Internetdaten in 2012 (1/2)

Neuskleuter

“Ik heb laatst een leuke jongen ontmoet... We gaan volgende week voor het eerst daten!”
“O, wat leuk zeg! Waar ken je hem van?”
“Internet.”

Toen internetdaten nog bestond uit het afstruinen van anonieme chatboxen zonder het eigen vaste profiel, was het maar zielig. Daten via het internet, dat was iets voor vieze mannetjes, enge mannetjes en mannetjes die gewoon keihard vreemd wilden gaan. Van de gewone mannen en vrouwen die schromend toegaven dat ze wel eens via internet een date hadden gehad, stond één ding als een paal boven water: ze hadden alles tegen zich wat in de natuur zou gelden als de wet van de sterkste. Voortplanten oké, maar iemand die zijn maatje via internet zocht, had geen schijn van kans volgens de evolutietheorie.

Tegenwoordig vliegen de reclames voor datingsites je om de ogen. De ene banner na de andere schreeuwt om aandacht. Er zijn sites waar je voor betaalt, er zijn sites die je enorme vragenlijsten voorleggen en je vervolgens alsnog behoorlijk willekeurig digitaal koppelen, en er zijn inmiddels zelfs sites voor ouderen. Jawel, zestien procent van het opiniepanel van Omroep Max heeft een profiel op een datingsite. Het vieze oude mannetje is hiermee niet langer meer een enge fabel om jonge meisjes te waarschuwen dat ze voorzichtig moeten zijn: ze bestaan echt. De grote boze wolf is tot leven gekomen en is klaar om oma op te eten.

Ergens hier tussenin ben ik de draad kwijtgeraakt. Is een date via het internet nou hot or not? De pioniers vielen absoluut onder het kopje not. Maar gaandeweg is er blijkbaar iets veranderd. In gesprekken komt het onderwerp nooit ter sprake en lijkt de internetdate een sociaal taboe, maar zodra iemand zijn bek opentrekt op Facebook, in de kroeg of ergens anders, dan komt ineens iedereen uit de kast. “Je moet die website eens proberen, daar zijn ze wel serieus!” “Ik heb ook eens een internetdate gehad. Als je online goed kan praten, dan lukt dat in het echt vaak ook wel.” “O, mijn eerste date was een creep, aan de tweede heb ik een leuke ex overgehouden!”

Een andere veelgehoorde reactie is: “Daten via internet is best leuk hoor. We zijn inmiddels al twee jaar samen.” Het is een interessant verschil: in de kroeg steek je je borst vooruit, je hijgt een openingszin in het oor van dat lekkere ding en vervolgens steek je je tong bij de ander naar binnen, om via de huig en de slokdarm een weg te zoeken naar het hart. Op internet bekijk je een foto, praat je over hobby’s, huisdieren en hoe je bij een eventuele ontmoeting de tong bij de ander naar binnen zou steken, om via de huig en de slokdarm een weg te zoeken naar het hart. De tweede methode zou in theorie tot meer succesvolle dates moeten leiden, omdat er al op een termijn voor langer dan een nacht gekeken kan worden of het een interessante partner is. Bovendien is het veel makkelijker om iemand weg te klikken van het scherm, dan je partner zonder broek op straat te zetten omdat je je toch had bedacht.

De date waarbij mensen elkaar eerst spreken op internet, lijkt steeds gewoner te worden. Hot zullen we er dan maar van maken. Misschien is het daten via internet geen sociaal taboe meer. Waarschijnlijk is het zelfs zo geaccepteerd, dat het geen issue meer is. “Er zijn nog genoeg andere vissen in de vijver”, zei mijn oma altijd als een relatie weer was gestrand. Die vijver is alleen erg uitgebreid tot een kroeg met een wereldwijde achtertuin, gecreëerd door goede technieken en een beeldige fantasie. Zullen we dan maar één ding afspreken? Als het dan toch zo gewoon is geworden, dan hebben we het er nooit meer over.