Kan prins Friso weer communiceren?

Jan (Bakoenin)

Wouter zit op de tweezitsbank in zijn kamer en is een tevreden mens. Hij pakt het glas wijn dat hij net voor zichzelf heeft ingeschonken van het bijzettafeltje, heft het en zegt hardop: ‘Proost!’ Wouter heeft dan ook alle redenen om met zichzelf te proosten. Net als veel mensen heeft hij de laatste tijd steeds minder vertrouwen in de banken. En nu hoeft hij niet meer bang te zijn dat er iets met zijn spaargeld gebeurt, want het ligt sinds enige uren in de kluis die hij vorige week via internet heeft gekocht. Er komt op deze manier natuurlijk geen rente bij, maar het is wel veilig. Met een goed gevoel drinkt hij zijn wijn op en gaat naar bed.

Met een schok ontwaakt Wouter uit zijn droom. Het licht in zijn slaapkamer is aan en er staan twee mannen naast zijn bed. Hij kan niet zien hoe ze eruitzien, want de ene heeft een grijze bivakmuts op en de andere een zwarte. Die met de grijze heeft een pistool in zijn hand. Wouter schijt zowat in zijn pyjamabroek. De mannen willen dat hij met ze naar de huiskamer gaat. Hij heeft natuurlijk al lang door wat ze echt willen. Ze hebben hem vast bij de bank gezien en zijn hem gevolgd. Dus ze weten dat hij veel geld in huis heeft.
‘Je hebt vanmorgen geld van de bank gehaald. Veel geld. En we weten dat je het in een kluis hebt die je via internet hebt gekocht. Je merkt het wel; je hoeft nergens over te liegen, want we zijn op de hoogte,’ zegt de man met het pistool.
‘Dan weten jullie ook dat je niet bij het geld kan als jullie me doodschieten.’ Het is eruit voor Wouter het weet. Dat heeft hij wel vaker. Eerst praten en dan denken. Het heeft hem al eerder in de problemen gebracht en dat zal ook nu wel weer het geval zijn, bedenkt hij. Maar hij heeft ongelijk.
‘Dat is ook niet nodig. We hebben zo onze methodes om te weten te komen wat we willen,’ zegt de andere man een beetje sarcastisch.
‘Je…je..gaat me toch niet martelen?’ De mannen moeten lachen om de angstige toon van Wouter.
‘In wat voor tijd leef jij, man? Martelen. Dat geeft zo veel troep. Dat doen we niet meer, hoor.’ De mannen binden Wouter aan een stoel. Eentje zet daarna een tas op tafel en haalt er een laptop en een headset uit. De headset ziet er niet uit als een gewone headset. Hij lijkt meer op een badmuts met elektroden. Wouter krijgt de headset op. Ze starten de laptop op en er verschijnt een scherm met allerlei cijfers.
‘Kijk maar gewoon een tijdje naar de cijfers,’ zegt de man met het pistool, dat hij overigens op tafel heeft gelegd.

Wouter staart naar de lege kluis. De mannen zijn verdwenen met al het geld. Ze hebben hem gelukkig wel losgemaakt voor ze weggingen. Hij is nog een beetje verdwaasd van de gebeurtenissen. Het is net of hij in een sciencefictionfilm is beland. Die mannen hadden controle over de hersengolven van Wouter. Zodra Wouter een cijfer zag dat in de cijfercombinatie van de kluis zat, lichtte het betreffende cijfer op het scherm op. Hij kon wel proberen om niet aan dat cijfer te denken, maar dat hielp niet, want zijn hersens herkenden het cijfer. Het enige wat de mannen moesten doen, was vragen naar het eerste cijfer, daarna naar het tweede, enzovoort. Tegen de hersengolven bleek Wouter machteloos. Hij is natuurlijk wel blij dat die mannen deze techniek hebben gebruikt, want het is beter dan te worden gemarteld, maar ook nu had hij geen enkel verweer gehad. Weg geld. Bovendien hadden de mannen op dezelfde manier ook nog eens zijn pincode verkregen. Nee, Wouter is niet erg blij en zit zich bovendien af te vragen hoe het verder zal gaan als criminelen zulke technieken in handen hebben.

Dat laatste vraag ik me ook af. Denk maar niet dat dit pure fictie is. Natuurlijk overdrijf ik een beetje, maar de techniek om via hersengolven met mensen te communiceren bestaat sinds kort. Het gaat om een Brain Computer Interface. Daarmee kun je een rechtstreeks communicatiekanaal tussen de hersenen en de computer realiseren. Op dit moment worden er alleen nog maar proeven mee gedaan. De proefpersonen krijgen een EEG-headset met elektroden op en moeten dan naar een scherm kijken waarop beelden van pinautomaten, pinpassen en cijfers verschijnen. Ieder mens zendt hersengolven uit. Daaronder bevinden zich de zogenaamde P300-golven. Als iemand een relevante gebeurtenis herkent en zich daarvan bewust wordt, dan kan dat via die golven zichtbaar worden gemaakt op het scherm van de computer. Dat gebeurt door middel van die EEG-headset. De onderzoekers hadden in 20% van de gevallen in één poging de pincodes van de proefpersonen gevonden. Maar niet alleen cijfers kunnen ermee worden opgespoord. Ook letters. Er worden al proeven gedaan met het spellen van woorden, die letter voor letter via de P300-golven in de computer worden geregistreerd en men zal binnen niet al te lange tijd in staat zijn om na een aantal woorden de ontbrekende woorden in te vullen. Als je al hebt gespeld: ‘Ik ga morgen naar mijn werk met de’ dan kan de computer de keuze geven uit de woorden: bus, fiets, trein en auto. Jean-Dominique Bauby zou niet meer met zijn linkerooglid hoeven te knipperen om zijn boeken te schrijven. Nu is de techniek nog alleen maar bruikbaar bij mensen die in staat zijn om naar een scherm te kijken, maar de onderzoekers gaan natuurlijk steeds verder en zullen wellicht al snel in staat zijn om hersengolven van comapatiënten te meten. In dat geval zou men misschien wel met prins Friso kunnen communiceren. Dan weten we ook snel of zijn hersenen eigenlijk nog normaal functioneren en of hij ook in staat zou zijn om normaal te leven mocht hij uit de coma ontwaken.
Naast deze voordelen zijn er natuurlijk ook nadelen. Mijn verhaaltje geeft al aan dat zo’n uitvinding in handen van criminelen erg gevaarlijk kan zijn. Ze hoeven straks niet meer te skimmen. Je zult veilig kunnen pinnen bij een pinpasautomaat. Maar de dames kunnen een droogkap bij de kapper niet meer vertrouwen. Gamers zullen helemaal een probleem hebben. In de toekomst zullen wellicht cybercriminelen in staat zijn om via een gewone headset tijdens een spelletje Diablo een trojan in je hersenen te implanteren. En wat moet je dan doen?
In je hoofd zit nu eenmaal geen virusscanner. Of komt er in de toekomst ook een soort Norton Brain Scanner? Dan hoop ik maar dat daar de hersens niet, net als de pc, veel trager door worden.