boerkabeuken
Deze week een berichtje in de krant in een piepklein kadertje op pagina zeven. Twee homo’s zijn op klaarlichte dag in elkaar gemept in een grote stad. De schade: scheldwoorden die pijn doen aan je oren, bloedneus en een kapot getrapte bril. De daders waren in dit geval een paar Marokkaanse jongens die het nodig vonden om zich lekker uit te leven. Zo maar. Omdat homofielen zich niet conformeren aan de standaard van onze Marokkaanse vriendjes.
Respect is echter tweerichtingsverkeer. Laten we het daarom eens omdraaien.
Deze week een berichtje in de krant. Twee vrouwen in boerka’s zijn op klaarlichte dag in elkaar gemept in een grote stad. De schade: scheldwoorden die pijn doen aan je oren, bloedneus en een kapot getrapte bril. De daders waren in dit geval een paar Brabantse jongens die het nodig vonden om zich lekker uit te leven. Zo maar. Omdat moslima’s zich niet conformeren aan de standaard van onze Brabantse vriendjes.
Ik vraag me serieus af of deze laatste matpartij net als het eerste berichtje ook in een minikolommetje op pagina zeven zou staan. Ik voorspel dat de krantenkoppen net zo loeivet en in formaat spandoek zijn, als op de (fictieve) dag dat Nederland Wereldkampioen voetbal wordt. “Generatie Boerkabeukers opgestaan” schreeuwen ze dan. Matthijs van Nieuwkerk hangt al aan de lijn met de op dat moment hipste knuffelmarokkaan voor een lekkere rel en geile kijkcijfers.
Ik voorspel verhitte discussies over het al dan niet deporteren van Brabanders. Bij een “meldpunt Brabo’s” kun je aangeven of je je ooit bedreigd voelde door deze zuiderlingen. Aangevoerd door een fulminerende Imam trekken hordes BMW’s en Golfjes TDI met spuitende knalpijpen door Oeteldonk, Lampegat en Kruikenstad om verhaal te halen. Ruiten worden ingegooid, graven beklad. Zelfs nu er halalvlees in de supermarkt in Maaskantje ligt, wordt er nog een extra aanpassing van ons verwacht. Boerkabeuken mag niet: potenrammen is niet zo heul erg.
De regering “baart zich zorgen”. Doctorandussen en professoren maken proefschriften in opdracht en de conclusies over zinloos geweld zijn zo schokkend dat Den Haag stelt dat er “actie moet komen.” Sinds wanneer is onze ruggengraat zo verweekt dat de regering een oplossing moet verzinnen?
De gemeenten Utrecht en Den Haag laat geplaagde homo’s liever verhuizen dan dat zij de agressoren aanpakt. Magda Berndsen van D66 vond de hele hausse over homopesten zelfs wat overdreven. Vorige week werd voor me in het Kruidvat de Nederlandse caissière door een pukkelende autochtone puber uitgescholden voor “kuthoer”. Ik sidderde wat er gebeuren zou als ik dat tegen zijn moeder had gezegd. Maar niemand zei iets.
De vloedgolf van verontwaardiging over de neergestoken Kerwin Duinmeijer weet iedereen zich nog precies te herinneren. Daniel van Cothem, Joes Kloppenburg, Jan Kievit, René Steegmans en Meindert Tjoelker zijn echter vage namen uit een veel minder ver verleden. Een standbeeld in het Vondelpark voor Kerwin, voor de andere slachtoffers maken we ons niet drukker dan het opspelden van een lieveheerstbeestje-badge of een stille tocht. Geweld op straat is gemeengoed geworden: zwangere vrouwen worden in hun buik geschopt, bemiddelaars in ruzies doodgeslagen en supporters op het voetbalveld worden doodgetrapt. We zuchten erom.
Met de mond vol van multiculti verdraagzaamheid, schuifelen we zwijgend en vooral zonder opvallen verder als een sliert mieren met 1 opvallend blonde mier ertussen. Die mier moet eruit, dan is de sliert weer uniform. Het wachten is op de eerstvolgende krantenkop.