Ich bin ein Zigeuner

Jean-Paul (Days-Of-Wild)

Zigeuners zijn door de eeuwen heen altijd gehaat en vervolgd. Daarnaast barst het van de vooroordelen over zigeuners, waarvan de meest voorkomende toch wel zijn dat ze stelen, lui zijn en stinken. Ik ken weinig zigeuners en heb nauwelijks vooroordelen. In 1974 werd een zigeuner zelfs mijn held. Door de TROS werden toen de avonturen van Arpad de Zigeuner uitgezonden. Die speelden zich af in Hongarije ten tijde van de bezetting door Oostenrijk begin 18de eeuw, nadat ze de Turken verjaagd hadden.

Ook toen werden uiteraard de zigeuners gehaat door de Hongaren en Oostenrijkers, maar het bijzondere van deze serie was dat de zigeuners en met name Arpad, de helden waren. Zij hielpen de Hongaren met streken en listen tegen de Oostenrijkers en uiteraard wonnen ze het elke keer. De zigeuners in het verhaal werden, voor zover dat in een avontuurlijke tv-serie mogelijk is, natuurgetrouw neergezet. Dat wil zeggen dat ze inderdaad dingen stalen en dat ze andere gewoontes hadden dan de "normale" burgers, maar er werd ook in de kantlijn uitgelegd waar die gewoontes vandaan kwamen.

Mijn beeld van zigeuners werd als tienjarig jongetje grotendeels door die serie bepaald. Logisch want het was een avonturenserie en de held van het verhaal versloeg een heel leger en kreeg de mooiste vrouw. Dat wil elke jongen wel. In de jaren daarna toen ik ouder werd, kwam ik erachter dat niet iedereen zo positief tegenover zigeuners stond. Waar ik woonde als kind was een woonwagenkamp in de buurt en daar woonde er een flink aantal. Veel van hen hadden een autoreparatie- of sloopbedrijfje. Daar kwamen veel mensen die eigenlijk niet veel van zigeuners moesten hebben, maar omdat ze goedkoop waren maar al te graag bereid waren hun principes en afkeer te vergeten.

Daarnaast kent iedereen wel verhalen van zigeuners die ergens niet welkom zijn of overlast veroorzaken en een gemeente uitgezet worden, of die familie in Utrecht die een jaar of wat terug zo maar in een kapitale villa mocht wonen, als dank voor een periode van zwerven en overlast. Maar echt massale haat of overlast door zigeuners kennen wij niet. Ik denk dat men in Nederland de overlast door Marokkanen als erger ervaart. Echte haat, door een groot deel van de bevolking, dat kennen wij niet.

Die haat bestaat wel in het gebied waar ik op vakantie was, het noorden van Tsjechië, bij de Poolse en Duitse grens. Daar is een echte haat tegen zigeuners. Afgelopen jaar zijn er diverse demonstraties en gevechten geweest van skinheads tegen zigeuners, compleet met een flinke politiemacht om het geweld te beteugelen. Leegstaande huizen worden hier vaak in de fik gestoken en onbewoonbaar gemaakt om te voorkomen dat er zigeuners intrekken. Bij de wapenhandelaars in de omgeving word je gevraagd als je kogels wilt kopen of het gewone moeten zijn of dat ze tegen zigeuners zijn. Die richten namelijk meer schade aan.

Kennelijk lijk ik op een zigeuner. Ik ben langer en slanker dan de gemiddelde Tsjech, heb lange donkere haren en doordat ik bijna twee weken lang in de zon heb gewerkt, is mijn huid ook nog eens flink gekleurd. Dit is voor een aantal mensen reden genoeg om niet positief naar mij te reageren. Ze bedreigen me niet en ze schelden niet, maar ze kijken met een blik die geen vriendelijkheid verraadt. Ik ben het gewend dat mensen vanwege mijn voorkomen naar me kijken, maar dat zijn andere blikken. Lang niet alle Tsjechen zijn zo hoor, de meesten zijn vriendelijk en zeggen normaal gedag, maar het geeft toch een vreemd gevoel als je lijkt op een groep mensen waarvan men hier openlijk zegt: "die moet je afschieten", ook al heb ik er zelf geen last van.

Ik weet niet of die haat ergens op gebaseerd is, of dat het historisch zo gegroeid is. Zoals ik in het begin al stelde, zijn zigeuners door de eeuwen heen altijd al gehaat en vervolgd en de haat hier kan daar een voortzetting van zijn. Dan zou het nog dommer zijn dan het nu al is. Haat is nooit goed, maar helaas is het massaal haten van een bepaalde bevolkingsgroep door de eeuwen heen ook al een probaat middel geweest om de schuld van alles wat slecht gaat ergens anders te kunnen leggen dan bij jezelf. De menselijke geest is altijd al creatief geweest in het bedenken van schijnoplossingen, in plaats van de echte oorzaken aan te pakken.