Ik ga scheiden 30

Dick (Bornfree)

“Ik moet je nog iets vervelends vertellen, Petra.”
“Heb je iets goeds te melden ook dan?” Ik keek opzij en glimlachte.
“Ja, we gaan straks samen even lunchen.”
Dat ‘samen’ sloeg in ieder geval heerlijk in bij mij. Warm en zonnig, alles leek goed.
“Ik heb gebroken met Jolanda. We hebben een stevige woordenwisseling gehad.”
“Wat! Waarom?”
“Marleen, je advocaat, zien wij vaak ook op het bureau. Ik ken haar dus al wat langer dan vandaag. Ze vroeg mij een paar weken geleden de mensen in jouw omgeving een beetje in de gaten te houden. Alle mensen.”
“In de gaten houden? Ook Marion?”
“Luister nu even, Petra. Ook Marion, juist Marion omdat zij werkelijk alles met jou doet op dit moment. Maar ik verdiepte mij ook in Jolanda. Wist jij dat ze ook ieder vrij weekend naar Limburg reisde?”
“Naar Limburg? Jezus, zeg mij dat het niet waar is!”
“Dat huwelijk met Miranda gaat niet door omdat jouw ex tot over zijn oren verliefd is geworden op Jolanda Smit. En Jolanda is tot over haar oren verliefd geworden op hem. Zij was niet alleen veel in Limburg maar hij was ook vaak hier. En hij wist via Jolanda waar jij allemaal uithing en wat je deed.”
“Ik kan en wil het gewoon niet geloven. Ik wist gewoon dat er gekletst werd door iemand uit mijn omgeving. Ik had het er laatst over met Marion die boos op mij werd en mij paranoïde noemde.”
“Dat ben je dus niet. Jolanda weet dat ik het weet. Ik denk dat je haar niet meer in je buurt zult zien. Ze was een van zijn bewaarders. Als dit aan het licht komt, kan ze op disciplinaire maatregelen van haar werkgever wachten.”

“Die weet dus nog niets. Ik vind wel dat dit gemeld moet worden.”
JW keek mij recht in mijn ogen aan.
“Weet je dat zeker? Je vernietigt haar toekomst.”
“Ja, klopt. Maar zij heeft mij en mijn kinderen in gevaar gebracht door Jan iedere keer in te lichten. Het is niet per ongeluk gegaan, JW. Dat zou ik haar nog kunnen vergeven. Nu pakte het nog goed uit. Alhoewel, goed… Hij zit natuurlijk weer vast en wij hebben de schrik van ons leven. Wat is nog heilig voor haar in haar werk? Haar integriteit, het belangrijkste volgens mij als bewaarder in de gevangenis, is niets meer waard. Wat gaat ze allemaal nog meer doen voor gevangenen in haar functie als bewaarster?”
“Goed, goed, je punt is duidelijk. Ik ben het er ook wel mee eens. De integriteit is een heel belangrijke. Is de politiek niets voor jou?” Hij glimlachte.
“Politiek? Zeggen wat je niet bedoelt?”
“Inderdaad. Ik zal het in ieder geval in mijn proces-verbaal met betrekking tot Jans arrestatie vermelden.”

“Hoe?”
“Ik ga haar eerst confronteren met de feiten. Daarna meld ik het in het verbaal. Het was niet alleen toeval dat hij er telkens was als jij er was. Waar dan ook.”
“Ik ben als de dood dat hij weer binnen een paar dagen buiten staat en weer naar Marion en mij toekomt.”
“Binnen een paar dagen zal hem deze keer niet lukken. Wederrechtelijk toegang verschaffen tot, is een misdaad. Ik verzin er nog wel wat verzwarende omstandigheden aan vast. Zoals het uitschelden van een opsporingsambtenaar. Het verzetten tegen arrestatie.”
“Maar hij verzette zich toch niet?”
“Bij Marion thuis niet nee, maar op het bureau, toen we hem de auto uit lieten, verzette hij zich wel heftig. Er moesten collega’s bijkomen.”

