder in het lopen. Ik voel mij zo verschrikkelijk goed. Ik hoop zo…” 
Ik was stil, en had al spijt van mijn laatste woorden.
“Wat hoop je zo?” vroeg hij indringend.
“Laat maar. Zullen we naar boven gaan? Weet je dat ik binnen een paar dagen naar huis mag?” 
Op het moment dat hij mij voorzichtig bij mijn rechterarm pakte en mij dwong te stoppen, wist ik dat hij het van mij zou eisen. En ik wilde het moment niet verpesten. Wat had ik een spijt van mijn woorden!
“Luister Petra, laten we eerlijk beginnen. Meld mij gewoon alles, ik meld jou ook alles wat je maar wilt. Heb absoluut geen geheimen voor jou.”
“In mijn enthousiasme wilde ik je vragen bij ons te komen wonen.” 
Ik stierf ter plekke en hield met alles rekening.
“Ja, natuurlijk wil ik dat. Sterker nog: ik wilde er zelf de komende dagen over beginnen, maar zocht een goed moment.” 
We stonden stil, midden in de grote aankomsthal van het ziekenhuis. Hij kwam met zijn lippen naar die van mij. Onze lippen zochten niet meer. Onze zielen hadden hun betekenis gevonden en raakten hun volmaaktheid in het aller diepste dat een mens kan bereiken: het voelen van pure liefde. We stonden minutenlang tegen elkaar aan. Dan weer zoenend, dan weer strelend. Mensen keken wel, maar er was niets aan te merken op zoiets puurs. Ik wilde hem nooit meer loslaten en zo te voelen hij mij ook niet.