“En nu, JW? Hoe zal het verder gaan?”
“Ik denk dat je zo snel mogelijk bij Marion moet weggaan. Als dat escaleert, ben je je vriendin ook kwijt, dat zou verschrikkelijk zonde zijn. Een blijf-van-mijn-lijfhuis?” Ik besefte dat dit de enige optie was nu, tot het moment dat ik bijna gek werd van blijdschap van de volgende ingeving.
“Blijf-van-mijn-lijfhuis? Absoluut niet. Ons huis staat te koop. Hij woont officieel in Limburg. Ik ga met mijn kinderen weer ons ouderlijk huis in.”
“Whoo, wacht even. Hij zal ongetwijfeld de sloten hebben veranderd.”
“Ja, nou en? Het huis is officieel nog van mij ook. Een deel ervan althans.”
“Mocht hij vrij komen over een paar maanden, dan zal hij als eerste naar zijn, jullie, huis gaan.”
“JW, waar ben je bang voor? Ik doe het gewoon. Laat de rechter mij er maar uitzetten met twee kinderen en hij met zijn sorry ass in de gevangenis. Wat is dat voor een vader?” Er viel een stilte na mijn laatste zinnen. Een stilte die mij helemaal niets beviel. Een stilte waar ik angstig van werd. Ik wilde JW echt niet kwijtraken als vriend. Het was iets onderhuids, wanneer hij in de buurt was voelde ik mij rustiger worden, zoals je dat bij een vader zou kunnen voelen. Iets vertrouwds.

“Je weet het niet meer.”
“Wat niet JW?” Ik begreep niet waar hij naartoe wilde.
“Ik ging na iedere dienst even bij je langs toen je in het ziekenhuis lag. Soms merkte je mij op en glimlachte je even. Ik vond je zo verschrikkelijk moedig. Maar de meeste keren sliep je en was je heel ver weg. Maar juist op deze momenten was ik het dichtst bij je. Je bent kwetsbaar. Je loopt niet goed. Via je kinderen kan hij je ongenadig hard raken. Ik wil het geen angst noemen, maar eerder bezorgdheid.”
“Dank je JW, echt je bent een hele fijne vriend. Ik hoop dat je dat tot in lengte van dagen blijft. Maar het wordt nu tijd dat ik voor mijn kinderen en mijzelf ga kiezen. Ik ben een verdomde angsthaas geweest voor die agressieveling. Laat hij maar komen, echt ik ben niet bang meer. Ik ga daar wonen, punt. En als ik het met een uitkering niet red, dan ga ik erbij werken. Voor mijn part aan een lopende band, gewoon zittend werk. Het moet gewoon, JW, ik kan verdomme niet zo blijven trutten!”
“Who! Petra.” Hij keek geschrokken, maar met een glimlach opzij. “Goed zo. En ik zal je helpen daar te komen waar je graag wilt zijn. Maar ik zou echt je advocaat even bellen en vragen wat zij ervan vindt. Zeg nou niet dat het haar geen reet aangaat want deze mensen weten echt wat je niet moet en juist wel. Beloof mij, voordat je erin gaat dat je niet inbreekt. De kans dat hij andere sloten erin gezet heeft, is levensgroot aanwezig.”
“Markus heeft nieuwe sleutels, waarschijnlijk Ilse ook.” We waren er bijna. Ik zag Ilse al op de hoek van de straat wachten met twee grote koffers. De auto van JW stopte vlak naast haar en ik probeerde snel uit te stappen. Maar mijn snel was voor gezonde mensen nog steeds een slakkengang.
“Mam.” Ilse hielp mij de auto uit. We omhelsden elkaar innig, ik bleef haar op haar wangen zoenen en knuffelen. JW laadde haar koffers en nog wat kleine plastic tassen in. Ik ging bij Ilse op de achterbank zitten en kon mijn ogen niet van haar afhouden.

“Heerlijk, je komt weer thuis.”
“Waar is dat, mam?”
“Ons huis, waar jullie altijd gewoond hebben.”
“O, dat staat natuurlijk leeg.”
“Het staat te koop, maar zolang er nog geen kopers zijn gaan wij erin. Vandaaruit ga ik zoeken naar vervangende woonruimte.”
“Spannend, mam. Gaat het goed met je?” Ik vertelde haar uitgebreid van mijn benen en de operatie. Ze was oprecht blij dat ik voor nu genezen was verklaard.